1r:1
1Beste broer,
2Sedert ik U gisteren schreef heb ik rondgeloopen
3met een angstig en onrustig gevoel/ en van nacht
4kon ik er niet van slapen.
5Het is/ zal ik kunnen doorgaan of zal ik niet kunnen
6doorgaan_– Kort en bondig is dat waar ik over tob.
7Ge hebt nu voorloopig de photos1 en met die voor U
8'zult gij U mijn gemoedstoestand juister kunnen
9voorstellen dan voor gij ze hadt. De teekeningen
10welke ik nu maak zijn mij een schim van wat ik
11bedoel doch een schim die reeds eene bepaalde
12gedaante heeft/ en wat ik zoek/ waar ik op af ga/
13is niet iets vaags doch dingen uit de volle werkelijkheid
14niet anders onder den duim te krijgen dan door
15geduldig en geregeld werk.
16Zie/ zich voorstellen dat ’t een werken met horten
17en stooten zou moeten worden is iets wat mij een schrikbeeld
18is. Niemand kan zonder
19geld werken/ met zoo weinig mogelijk te werken is
20raadzaam dunkt me/ doch iedereen zou bij de
21gedachte aan het ophouden of te kort komen van ’t geen men absoluut
22noodig heeft zich neergedrukt voelen en melankoliek.
23O Theo/ er is last en tegenspoed verbonden aan
24’t werk maar wat is het in vergelijking van de
25misère die voor den dag komt als iemand een leven
26zonder activiteit leidt.
27Dus geen moed verliezen/ en we moeten elkaar
28maar ’t hart sterk zoeken te maken in plaats
29van week of van streek.
30Nu heb ik met Blommers gesproken over ’t schilderen.
31hij wil ik het doorzetten zal/ ik voel ook zelf
32dat ik na deze 10 of 12 groote teekeningen gemaakt
33te hebben nu op een punt ben waar ik van manier
34moet veranderen in plaats van er meer op de zelfde wijs
35te maken_
 1v:2
36'Dat waar ik U over schreef
36a(en waar gij ook over schreeft/ onze gedachten hebben elkaar
36bweer gekruist)/
36'de magerheid of
37wat men la sécheresse noemt/ is ’t geen aan
38de orde van den dag is om te overwinnen
39en mag geen chronisch gebrek worden.
40Zie/ ik vind het weer merkwaardig dat werkelijk
41gij en ik weer ’t zelfde schijnen te hebben gedacht
42want als gij er maar een enkel woord van schreeft/
43het is ’t geen direkt in ’t oog valt in die twee
44autographies.2 En in de photos ook_
45Het komt mij voor een en ander zoo kwaad
46niet zou zijn als er dat gebrek niet in was_
47Nu/ ik voor mij/ onder ’t maken der teekeningen
48heb ik het voortdurend zelf ook gevoeld en
49er veel over gedacht en juist omdat het
50urgent was schreef ik U er over.
51Ik heb aan oorzaken en middelen
52om het te overwinnen gedacht en zie
53geen anderen weg dan in mij zelf de werkkracht
54te vernieuwen en op mijn physiek ook wat te werken
55daar het een kant opgaat die niet goed is_
56Ik heb absoluut wat geld noodig en moet
57me en in mijn gestel en in mijn schilderkist
58wat restaureeren/ anders zou ik vreezen dat
59er later dingen zouden komen kijken die
60moeielijker te regt zouden te brengen zijn.
61Het is nu in ’t begin – de laatste teekeningen
62zijn hier en daar minder droog dan vroeger
63zelfs_
64Als ’t nu zijn mogt Theo/ dat ik ergens
65op eenige manier wat hulp en sympathie
66kon krijgen/ zoo zou ik denken dat het  1v:3
67spoedig genoeg zoude opfleuren kunnen.
68Ik zou U een soortgelijk moment van
69sécheresse kunnen aantoonen in de
70historie van menigeen die het radicaal
71overwonnen heeft.
72Ik wil geen voorbeelden
73noemen omdat gij zelf als ge er eens
74over nadenkt er verscheidenen zult vinden.
75Toch een ding – bijna al de
76lui die de Ecole de Rome3 doorgemaakt
77hebben en die tijd van assidu blokken op ’t figuur
78gehad hebben/ komen aan ’t eind van den
79cursus met betrekkelijk knappe/ betrekkelijk
80heel precies geteekende dingen voor den dag
81die echter niet aangenaam zijn om te zien
82daar er iets van une âme en peine4 in is/
83’t welk ze later verliezen als ze zich wat
84vrijer voelen en bewegen kunnen.
85Nu reken ik me echter zoo knap niet in
86mijn teekenen als voornoemde lui/
87evenwel ik heb zonder onder den dwang
88van een bepaalden cursus te zijn toch
89ter wille van mij op te werken in het teekenen
90mijzelf opgelegd om het figuur met volhouden
91te bestudeeren_ En juist door die inspanning/
92door dat overwerken/ ben ik in de secheresse
93verzeild.
94Nog eens/ ter wille niet van mijn pleizier
95of gemak maar ter wille van de orde
96en het vorderen van ’t werk zou het goed
97zijn als ik wat ruimte kon krijgen.
 1r:4
105Rusten is geen sprake van maar
106afleiding vinden in verandering van
107manier van werken en van motieven zou
108geloof ik iets goeds zijn_
109Ik voel een behoefte na die figuurstudies veel
110in dingen als de zee/ het bronzige aardappelloof/
111stoppelvelden of omgeploegde aarde te kijken_
112Om tijd te winnen heb ik me zelf niet gespaard/
113me op alles bekrompen mits ik maar doorwerken kon/
114doch nu kan ik weinig meer uit me zelf krijgen/
115geen wissels op mijn eigen levensbehoeften meer trekken/
115aer is aan dien kant niets meer uit te persen/ er is maigreur & secheresse_
116Ik geef U in bedenking of het onbegrijpelijk
117is ik er een zwaar hoofd in heb als ik mij voorstel
118dat de inkomsten nog zouden moeten verminderen
119als er reeds gebrek begint te zijn_
120Ik wou dat ge spoedig kwaamt.
121Nu had ik gehoopt dat er uit die 10 of 12 teekeningen misschien
122een paar hadden kunnen geplaatst worden doch dat is
123dan ook al weer in ’t water. Enfin/ après tout/
124ik hoop me/ wat er ook komen moet/ niet zwak in
125te houden en heb hoop een zekere werk koorts en woede
126me desnoods er door heen zou dragen zooals een schuit
127door een golfslag over een rif kan worden gedonderd of
128zandbank en van ’t onweer profiteeren kan om niet te vergaan_
129Doch zulke manoeuvres lukken niet altijd en zou ’t
130wenschelijk zijn de plek te kunnen omzeilen met
131wat laveeren. Après tout/ als ’t mislukt/ wat is er aan
132me verloren/ zooveel hecht ik ook niet er aan_ Maar
133men zoekt in ’t algemeen het leven te doen vrucht geven
134in plaats van maar te laten verwelken en denkt bij tijden
135dat men zelf eigentlijk ook een leven heeft dat niet
136onverschillig is voor de wijs waarop men er mee rondspringt.
137Maar ’t is niet in mijn magt_ Als ik niet eens
138een extratje heb zoo moet ik telkens als ik het gewone
139ontvang er zooveel van geven er niet veel overschiet
140voor de 10 dagen die voor de borst staan/ op de laatsten waarvan
141men op den weg loopt met een zeer zwak en flaauw gevoel in de
142maag. En dan krijgt zoo’n zandweg in ’t duin iets woestijnachtigs.
143En men voelt zich zakken en kan noodige dingen of niet
144'nemen of niet betalen. En dan den tweestrijd: zal ik
145op die manier kunnen volhouden en doorgaan/ of waar
146ga ik heen/ wat is er aan te doen. Schrijf in elk geval
147eens spoedig of ge in de photos iets vindt. Iets absurds/
148'zoo als men uit Tersteegs “dat hij er liever maar geheel buiten bleef” zou
149meenen te moeten opmaken/ vindt ge er toch niet in/ niet waar_
150daar ben ik après tout te kalm en te koelbloedig voor, adieu/ een fermen
151handdruk in gedachten.

151*t. à t.
151**Vincent.

98Als gij dezen brief leest in verband met de gezonden photos zoo
99zult ge geloof ik zien dat ik de zwakke zijde der teekeningen zelf zie
100en middelen om die zwakheid te contrecarreeren zie/ en zeer zeker
101niet weiger er aan te werken om te overwinnen doch tevens sta
102voor de vraag hoe ik aan ’t geen ik er voor zou noodig hebben/
103komen zal. Dat ik ’t niet heb reken ik echter uw schuld niet te zijn maar
104’t is toch de mijne ook niet/ en que faire – que faire_


8 kunnen < u kunnen
36 a-b (en [...] gekruist) < Added later; parentheses added by us.
36 b gekruist), < gekruist
144 tweestrijd: < tweestrijd
148 “dat [...] bleef” < Quotation marks added by us.
98-104 Als [...] faire?– < In bottom margin on p. 3 (spoedig [...] krijgen.) l. 67-97. Interpreted as postscript.
top