1r:1
1Waarde Theo,
1*Voor ik naar Schevening ga wou ik
2nog even een woordje met U praten. Ik heb ’t maar eens
3doorgezet met de Bock dat ik bij hem een pied à terre
4krijg_ Misschien zal ik nu & dan bij Blommers eens
5aangaan ook.1 En dan is mijn plan een tijd lang
6Schevening geheel & al als hoofdzaak te beschouwen/
7s’morgens er heen te gaan en den dag te blijven/
8of anders als ik t’huis moet zijn dat t’huis zijn
9in ’t middaguur te stellen als ’t te warm is en
10dan s’avonds er weer heen. Dit zou me
11nieuwe idees geven vertrouw ik/ en rust/ niet
12door stilzitten maar door verandering van
13omgeving en bezigheid. Ik zit anders hier
14wel nog diep in ’t werk. Vandaag nog eens
15den Weesman2 gehad en wel voor iets dat me
16plotseling in ’t hoofd kwam ik nog eens door wou
17zetten voor ik aan iets anders begin. Ge moet
18weten ik toch nog eens in ’t weeshuis ben geweest
19op een bezoekdag.3 Toen had ik daar het
20tuinmannetje gezien en geteekend uit het raam_4
21Nu/ dat wou ik niet laten schieten en
22staat er nu op in dezen vorm zoo
23ongeveer/ voor zoover ’k me uit t’hoofd
24herrinner.5

 1v:2 [sketch A]
25Gisteren avond heb ik een cadeau gekregen dat mij enorm
26pleizier deed (van die twee landmeters – want er is een
27tweede nog bijgekomen sedert)/6 namelijk een
28zeer echt Scheveningsch buis met staanden kraag/
29pittoresk verkleurd en gelapt.
30Ik heb voor zoo veel me doenlijk was mijn
31schildergerij in orde gebragt & aangevuld
32wat ik mankeerde en me van tramkaartjes
33voorzien &c.
34Van morgen heb ik de negatieven gezien
35van drie photos_7 Ik ben verlangend naar
36de drukken en heb wel hoop zij alzoo in
37’t klein iets zijn zullen waarmede
38wij bij de illustraties zullen kunnen  1v:3
39demarches doen. Ik denk er over het
40tuinmannetje van heden ook te laten doen want dat figuur
41is veel/ veel uitvoeriger dan in dezen krabbel/
42en entourage ook minder tam dan
43hier. Ik hoop U volgende week
44drukken van photos te kunnen
45zenden.
46 Maar kerel/ ik wou U wel vragen
47Uw uiterste best te doen om als
48’t eenigzins kan mij nog iets te
49sturen want ik ben reeds à sec door
50een & ander ik absoluut noodig had
51om Schevening te kunnen beginnen_
52Het hoeft niet veel te zijn maar
53iets om den tijd door te komen
54en in ’t duin niet absoluut op een
55droogje te zitten.–
56De photos zijn Zaaier/ aardappel
57wroeters en Turfstekers/ laatstgenoemde
58kwam mij voor ’t best te doen_
59Vindt ge dat niet aardig van die landmeters/
60’t zijn aardige/ vroolijke lui die me veel
61gezelligheid al hebben bezorgd_
62Ze beginnen werkelijk wel aardige schetsen
63te maken maar zitten beiden voor hun  1r:4
64eindexamen/ een voor dat van landmeter en
65den ander voor ingenieur.
66Als ik me wat georienteerd heb op Schev.
67dan zal ik de vrouw nu en dan
68meenemen om te poseeren of ten
69minste plaats & grootte van figuren
70aan te kunnen geven.
71Ik verlang erg naar U kerel/ ik
72hoop er bij ’t werk iets zijn zal
73waar ge eenig pleizier in hebt en
74dat ge wat gevorderd vindt_ Bock
75zag nog sommige geschilderde studies van
76verl. jaar en vond er iets in maar
77mij bevallen ze hoe langer hoe minder/
78ik hoop er beteren te maken dit jaar_
79Zondag krijg ik den photograaf8 op
80’t atelier om eens met hem te praten wat ’t best voor photos
81zou zijn onder de figuren die ik heb_
82Ik zou niet weinig in moeielijkheid zijn als gij absoluut
83niets extras zenden kondt_ Ik heb enkel het bepaald
84onmisbare genomen voor de schilderdoos maar heb toch
85zoo goed als niets kunnen overhouden.
86Het Scheveningsch buis is me een meevallertje_
87Ik schreef U eens dat ’t me misschien gaan zou als toen ik jaren
88geleden ook te s’Hage woonde/ dat het eerst een beroerden tijd
89zou zijn maar later prettiger worden.9 ’t is in menig opzigt
90dezen laatsten tijd gezelliger en prettiger geworden
91al. Nu adieu, doe wat ge kunt en geloof me/
92met een handdruk

92*t. à t.
92*Vincent

 2r:5
93Iets wat ik U nog wou zeggen is
94dat de figuurstudies voor de
95groote teekeningen in mijn
96oog veel beter zijn dan de
97teekeningen zelf.
98Dat een vrij groot aantal
99van die figuren iets is wat
100ik al vast op ’t atelier heb
101en ik meen me van een
102blijvend nut zullen zijn in ’t jaar
102adat voor de borst staat_
103’t Is niet dat ik moedeloos ben
104over ’t afgeloopen jaar sedert Uw
105laatste bezoek en nu/ maar hadden
106de inkomsten iets ruimer geweest
107kunnen zijn/ we waren met ’t schilderen verder
108gevorderd.
 2v:6
109Het is een kwestie van den
110moed niet opgeven en niet
111verslappen_
112Tegen dat ge komt zal ik alles
113op orde zetten zoo dat we het
114makkelijk en geregeld doorkijken
115kunnen.10
116Maar zie ge wat lang bij
117me blijft/ broer.
118Als de tijden moeielijk zijn moeten
119we zien elkaar althans zedelijken
120moed te geven zoo dat we
121het niet opgeven als
122epreuves komen.
123En als we onze sereniteit bewaren
124kunnen zoo is er hoop om tot iets
125goeds te geraken dat vast staat op
126zijn pooten.
 2v:7
130Tegenover andere schilders tracht ik
131mij wat kort af en als geen oogenblik
132twijfelend te houden.
133Als we ’t volgend jaar geschilderde studies
134konden hebben/ even vast geschilderd als
135de tegenwoordigen vast geteekend zijn/
136zoo meen ik dat we de bataille voorloopig
137gewonnen konden rekenen.
138Vóór dien tijd zal het er nog spannen
139en als we wat kracht kunnen vernieuwen
140zullen we die tot het uiterste moeten
141inspannen en in geen geval er te veel
142van hebben kunnen.
143Ik denk dat vriend Rappard niet
144ongenegen zal zijn ons nog een
145handje te helpen nu en dan_11
146Hij heeft me onlangs gezegd dat hij met
147vernieuwde gedachten van mijn atelier
148'was gekomen – en ik van ’t zijne ook12
149maar de kracht waarover ik momenteel
150beschikken kan is niet veel.
151Ofschoon ik van C.M. geen syllabe antwoord ontving op mijn
152schrijven13 en croquis van Turfspitters14 en zandgroef/15 zoo
153geef ik hem niet geheel op.
 2r:8
154Verleden jaar was hij over de laatste zending teekeningen
155niet in zijn humeur en schreef me een onaangenaam
156briefje.16 ik repliceerde daarop dat Rappard
157die zelfde teekeningen had gezien en in plaats van ze
158minder te vinden dan mijn vorigen ze gedecideerd beter
159had gevonden. Ik was toen al ziek en kreeg C.M_’s
160antwoord in het gasthuis/ hij had ze nog eens nagezien/
161ja er waren goede dingen in en als ik eens iets
162anders had zouden we verder zien. Ik heb echter
163niet direkt er op willen doorgaan/ tot nu pas_
164Dat hij geen relaties wilde aanknoopen nu moet hem
165zitten in dingen die hij over “wangedrag”/ dat ik
166met eene vrouw woon en kinderen zonder reeds getrouwd te
167'zijn/ hoorde. Met Francken/ zijn eigen zwager/ wilde
168C.M. ook een tijdlang weinig te doen hebben om soortgelijke
169reden weet ik/ omdat ik met C.M_ eens te Parijs geloopen
170heb zelf en hij me zeide “daar woont mijn zwager maar
171ik kan er niet naar toe gaan om reden dat hij
172'met ‘een gemeen wijf’ woont”.17 Nu echter heb ik expres
173C.M. betrekkelijk voor den uitersten nood in petto
174gehouden en ik denk er over dat het goed zou
175kunnen zijn als gij eenige van de beste studies
176hem eens liet zien en ronduit tot hem spraakt
177dat er hoop is op overwinning als we
178het maar uit kunnen vieren en volhouden en
179dat ik hem niet vraag om geld zoo maar doch
180overeenkomstig onze eerste afspraak van verl.
181jaar zou wenschen hij me geld gaf voor studies
182die ik zelf heel graag later weer zoude
183terug koopen van hem of ruilen voor aquarel
184of schilderij.
127Ik heb eigentlijk van Oom Cent ook nog een bepaalde belofte dat
128hij teekeningen van me nemen zou doch ik heb hem er nooit meer
129over gesproken, sedert twee jaar geleden.18


148 gekomen – < gekomen
167 hoorde. < zitten.
172 woont”. < woont.
127-129 Ik [...] geleden. < In the right margin on p. 2 (Het is [...] pooten.) l. 17-34; inserted after l. 184.
top