1*Naar Uw brief had ik reeds min of meer 2uitgezien & was er weer blij mede. Dank er voor. 3’t Geen ge schrijft over de tentoonstelling vind ik zeer 4interessant.1 Wat was dat oude schij Dupré dat gij 5bijzonder mooi vond? dat moet ge nog eens schrijven. 6Uw beschrijving van Troyon & Rousseau b.v. is pittig 7genoeg/ zoo dat ik een touw er aan vast maken kan 8om eenigzins te weten in welke manier van hen ze 9zijn gedaan.2
10Er was in meer schilderijen uit den tijd van Troyons pré 11communal3 een zekere stemming die men/ ofschoon 12’t dan geen figuurschilderijen zijn/ toch dramatisch zou 13willen noemen.
14Israels zei ’t heel juist van een Jules Dupré (de groote van Mesdag)/4 “’t is net 15'een figuurschilderij”.5 ’t is dat dramatische dat uitwerkt 16dat men er een je ne sais quoi in vindt dat maakt men 17er bij voelt ’t geen gij zegt/ “het drukt uit dat oogenblik 18en die plaats in de natuur waar men alleen kan 19'heengaan/ zonder gezelschap”.
21Hebt gij niet wel eens oude Jacques gezien 22waar ’t ietwat overdreven/ ietwat op effekt gewerkt 23was misschien – eigentlijk toch niet – die men 24om die reden bijzonder mooi vond/ ook al 25werden ze niet onder de mooiste Jacques gerekend 26door Jan en alleman.
27Van Rousseau gesproken/ kent gij de Rousseau 28van Richard Wallace/ een lisiere de bois in den 29herfst na den regen/ met doorkijkje op oneindig uitgestrekte weilanden/ 30moerassig/ waar koeijen in zijn/ ’t eerste plan 31heel toonig.7 Dat is voor mij wel een van de 32mooisten – heeft veel van die met de 33roode zon van Luxembourg.8
34’t Dramatisch effekt in die schilderijen is iets wat doet 35'begrijpen “un coin de la nature vu à travers d’un temperament”9 36en “l’homme ajouté à la nature”10 al hoort meer dan iets anders
37 in de kunst/a en datzelfde vind men in b.v. portretten 38van Rembrandt – ’t is meer dan de natuur/ iets van 39een openbaring. En het komt me voor ’t goed is daarvoor 40alle respect te hebben en zich stil te houden als er dikwijls van 41wordt gezegd dat ’t overdreven of een manier is.
42O ik moet U nog vertellen dat de Bock eens bij 43me is geweest – nog al prettig_ 44Breitner/ die ik niet in ’t minst verwachtte omdat hij 45in der tijd den omgang geheel scheen afgebroken te hebben/ kwam 46gisteren aanzetten. Dat deed mij pleizier omdat 47in der tijd – in ’t begin van dat ik hier was – hij 48heel prettig was om mee te loopen. Ik bedoel zamen 49uit te gaan/ niet naar buiten maar in de stad zelf/ om 50figuren te gaan zoeken en aardige gevallen.
51Er is er geen een hier in den Haag waar ik mee in de 52stad zelf dat ooit heb gedaan/ de meesten vinden 53de stad leelijk en gaan alles voorbij. En ’t is 54in stad toch ook soms zeer mooi/ niet waar.
55Gisteren zag ik b.v. in ’t Noordeinde werklui bezig 56aan ’t afbreken van dat gedeelte tegenover ’t paleis/11 57kerels geheel wit van ’t stuiven van de kalk met 58karren & paarden. ’t was koel/ winderig weer/ de 59lucht graauw/ en er was veel karakter in die plek. 60V.d. Velden zag ik verl. jaar eens – bij de Bock 61op een avond dat we bij de B. etsen gezien hebben_ 62Ik schreef U reeds over hem dat hij toen op mij een 63zeer gunstigen indruk maakte/12 ofschoon hij weinig sprak 64en als gezelschap op dien avond men zoo heel veel niet 65aan hem had. Maar den indruk dien hij direkt op me 66maakte was dat ’t een solide/ echte schilder is.
67’t Is een vierkanten/ gothieken kop – iets brutaals of stouts en 68toch zachtmoedigs in zijn kijken. flink breed gebouwd/ 69eigentlijk precies ’t tegenovergestelde van Breitner en de Bock_ 70Er is iets mannelijks en puissants in hem, ook 71al zegt hij niets of al doet hij niets bijzonders_ 72Ik hoop wel dat ik eens met hem nader in contact 73zal komen – misschien door v_d_ Weele_
74Was ll. Zondag bij v_d_ Weele die aan een schilderij 75van koeien in de bogt bezig was/ waarvoor hij eenige 76flinke studies heeft.13 Hij gaat nu voor een tijd lang 77naar buiten.
78Heb dezer dagen voor de verandering weer eens een paar 79aquarellen buiten gemaakt/ een korenveldje en een 80stukje aardappelland.14 En nog een paar landschapjes 81geteekend ook/15 om een houvast te hebben voor terreinen 82van een paar figuurteekeningen die ik zoekende ben.
83Dit zijn de plannen van die figuurteekeningen, 84in ’t heel oppervlakkige. ’t bovenste onkruidverbranders/ 85’t onderste ’t van ’t 86aardappelland komen.16
87Ik denk er sterk over een aantal figuurstudies te schilderen 88ter wille van ’t hooger opvoeren van de teekeningen 89vooral_
90Dat gij plan hebt begin Augustus naar Holland te komen is me 91een blijde tijding want wat ik u dikwijls genoeg heb gezegd is dat ik 92zeer naar u verlang_17
93Verlangend ben ik eens van U te hooren in hoeverre Uw vrouw 94ontwikkeld is met betrekking tot kunst_ In elk geval zal er nog veel 95aan gedaan en gekweekt moeten worden in dat opzigt/ stel ik me voor_ 96Tant mieux. In elk geval hoop ik dat ze een soort album krijgt 97waarvoor ik wel hoop ge enkele bladen vinden zult onder de kleinere 98studies. Er zijn van die bladen in een schetsboek soms die/ 99ofschoon ’t maar krabbels zijn/ toch iets zeggen_ 100Tegen dat ge komt zal ik wel eens een & ander 101bij elkaar zetten_
102Nu/ ik heb de Bock er nog over gesproken en ik 103kan bij hem mijn boeltje bergen als ik studies op Schevening 104ga maken.
105Ik hoop binnen kort ook wel weer eens bij Blommers 106te komen. De Bock sprak ik over zijn Schij van den Salon/ 107Novembre/ dat ik zoo mooi vond en de reproductie in 108den catalogus.18 Hij moet er nog een schets van hebben 109en die wou ik wel eens zien_
110Wat betreft van vroeger of later voor langer of korter naar 111Londen gaan/ dat er ginder meer kans zou zijn met mijn werk 112iets te doen geloof ik ook_ tevens denk ik er bij dat ik er 113nog heel wat zou kunnen leeren als ik met sommige lui daar in 114kennis kon geraken. En de stof om wat te maken zou me 115daar niet ontbreken/ dat verzeker ik U. Er zouden mooie 116dingen te maken zijn daar op die werven aan den Theems_ 117Enfin we moeten over verschillende dingen nog maar 118eens praten als ge komt. Ik hoop gij niet te gehaast zult 119zijn/ er is nog al wat dat we te behandelen zouden hebben. 120Ik wou wel ’t er van kwam ik in den herfst nog eens 121in Brabant wat studies kon gaan halen.
122Ik wou vooral graag studies hebben van een Brabantsche 123ploeg/ van een wever en van die dorpsbegraafplaats te 124Nunen.19 Alles kost alweer geld.
125Nu/ gegroet en nogmaals dank voor Uw schrijven 126en ’t ingeslotene. Heb het maar goed. Denkt 127ge er over de vrouw mede te brengen naar 128Holland of is dat nog niet raadzaam. Ik wou 129wel dat het gebeurde. adieu kerel/ met 130een handdruk_
132Ik voeg hier nog een woordje bij om U nu ook 133iets naders omtrent Breitner te zeggen – daar 134ik zooeven terugkom van zijn provisoir atelier 135hier (ge weet hij woont eigentlijk te Rotterdam tegenwoordig)_20 136Ge kent wel Vierge of Urabietta/ den teekenaar 137voor illustration.21 Nu/ bij tijden doet B_ me 138aan Vierge denken/ doch zeer zelden_
139Als hij goed is lijkt het op iets overhaasts van Vierge/ 140als hij, B. n.l., zich echter overhaast of niet doorwerkt/ wat 141meestentijds ’t geval is/ dan is ’t moeielijk te zeggen 142waar ’t iets van heeft want het lijkt naar niets – 143tenzij naar reepen van een oud/ uitgewischt 144behangsel uit ik weet niet welke maar in elk geval zeer 145zonderlinge en waarschijnlijk lang verleden tijdperken_ 146Verbeeld U/ ik kom op ’t zolderkamertje dat hij 147dan bij Siebenhaar heeft_– Dat was gemeubileerd 148met diverse lucifersdoosjes (leege) vooral/ verder 149met een scheermes of zoo iets en eene kist met een 150bed er in. Tegen de schoorsteen zie ik iets staan/ 1513 oneindig lange reepen die ik eerst voor 152zonneblinden hield. Doch bij nadere 153beschouwing bleken het doeken te zijn in dit 154formaat_
155zoo als gij uit bovenstaande illustratie ziet/ 156beschilderd met een niet onmystiek tooneel/ waarschijnlijk uit de Openbaring getrokken 157zou men geneigd zijn te meenen op ’t eerste gezigt.
158Doch naar ik mij heb laten vertellen zijn het de manoeuvres 159der artillerie in ’t duin. Ik schat het in koelen bloede op 160ruim 4 meter lengte tegen 3/4 meter.22
161Het tweede was een historie van een man die tegen den muur 162stond te leunen in de extremiteit links van ’t schij terwijl 163aan de extremiteit regts diverse specimens spoken van 164vrouwen stonden hem aan te gapen/ terwijl er zorg gedragen 165was er alzoo een tamelijke spacie tuschen deze twee groepen 166overbleef. En liet ik me dan ook vertellen dat het hier aan 167den linkerhoek een dronkaard moest voorstellen/ ’t geen 168ik niet wil beginnen in twijfel te trekken de intentie wel even goed 169kan geweest zijn van den maker als iets anders.23
170het derde is bijna beter en is eene schets die hij 171verl. jaar heeft gemaakt van de markt doch die sedert 172in plaats van een Hollandsche markt eene Spaansche schijnt 173te moeten zijn gaan beduiden/ voor zoover 174men er iets uit maken kan_24
175Wat voor koopwaar er op de markt verkocht wordt (waar die dan ook wezen 176moge – ik voor mij betwijfel of ’t wel op 177dezen aardbol bedoeld is/ veeleer zoude 178het den naiven beschouwer mogen invallen het eene 179scène op een van die planeeten welke Jules Verne’s wonder- 180reizigers plegen te bezoeken (per projectiel) moet voorstellen)/25 181wat voor koopwaar er eigentlijk in gehandeld wordt 182is onmogelijk te defineeren doch het doet in de 183verte denken aan enorme massas confituren of suikergoed_ 184Zie/ tracht U zoo iets voor te stellen doch on ne 185peut plus absurd en zwaar op de hand bovendien/ 186en ge hebt ’t werk van Vriend Breitner.
187op een afstand zijn het vlakken verschoten kleur als op een 188uitgebleekt en vermolmd en beschimmeld behang en 189zijn er in dat opzigt qualiteiten in die voor mij evenwel absoluut 190ongenietbaar zijn.
191Hoe ’t mogelijk is iemand tot zoo iets komt begrijp ik 192in ’t geheel niet. ’t is iets als wat men ziet als 193men de koorts heeft/ of onmogelijk en zonder 194beteekenis als in een droom die kant noch wal raakt. 195Ik houd ’t eenvoudig daarvoor dat Breitner 196nog niet genezen is en werkelijk ’t heeft gedaan 197terwijl hij koorts had. ’t geen in verband met zijn 198ziekte van verl. jaar wel mogelijk is te achten.26 199Verl. jaar toen ik wel genezen was doch voortdurend slapeloos 200bleef en koortsig/ had ik ook momenten dat ik me 201forceeren wilde om toch te werken en eenige, 202'maar goddank niet zóó absurd groote, dingen 203maakte die ik me later niet begrijpen kon 204gemaakt te hebben.
205Daarom geloof ik dat B. wel weer teregt zal 206komen maar dit vind ik absurd_
209Er lag in een hoek in elkaar gefrommeld een 210aquarelstudie van eenige berkjes in ’t duin27 die 211veel beter was en waarin niets abnormaals was_ 212Doch die groote dingen/ ’t is niets.
213Bij v.d. Weele zag ik er nog een/ heel leelijk/28 en 214een kop/ heel goed/29 maar een portret van 215'v.d. W. – dat hij begonnen was – ook weer slecht.30
216Dus hij is fameus aan ’t knoeien op zeer groote schaal. 217Ik houd op enkele momenten van ’t werk van 218Hoffmann en Edgar Poe. (Contes fantastiques/ Raven &c.)31 219maar dit vind ik ongenietbaar omdat de fantaisie 220log is en zonder bedoeling en er haast geen rapporten met 221'’t bestaande zijn. Erg leelijk vind ik het_
222Maar ik beschouw ’t als eene periode van ziekte_ 223v.d. Weele heeft twee vrij curieuse teekeningetjes 224van hem/ chic geaquarelleerd/ die een zeker je ne sais 225quoi hebben van wat de Engelschen weird noemen_
226Ik heb vandaag een lesje gehad door dat bezoek/ dat namelijk 227men van geluk spreken mag als men in de tegenwoordige 228maatschappij zich in een betrekkelijk normale omgeving 229bevindt en niet zijn heil in een koffijhuisleven 230hoeft te zoeken van waar men hoe langer hoe benevelder 231en verwarder de dingen begint te zien. Want dat laatste 232is zijn geval/ daaraan twijfel ik niet. Hij is onmerkbaar 233ontzettend ver afgedwaald van eene bedaarde/ beredeneerde 234beschouwing van de dingen en nu kan hij geen 235bedaarde/ raisonable lijn of penseelstreek meer 236zetten zoo lang die overspanning duurt.
237Ik wou ik hem wat gezelligheid en afleiding 238kon bezorgen/ ik wou dat ik dikwijls op en 239neer kon gaan met hem en misschien hem 240wat calmeeren. Ge herinnert u ’t Schij la folie 241d’Hugues v.d. Goes van Wouters.32 B. doet in enkele 242dingen me in de verte denken aan een geestestoestand als 243die van v.d. Goes. Ik zou de eerste zegsman hier niet van 244willen zijn maar ik geloof er reeds in dien zin 245al een heelen tijd over zijn werk is gesproken.
248Zijn remedie zou zijn/ veel in ’t aardappelloof 249kijken dat dezer dagen zoo diep en deftig van kleur 250en toon is/ in plaats van in lappen geel satijn en 251stukken goudleer zich dol te kijken.
252Enfin we zullen zien hoe ’t gaat. Hij is intelligent 253genoeg maar ’t is een soort parti pris van exentriciteit 254dat hij quand même doordrijft. Week hij af van ’t gewone 255om een raisonable motief/ best/ maar hier is ’t 256een kwestie van geen moeite doen op zijn werk ook. 257Ik vind het erg beroerd en mag lijden hij goed teregt komt 258maar hij is erg den koers kwijt.
259Nu ik ga deze week nog op Schevening beginnen/ 260ik had wel gewenst ’t eens een extratje 261had kunnen lijden/ dan had ik wat schildergerij 262me aangeschaft_
263Ik ga van een paar teekeningen photographies 264laten maken in cabinet formaat33 of iets 265grooter (om te zien hoe ze in ’t klein zouden 266doen) bij een photograaf die teekeningen 267van ter Meulen/ Duchatel/ Zilcken heeft 268gephotographieerd_34 Hij doet ’t voor 75 cents/ 269dat’s niet duur/ niet waar. Ik zal den zaaier 270en de Veenstekers35 laten doen voorloopig/ 271de een met veel kleinere/ de andere met 1 groot 272figuur. En lukken die/ dan zou ik U later 273'als ik teekeningen had photos kunnen sturen 274om te laten kijken aan Buhot b.v. of hij soms 275dacht ze te kunnen plaatsen. Van die ze dan 276willen/ kunnen ze de teekeningen zelf ter 277reproductie krijgen of kan ik ze overteekenen 278op hun papier.
280schrijf maar weer spoedig. Ik laat die photos maken 281want we moeten voet bij stek houden bij Buhot & Cie/ 282ik moet een beetje zien te verdienen om weer wat nieuws 283te kunnen opzetten en eens wat te schilderen ook want ik 284ben er nu net voor gestemd_
285 »Mauve heeft niet alleen onaangenaamheid gehad met mij36 maar hij heeft om maar iets te noemen ook onaangenaamheid 286gehad met Zilcken. Ik zag nu pas de etsen van Z.37 en daareven bij den photograaf photos naar teek. van Zilcken. Laat mij zelf daar/ 287maar bij dezen verklaar ik niet te begrijpen wat M. tegen Z. heeft in te brengen. Zijn teek. waren goed en geenszins slecht, ’t is wispelturigheid van Mauve.
207 »après tout vind ik niet heel aardig van C.M. dat op mijn schrijven/ waarbij ik de moeite nam twee 208croquis van de teekeningen in kwestie te maken/ zelfs geen syllabe antwoord ontving.38
246Evenmin aardig vind ik ’t van H.G.T. dat hij/ nu ik van mijn kant getracht had ’t ijs te breken/ niet eens aankwam.39 247Dat hij ’t druk heeft is maar laria want dat is hier de reden niet/ ééns in ’t jaar kon hij wel tijd vinden eens te komen.
288Ik voeg nog een half blaadje bij om eens over Brabant 289te praten. Onder de figuren van typen uit het volk die ik 290maakte zijn er verscheiden die een bepaald/ wat 291menigeen zou noemen ouderwetsch/ karakter hebben/ ook 292wat opvatting betreft. b.v. een spitter die meer heeft van 293die welke men op de in hout gesneden bas reliefs der 294gothieke kerkbanken wel eens aantreft dan 295van een teekening van nu_– Zeer dikwijls denk 296ik aan de Brabantsche figuren als mij bijzonder 297sympathiek zijnde.
298Iets wat ik ontzettend graag hebben zou/ 299wat ik ook gevoel dat ik maken kan mits 300onder zekere omstandigheden van geduldig poseeren/ 301is het figuurtje van Pa op een heipad/ 302’t figuur streng geteekend met karakter 303en zooals ik zeg een stuk bruine heigrond waardoor 304een smal wit zandpad en een lucht met wat 305passie aangezet en even uitgedrukt_
306Dan b.v. Pa en Moe gearmd – in een herfst 307entourage – of met een beukeheggetje met dorre 308blaren.
309Ik zou ook ’t figuur van Pa willen hebben 310als ik een boerenbegrafenis maak waar 311ik terdeeg plan op heb/ ofschoon ik er veel 312moeite aan hebben zou.
313Daargelaten minder er toe doende verschillen in 314godsdienstige opvatting is mij het figuur van een 315arm dorpspredikant als type en karakter een 316der meest sympathieke die er bestaan en ik zou 317me zelf niet zijn als ik het niet eens attaqueerde.
318Als ge komt zou ik regt gaarne eens met 319U overleggen hoe te doen betreffende eene reis naar 320ginder_– Ge zult dan wanneer gij b.v. mijn 321teekeningen van weesmannen zien zult wel begrijpen 322wat ik wil en hoe ik het bedoel.
323’t Is mij te doen om een teekening te maken die niet 324precies iedereen begrijpen zal/ het figuur vereenvoudigd/ 325uitgedrukt in ’t essentieele/ met gewilde 326voorbijziening van die details welke tot ’t eigentlijke 327karakter niet hooren en slechts toevallig zijn. ’t moet n.l. b.v. niet zijn ’t portret 328van Pa maar veeleer de type van een arm dorpspredikant 329die een zieke gaat bezoeken. Zoo ook het gearmde paar 330bij den beukenheg/ de type van een man & vrouw 331die met elkaar oud zijn geworden en waar de liefde & trouw 332gebleven is/ veeleer dan de portretten van Pa & Moe/ ofschoon 333die er voor poseeren zullen hoop ik. Alleen zij moeten weten 334dat ’t serieus is/ wat zij uit zichzelf misschien niet 335zien zouden wanneer de gelijkenis niet precies is.
336En zouden er een beetje op voorbereid moeten worden dat 337in geval dit gebeuren mogt zij zóó moeten poseeren als ik 338het stel en niet er aan veranderen. Enfin dat zou wel 339gaan en ik werk zoo langzaam niet dat het voor 340hun een groote moeite zou behoeven te zijn. En ik 341voor mij zou er zeer aan hechten het te doen. 342Het vereenvoudigen der figuren is iets waar ik mij 343zeer mee preoccupeer. Enfin ge zult zelf er eenige zien 344bij de figuren die ik U zal laten kijken. Als ik naar Brabant 345ging/ ’t zou dunkt me moeten zijn zeer zeker geen uitstapje of 346pleizierreisje maar een korten tijd van zeer hard werken 347en bliksemsnel. Van expressie gesproken in een figuur/ 348ik begin hoe langer hoe meer tot de overtuiging te 349komen dat die zit niet zoozeer in de gelaatstrekken dan 350wel in de geheele tournure. Ik vind weinig dingen zoo afschuwelijk 351als de meeste akademische têtes d’expression.– ik kijk liever eens 352naar “de nacht” van Michel Ange40 of een dronkaard van 353Daumier41 of de spitters van Millet42 en die bewuste groote houtsnee 354van hem/ la bergère.–43 of naar een oud paard van Mauve &c.
15 figuurschilderij”. < figuurschilderij.
19 gezelschap”. < gezelschap.
35 temperament” < temperament
202 maar [...] dingen < , maar [...] dingen,
215 was – < was
221 zijn. < is.
273 photos < U photos
285-287 Mauve [...] Mauve. < In the right margin on p. 8 (Zijn [...] gestemd) l. 248-284.
207-208 après [...] ontving. < In the right margin on p. 6 (het derde [...] absurd) l. 170-206.
246-247 Evenmin [...] komen. < In the right margin on p. 7 (Er lag [...] gesproken) l. 209-245.