1r:1
1Waarde Theo,
1*Met een enkel woordje wilde ik U de
2goede ontvangst van Uw brief berigten en
3U er voor bedanken.
4En U zeggen het mij regt hartelijk verheugt dat
5gij omtrent Uw zieke goede berigten zenden
6kondt. Des te beter_
7Er zijn veel liefdes in één liefde – en ’t is weer
8iets heel anders als de vrouw gezond wordt – en
9dat is ook iets heerlijks_– Het doorgaan en volhouden
10is ’t voornaamste/ wie variatie wil moet trouw
11blijven. En wie veel vrouwen wil zien moet
12bij een en dezelfde zich bepalen. De lente vordert
13hier goed.–
14Op ’t moment zit ik in een ergen rommel.
15Ingesloten een krabbeltje/1 in vliegende vaart
16gedaan bij het plaatsen van de bewuste blinden.
17op een vodje papier. Waarom ik het U
18zoo stuur/ onbeteekenend als het is in zijn
19natuurlijken toestand – Omdat ik geloof
20dat gij er één ding duidelijk uit zien zult/
21dat ik nu op mijn atelier een heel ander
22effekt van licht kan krijgen dan het al te
23sterke licht van die 3 groote ramen.
24'Raam 1 is nu (in het krabbeltje) van onderen afgesloten en het
25restant ook nog voor een deel.– lijkt nu de deur
26van een kamertje in een hofje b.v.
27Raam 2 is van boven toe en lijkt
28een venstertje waar de figuurtjes zitten_
29’t Fondsa links is donker want raam 3 is geheel
30digt.
31Denk U ’t verschil tusschen ’t effekt van cru licht dat de
32drie ramen op dit moment geven zouden zonder blinden
33en gij zult genoeg begrijpen hoe men nu
34oneindig beter werken kan. Behalve ’t invallend
35licht kreeg men vroeger een enorme reflexie die alle
36effekten neutraliseerde.
 1v:2
37Dikwijls was ik desperaat als ik b.v.
38een vrouwtje zag scharrelen in een klein vertrek
39en in ’t figuurtje een karakter en iets mysterieus
40was dat absoluut weg ging als ik dat zelfde
41vrouwtje op ’t atelier had.
42Zoo ook was de weesman b.v. veel mooier
43in een donkeren gang dan op mijn atelier.
44En zulks was erg verdrietig en de oppervlakte
45van die 3 ramen zoo groot dat het door schermen
46of bordpapier niet voldoende te temperen was.
47Maar nu ben ik op weg om dat een en
48ander te overwinnen.
49Hoe vormeloos het krabbeltje ook zij/
50het is direkt zoo onder het werken aan
51'de ramen naar de natuur (maar in vliegende haast) gedaan/ en
52zult gij er uit zien dat men leuke
53effekten kan krijgen nu en die zeer
54varieeren. en stuur ik het U liever
55dan dat ik de zaak in woorden
56expliceer.
57Enfin het licht op ’t atelier heb ik nu betrekkelijk
58onder den duim en kan/ als ik in een ander huis
59’t een of ander figuurtje heb opgemerkt/ t’huis het
60betrekkelijk terugvinden als ik let op de
61verlichting en mijn licht daarnaar regel.
62Hoe groot was de kwantiteit licht? Viel het van
63voren/ van achteren/ van regts/ van links/ van
64boven/ van beneden op ’t figuur_
65’k Denk gij er schik in zult hebben als gij eens
66komt_
 1v:3
67De kast is ook best_
68’t Is nog een lastige karwei geweest daar
69de blinden te breed waren voor de
70ramen en ze vertimmerd moesten
71worden.
72Maar ’t is tot zoover klaar en
73nu heb ik mijn volle pleizier pas
74in ’t atelier en is het praktisch
75in harmonie met wat ik zoek.
76Ik krijg misschien later nog
77een kamertje op den zolder bovendien
78– als er weer oud hout is.
79Daar zou een zeer pittoresk en echt
80gevalletje kunnen gemaakt worden.
81Maar dit is bijzaak.
82Maar het atelier is 10 maal beter.
83Nu kost het mij echter wel
84wat meer dan ik gedacht had daar
85er zooveel aan de oude blinden
86moest veranderd worden.
87Daarom wilde ik U vragen/
88aangezien ik op 1 maart iets beloofd
89heb te betalen – als ge kunt/ stuur
90liever een dag vroeger dan een dag
91later.
 1r:4
92’k Wed gij U kunt begrijpen dat het
93atelier gansch en al er door veranderd
94is – o ik vind het zoo heerlijk – ik
95heb er zoo met de handen in ’t haar
96door gezeten omdat ik ’t niet goed
97krijgen kon.
98’k sprak van goede berigten omtrent Uw
99zieke – maar dat zij naar haar land2 terug
100zou willen – zie ik maar half heil
101in – doch zooals gij zegt – voor zij
102beter is valt er weinig over de toekomst te
103zeggen.
104Moge de lente haar goed doen.
105Nu kerel/ ik schrijf in haast en heb
106nog veel te sjouwen – ik ben verbazend
107blij met de verandering van de ramen.
108Voor zoo ver ik oordeelen kan/ voorloopig
109is het doeltreffend. Gij herinnert U toch
110nog wel van Uw bezoek van dezen zomer
111hoe het licht te cru was en niet veranderd
112kon worden. Naar aanleiding van het
113krabbeltje begrijpt ge alligt men nu tot
114in ’t oneindige varieeren kan en effekten
115welke men in kleine huisjes ziet/ terugvinden.
116Wat men dan vóór heeft is dat in de kleine
117huisjes men zijn afstand niet goed nemen
118kan om de figuren te teekenen en op
119’t atelier wel. adieu/ met een
120fermen handdruk_

121t. à t.
122Vincent

123Ik zal van nacht
124waarschijnlijk zelfs wel droomen
125van kerels in zuidwesters en oliejassen
126waar op ’t licht valt/ en
127pikante kantlichtjes die den vorm
128accentueeren doet ontstaan_


24 (in het krabbeltje) < Added later; parentheses added by us.
51 (maar [...] haast) < Added later; parentheses added by us.
top