1r:1
1Dinsdag middag

2Geachte Heer de Zwart,1
3Het doet mij leed U gisteren bij
4mij zijt geweest zonder mij t’huis
5te treffen – ik wist niet U dien dag
6komen zoudt.
7Nu hoor ik van Giesenberg2 dat
8U morgen (Woensdag) naar alle
9gedachten weder hier op den Schenkweg
10komt. Daarom zal ik morgen
11zeker te huis blijven, daar
12ik U over een & ander
13betreffende eene kleine vertimmering &c_
14gaarne spreken wilde.
15Met de meeste achting_

16Uw dr_
17Vincent van Gogh3

 2r:3
 2v:4

top