1*Regt hartelijk dank voor Uw schrijven en 2voor de opgave der door U gevonden houtsneden. 3Naar sommigen ben ik zeer verlangend om ze te zien/ 4vooral de Groux en Lançon_
5Dat gij weer flink aan ’t beter worden zijt verheugt me 6niet weinig. Gij weet/ vóór uw ziekte waren we juist 7nog al druk in correspondentie over de lithographies en 8toen moesten we die correspondentie stoppen_
9Sedert heb ik nog al gesjouwd/ wel niet direkt op steen 10doch evenwel met het lithographisch krijt.
12Als ik ’t nu wat druk maak met schrijven/ houd 13me dit ten goede en zelfs van Uw kant schrijf 14ook maar wat druk want ge moet een beetje 15scha inhalen – ofschoon niet gij zelf doch 16de omstandigheden van Uw ziekte daar de schuld van hebben.
17Dat de Graphics die ik nu heb verbazend interessant 18zijn verzeker ik U. meer dan 10 jaar geleden 19ging ik elke week te London naar de vitrine van de drukkerij 20van de Graphic & London News om de wekelijksche 21uitgaven te zien.1 Indrukken die ik daar op de 22plaats zelf kreeg waren zóó sterk dat de teekeningen 23mij ondanks alles dat sedert over mijn hoofd ging/ 24duidelijk en helder bleven. En nu is ’t me soms 25als of er niets lag tusschen die oude dagen en 26nu – althans ik heb mijn enthousiasme er voor 27van toen nu eer meer dan minder dan oorspronkelijk. 28Ik twijfel geen oogenblik of gij zult ’t U niet 29beklagen als gij ze eens komt kijken.
30Dat gij het Black & White niet beschouwd zoo als de meeste 31Hollanders weet ik en ofschoon ik niet precies weet of 32gij zelf plannen hebt om U van dit middel te bedienen 33om wat gij voelt uit te drukken/ zoo geloof ik toch 34dat gij daaromtrent geen vooringenomenheid hebt althans. 35Het een hoeft het ander niet uit te sluiten en 36in veel gevallen is juist Black & White een middel 37dat het mogelijk maakt in betrekkelijk korten 38tijd effekten op ’t papier te brengen die op andere 39wijs iets van wat men noemt “spontané” verliezen. 40Ik betwijfel of de London sketches – zooals low 41'lodginghouse st Giles van Herkomer,2 Casual ward van Fildes3 –
42niet geschilderd iets minder aangrijpend en karaktervol 43zouden zijn dan in ’t ruwe Black & White.
44Er is iets mannelijks in – iets ruws wat mij sterk aantrekt_ 45Nog iets – de baas van Black & White – is misschien 46iemand die noch gij noch ik kennen_– In compte 47rendus der exposities zie ik melding gemaakt van
1v:2 48het werk van L’Hermitte – een franschman 49die scenes uit het visschersleven in Bretagne maakt/ 50men zegt van hem “he is the Millet and Jules 51Breton in Black & White” en telkens & telkens 52weer komt zijn naam terug.4 Ik wou ik eens iets 53van hem te zien kon krijgen en heb er dezer dagen 54aan mijn broer over geschreven5 die mij wel eens 55meer zeer goede inlichtingen heeft gegeven (b_v. 56over Daumiers geschilderd werk)_
57Met betrekking tot de lithographies/ die van den kerel 58die zijn brood zit te snijden op de mand6 dat is 59eene mislukking. Bij ’t op steen brengen kwam de 60bovenste helft geheel door elkaar gewischt over en 61heb ik ’t slechts gedeeltelijk kunnen verhelpen met het 62grattoir. Toch zult gij zien er dingen in zijn 63die bewijzen men met dit procede krachtig werken kan 64en de stof/ b.v. de mand/ de broek & beslijkte laarzen/ 65uitdrukken. En ofschoon ik de eerste dagen dit 66blad zelf erg leelijk vond/ sedert ben ik er 67meer mee verzoend en als ik eens weer begon 68zou ik op die zelfde meer krachtige wijs – met 69'een fondsa er achter – doorgaan.
70Ik las nog in Herkomers levensschets hoe in zijn 71eersten tijd (toen het voorval met de ruwe schets van 72Sunday at Chelsea Hospital plaats had) hij zijn best 73deed onder de toenmalige artisten zulken te 74vinden die ook die figuren uit het volk wilden maken.7 75Hij vond toen Gregory8 die ’t eerst voor den dag 76kwam met schetsen uit den fransch duitschen 77'oorlog (Paris under the red flag 77a(’k wist eerst niet dit 77bblad van hem was) 78en eene ambulance in ’t lokaal eener komedie) 79en later meer tot scènes aan boord van schepen 80zich bepaalde9 – en Gregory en Herkomer zijn 81sedert altijd vrienden gebleven.
82Nu gij mij zoo schrijft over Uw beter worden 83zoo komen mij de dagen van dezen zomer toen 84ik ook beter werd mij weer te binnen.
85Er is altijd nog iets dat van toen dagteekent dat 86ik U vertellen moet. Misschien heb ik er U ook 87in der tijd over geschreven doch weet het niet precies. 88Herinnert ge U dat toen gij dezen zomer mij 89bezocht wij eene vrouw tegenkwamen van welke 90ik U vertelde zij een model was dat ik gevonden had 91en U ook zei hoe ik gemerkt had zij zwanger was 92en daarom te meer haar trachtte te helpen.
93Kort daarop werd ik zelf ziek. Zij was toen in 94het hospitaal te Leiden en ik kreeg in 95het gasthuis een brief van haar dat zij zoo erg 96in zorg was. Voor dien tijd – gedurende den 97winter toen zij het erg bar had – had ik er aan 98gedaan wat ik kon en nu had ik een grooten 99tweestrijd in mij zelven wat te doen. Kon – 100moest ik helpen – ik was zelf ziek en de 101toekomst zoo donker. Evenwel ik ben eigentlijk 102nog tegen den zin van den dokter opgestaan en 103heb haar bezocht. Ik kwam 1 Julij ll. in het 104hospitaal te Leiden bij haar. Dien nacht was zij 105bevallen van een jongske dat toen naast haar in 106zijn wiegje lag te slapen met zijn klein wijsneusje 107boven ’t dek – niets wetende natuurlijkerwijs van 108wat er in de wereld te koop is_– Een arme scharrelaar 109van een zieken schilder zoo als ik weet er althans 110dingen van die zoo’n kindje niet weet_–
111En wat zou ik nu doen – 111a ik had veel te denken op 111bdat moment. 111Zij had eene zeer 112moeielijke bevalling gehad/ het arme schepsel van 113een moeder_– Zijn er niet momenten in 114’t leven waarin werkeloos blijven of zeggen/ 115wat gaat dat mij aan/ misdadig zijn? 116Althans ik zei tot de vrouw/ Als ge nu beter 117zijt kom dan maar bij mij/ wat ik doen 118kan zal ik doen. Nu amice/ bovendien 119had die vrouw nog een ander kind/ een 120ziekelijk/ verwaarloosd schaap_– Het was eene 121onderneming nog vrij wat meer boven mijn 122kracht eigentlijk dan b.v. het koopen van de 123Graphic maar hoe kon ik anders. Een 124mensch heeft toch een hart in ’t lijf en 125als we niet wat aan durfden dan waren 126we immers ’t leven niet waard. Nu/ 127zij is bij me gekomen – ik ben gaan wonen 128in een huis dat toen nog niet eens geheel 129af was en ik voor betrekkelijk lagen huurprijs 130kon krijgen/ waar ik nog woon/ twee deuren 131verder dan mijn vroeger atelier/ het is No. 138_ 132En wij zijn daar nog. Alleen het kindje 133uit het wiegje van ’t gasthuis slaapt nu niet 134meer zooveel als toen die allereerste dagen.
1r:4 135Het is een alleraardigst/ springlevend ventje 136van nu 7 of 8 maanden geworden. Zijn wiegje 137heb ik in der tijd zelf op mijn schouders van een 138uitdrager gehaald en dat kindje/ het 139was mij den heelen donkeren winter als een licht 140in huis. En de vrouw/ ofschoon zij niet sterk is 141en ondanks dat toch hard werken moet om den 142boel in orde te houden/ is er toch ook sterker door 143geworden. Zoo ziet gij dat terwijl ik tracht in 144de Kunst dieper door te dringen/ ik dit ook in ’t leven 145zelf tracht te doen – zulks gaat zamen_
146Dat het mij niet ontbroken heeft aan onaangenaamheden 147met vroegere vrienden die mij niet meer aankeken/ is 148iets waarover ik niet bijster mij verwonderde_
149Met mijn besten vriend was zulks gelukkig niet het 150geval/ n.l. met mijn broer – want hij en ik 151zijn nog meer vrienden dan broers – en hij zelf 152is iemand die zulke zaken begrijpt en dat niet alleen 153maar zelf ook menigen ongelukkige 154heeft geholpen en helpt. Ik heb er evenwel sommige 155vrienden door verloren maar meer licht en donker in 156mijn eigen huis gekregen en meer een Home 157ofschoon het mij soms is als of ik op een schip was in noodweer 158als de zorgen soms zwaar worden_ Enfin ofschoon ik 159zeer goed weet dat de zee gevaren heeft en men er verdrinken 160kan/ toch houd ik veel van de zee en bij alle hachelijkheid 161van de toekomst heb ik een zekere sereniteit.
162Nu heb ik een groot verlangen om U weer eens te 163spreken en ik wou erg graag dat gij als ’t kon 164eerlang de Graphics eens kwaamt kijken/ maar 165ik schrijf U eens vooraf over de verandering 166in mijn huis omdat ik niet precies weet 167hoe gij over zulke zaken in ’t leven denkt. 168Waren we in de dagen der “Bohême”/ een schilders- 169huisgezin en atelier als ’t mijne zou niets ongewoons 170zijn.10 Heden ten dage echter zijn we zeer ver van 171de oorspronkelijke Bohème en zijn er onder de 172schilders consideraties van fatsoenshalve die 173ik voor mij niet precies begrijp doch zulken die 174ze hebben niet tegen de borst zou willen stuiten.
175Nog eens/ waren we nog in de dagen der Bohême ik zou 176alles op zijn beloop laten maar nu zeg ik U/ amice Rappard/ 177ik woon met eene arme vrouw en twee kinderen zamen/ en 178er zijn er zoo velen die om die en andere reden niet met mij willen 179omgaan dat ik wel dien U dit te zeggen als ik U schrijf/ wilt gij niet 180dezer dagen de Graphics eens komen doorkijken.
181Wat ik U ook nog er bij vertellen moet is dat 182toen voor ’t eerst mijn vader van dit een en ander 183hoorde/ gij begrijpt hij er niet over gesticht was/b of 184liever/ zoo iets van mij niet verwachtende/ niet wist 185wat te denken. Toen evenwel hebben wij elkaar 186weer eens gezien/ wat niet gebeurd was sedert ik 187naar hier ging omdat ik t’huis weggegaan 188was daar er moeielijkheden waren. En toen hij 189nu meer bijzonderheden wist heeft hij het anders 190ingezien dan aanvankelijk. De oneenigheid die 191ik met hem had toen ik t’huis wegging was niet van langen duur/ daar 192reeds voor dat ik met deze vrouw was wij het 193weer opgemaaktc hadden_ Toen heeft sedert 194zelfs mijn vader mij reeds eens bezocht terwijl 195ik met haar woon.
196Maar wat zijn er veel misverstanden in ’t leven 197en wat kon alles veel beter gaan als 198men wat meer zamenwerkte in plaats van 199te twisten.
200o Kerel – ik wou dat er wat meer van de 201Boheme was overgebleven in de maatschappij 202en vooral onder de schilders.
203Gij moet vooral niet meenen dat het om reden 204van de vrouw is dat ze niet bij mij komen/ 205dat is wel één ding doch over ’t algemeen 206is het om reden van het schilderen zelf/ ofschoon 207ik dezen zomer toch ook wel degelijk studies 208geschilderd heb. Enfin den omgang met 209schilders is mij hier bar tegengevallen_ 210Zal dat beter worden???
211Er is een schilder hier onlangs in ’t gekkenhuis 212gekomen – Boks/ een landschapschilder_–11 213Toen hij er nog niet in was/ was het erg 214bezwaarlijk hulp voor hem te krijgen ofschoon 215tijdens eene ziekte hij door Mauve vooral toch nog 216hulp gekregen heeft. Nu hij er in is spreekt ieder over 217hem met veel sympathie en noemt hem erg knap.
2v:6 218onder anderen een persoon12 die hem meermalen 219hulp geweigerd heeft en studies van hem afgewezen/ 220zei onlangs “mooier dan Diaz”/ wat ik wel wat 221overdreven vind. De kerel zelf vertelde mij voor 222een jaar dat hij in der tijd eene medalje kreeg 223in Engeland – die hij voor oud zilver verkocht 224had.– Een ander schilder/ Breitner/ 225met wien ik aanvankelijk wel eens ging teekenen 226op straat en met wien ik zoowat tegelijk in ’t gasthuis 227ben geweest/ is leeraar aan de burgerschool 228geworden ofschoon ik weet hij daar niet veel trek in had.
229Is het een goede tijd voor de schilders??? 230Toen ik hier in stad kwam ging ik op alle 231ateliers waar ik maar komen kon juist om 232omgang te zoeken en vrienden te maken. 233Nu ben ik erg bekoeld op dat punt en 234meen dat juist het een erge 235schaduwzijde heeft/ juist omdat de schilders 236wel hartelijk schijnen doch maar al te dikwijls 237een beentje ligten ook. Dat is ’t fatale. 238men moest elkaar helpen en vertrouwen 239want er zijn in de maatschappij van 240zelf vijandelijkheden genoeg en algemeen 241zou men er beter bij varen als men 242elkaar niet benadeelde. Door ijverzucht 243worden velen er toe gedreven om kwaad te spreken/ 244systematisch.– en wat komt er van – in plaats 245van een groot geheel – een schilderscorps waar 246eendragt magt maakt – kruipt ieder in zijn schulp 247en werkt op zich zelf_– Wie nu haantje de 248voorste zijn maken juist door hun ijverzucht 249een soort woestijn om zich heen en dat is 250iets wat erg ongelukkig is dunkt mij voor hen zelf_ 251Een strijd met schilderijen of teekeningen is goed 252in zekeren zin en billijk althans maar men moest 253niet persoonlijk elkaars vijand worden en zich 254van andere middelen bedienen om te vechten.
255Enfin/ is dit een en ander voor U geen 256bezwaar/ denk er dan eens over om de 257bewuste Graphics te komen zien want ze zijn 258prachtig en ik wou eens met U spreken hoe 259te doen met de dubbelen. want er zijn er 260veel en van de allermooisten/ Last muster 261van Herkomer/13 oude vrouwenhuis/14 low lodging 262house st Giles15 van hem. Emigrants16 en 263BOARD SCHOOL van Frank Hol.17Claxton printing 264van Small/18Barque at sea van Nash/19Old Gate van Fred Walker.20 en zulken die de kern van een houtsnee verzameling zijn.– Enfin 265’t is heel wat. Uit vroegere correspondentie 266begrijp ik genoeg dat gij die niet zoo maar 267zult willen hebben21 ofschoon ik voor mij/ 268mits ge er maar het pleizier in hebt en de 269liefde er voor/ U regt gaarne dat wat ik dubbel 270heb zonder verdere condities zou geven.
271Doch ik weet zeker wij het zoo kunnen 272schikken dat gij over het accepteeren er 273van geen gewetensbezwaar behoeft te hebben 274en daar dit zeker op de een of andere wijs 275kan gevonden worden zoo komt het me 276voor ’t misschien/ juist als ’t met Uw beterschap 277blijft vorderen/ spoedig zou kunnen gebeuren 278wij elkaar eens weder ontmoetten.
279En te meer zou ik ’t wenschelijk vinden 280gij eens kwaamt om reden ik nu juist een 281groot aantal studies van dezen winter bijeen 282heb waarover ik U wel eens zou willen spreken.
283Ik zou U wel reeds vroeger over dit een 284en ander wat ik U nu vertel hebben geschreven 285maar het was mij zelf nog zoo vreemd en 286juist door sommige onaangenaamheden met anderen 287was ik wat ontstemd. En ik schrijf er nu over 288niet omdat ik U beschouw als iemand die bekrompen 289begrippen van het leven heeft en niet omdat ik van 290U geloof gij in ’t geen ik deed iets onbegrijpelijks zult 291vinden/ maar om reden ik het niet rondborstig 292van mij zou vinden als ik U terwijl ik
3v:8 293U vraag/ zoudt ge niet eens die houtsneden kun- 294nen komen kijken? er niet bij vertelde dat het 295in huis bij mij sedert Uw bezoek nog al 296veranderd is en velen om reden van die verandering mij ontwijken 296aen zeer zeker geen voet bij me zouden willen zetten_
297Het atelier is veel ruimer dan mijn vroegere 298maar ik ben altijd in vrees de huisheer 299de huur zal opslaan of huurders vinden 300die meer kunnen betalen dan ik.
301Enfin zoolang ik het houden kan is het een 302heel goed atelier.
303Als gij rekent dat zoo goed als alles wat ik 304van de Graphic had nu dubbelen worden/ zoo 305begrijpt gij het nog al wat is.
306En ik heb hoop om juist van de allereerste 307jaargangen er nog bij te krijgen.
308Ik heb wel eens en illusies en teleurstellingen 309gehad met andere vrouwen en vroeger dacht ik 310niet dat ik zóó teregt zou komen. Maar er 311is in deze vrouw iets treffends voor mij geweest dat zij 312als moeder zoo alleen en verlaten was/ en ik aarzelde 313niet/ en noch toen noch nu meende ik er 314verkeerd aan te doen. Want waar eene vrouw 315moeder is en is verlaten en in nood daar 316moet men niet voorbij loopen mijns inziens. Deze 316ais eene figuur zooals Hol of Fildes ze maakten.
317Mocht het zijn ge eerlang eens kwaamt 318zoo laat Uw bezoek niet te kort zijn. 319De Graphics zijn zóó mooi dat ik geloof het 320U ook terwijl ge nog zwak zijt – mits de reis zelve 321maar niet te veel vermoeijenis zij – (trouwens ik woon 322vlak bij ’t station Rhijnspoor) eene opwekking en 323versterking zou kunnen zijn ze te bekijken. 324Enfin doe zooals ge zult goedvinden_