1r:1
1Waarde Theo
1*Toen ik Uw brief heden morgen las trof het mij zeer
2wat gij schreeft. Dat zijn van die zaken waarvan de wereld
3somtijds zegt “wat hoeft hij zich daarmee te bemoeien”/ en
4toch het is niet zoozeer onze eigen daad dan wel de
5omstandigheden die er ons toe dringen.1 En hebben
6wij eenmaal den toestand begrepen/ kan er een
7medelijden wakker worden zoo grondeloos diep dat
8wij voor ons zelven niet meer aarzelen.
9En bij U – ik meen het zoo is – en wat kan ik
10dan anders zeggen dan dat het mij voorkomt
11wij in dergelijke gevallen onze impulsies moeten
12volgen. Victor Hugo zegt/ Par dessus la raison il y
13a la conscience/2 er zijn dingen die wij voelen
14goed & waar te zijn/ ofschoon van den kant van
15verstand en berekening er veel onverklaarbaars
16en duisters in blijve. En ofschoon nu in de
17maatschappij waarin wij zijn dergelijke handelingen
18worden beschouwd als ondoordacht of roekeloos of
19dwaas of weet ik wat meer – wat zullen wij er
20van zeggen indien ’t nu eenmaal met ons zoo
21gesteld is dat de verborgen krachten van sympathie
22en liefde in ons binnenste wakker geworden zijn_
23En zij het ook dat wij de redeneeringen welke
24de maatschappij gewoon is aan te voeren tegen het
25zich laten leiden door het gevoel en tegen het
26agir par impulsion/ niet door andere redeneeringen
27geheel kunnen overpratena – op overpraten komt
28het ook niet op aan/ en zoo wie het geloof in
29een God heeft behouden hoort soms eene zachte
30stem van het geweten welke men alsdan mischien
31wel doet te volgen met de naiveteit van
32een kind. Zonder er met de wereld over te praten
33meer dan men verhelpen kan.
 1v:2
34Als iemand eene dergelijke ontmoeting heeft/
35het is te voorzien hij er strijd door hebben zal/ ook
36vooral strijd met zich zelf omdat men soms
37letterlijk niet weet wat men doen/ wat men laten
38moet. Doch is dezen strijd en zelfs die vergissingen
39waarin men ook al eens vallen zal niet beter
40en ontwikkelen zij niet meer dan het zich systematisch
41buiten emoties houden. Dit laatste is wat
42in mijn oog veel zoogenaamde esprits forts
43in werkelijkheid esprits faibles maakt.
44Ge hebt mijne sympathie in dezen en
45is het dat/ aangezien ik ook zelf tegenover
46realiteiten sta en U kan vertellen wat mij
47al zoo sedert we er ’t laatst
48over spraken wedervaren is/ het U wenschelijk
49mogt zijn een & ander daaromtrent te vernemen/
50of wilt ge over de toekomst praten of overleggen
51omtrent wat dan ook/ ik ben steeds geheel
52tot Uwe beschikking.
53En dat gij schrijft gij er over denkt eerlang
54naar Holland te komen/ is mij eene zeer
55welkome tijding.
56Volhouden is de groote kwestie bij liefde
57als men eens werkelijk begonnen
58is. Dat is als de liefde beantwoord wordt/ want
59wordt zij gedecideerd niet beantwoord dan is het een geval
60waarin men letterlijk absoluut magteloos wordt_
61Enfin. Ik dank U voor Uw vertrouwen
62en ik ben betrekkelijk gerust omtrent de uitkomst als ik
63er over nadenk. Zoo iets is geen “passie” want er
64is een grondeloos diep medelijden bij in ’t spel.
65En ik geloof ook niet het iets is dat U voor denken over andere
66dingen ongeschikt maakt/ integendeel/ zoo iets heeft een ernstig
67karakter dat alle faculteiten opwekt en versterkt en de  1v:3
68energie vermeerderen kan veeleer dan dat ze er op
69verminderen zou. Zoodat ge ’t me ten goede houden
70zult ik nog een en ander over de teekeningen
71zeg. Dat gij den oudenmannekop3 “echt” vondt
72doet me zeer veel pleizier – het model
73is fameus echt/ ik heb er nog meer van
74hem. Heden een die ik geteekend heb met
75lith_ krijt.4 Toen kwakte ik een emmer water
76over de teekening en begon in het kletsnatte
77te modeleeren met ’t penseel. Daardoor
78krijgt men zeer fijne toonen als het
79gelukt want het is een gevaarlijke manier die wel
80eens verkeerd kan uitkomen ook. Maar als het lukt
81'heeft men een resultaat erg “non ébarbé”/5
82fijne toonen van zwart die nog ’t meest op eau forte
83gelijken. Zoo heb ik een vrouwenkop ook tegen het
84licht in/ dus in toon met kantlichtjes op ’t profil &c.6
85GIJ HEBT IMMERS HET TWEEDE ROLLETJE OOK
86ONTVANGEN WAARIN NOG 5 KOPPEN
87'WAREN (van hier verzonden meen ik 5 of 6 Januarij) – behalve de twee eersten.7
88Als gij die wat bij U hebt/ geloof ik gij er hetzelfde
89in zult vinden als in de twee eersten want er moet
90iets van de natuur in zijn daar ik ze bepaald
91ontworstel aan de natuur en van ’t begin tot ’t eind
92naar het model werk. Ik heb er een groot verlangen naar
93om U de studies te laten zien – niet omdat ik over mijn eigen
94werk content ben doch omdat ik/ ofschoon ik er lang niet
95tevreden over ben/ toch er in zie dat het in wording
96is en er zich vanzelf iets uit ontwikkelen zal dat
97eenig karakter zal hebben. ’tGeen me hier ’t meest
98trof toen ik in stad kwam was b.v. de Geest en die
99buurten. En zoo zachtjes aan krijgt het corps –
100doch – wat een sjouwerij om zoo iets ten einde
101te brengen.
 1r:4
102Ik zag heden photo’s naar teekeningen van Barnard/
103figuren uit Dickens waarvan ik de oorspronkelijke teekeningen
104in der tijd te Londen zag.8 Er is een kracht in als in Nicolaas
105Maas b.v. doch een geheel modern gevoel en opvatting_
106Zoo iets kan mij zoo warm maken en is mij daarom
107zoo opwekkend omdat ik mij modellen van hier
108voorstel zoo als zij/ op die wijs geteekend/ voordoen zouden
109en dan natuurlijkerwijs tot mij zelven zeg/ vooruit!
110en voortwerken tot we het Black & White onder den duim
111hebben. In de kunst en in de liefde is overeenstemming/
112het is een geslingerd worden tusschen “je l’ai depuis
113'longtemps” en “je ne l’aurai jamais”/ zooals Michelet
114het uitdrukt.9 Zoo gaat men van melancolie tot entrain
115en enthousiasme en zal dit steeds blijven en de
116slingeringen alleen sterker worden. Victor Hugo
117spreekt van “comme un phare à éclipse”10 en
118zoo is het er ook al mee.
119Als het is dat gij mijn schrijven van 5 of 6
120Januarij nog ontvangen hebt met het tweede rolletje zoo zult
121ge U daaruit herinneren ik reeds toen à court was. En nu
122heden had ik huishuur te betalen en 3 modellen
123die ik had moeten laten wachten en moest absoluut
124verschillende teekenbehoeften hebben ook. Ik werk zeer druk
125tegenwoordig en ik mag niet stoppen maar
126de modellen vreten me letterlijk de ooren van ’t lijf.
127Enfin het zou erg/ erg wenschelijk zijn ik eens een
128buitenkansje kon hebben_ Zou het kunnen? Ik schroom
129het te vragen omdat gij mij nu juist dit een en ander
130geschreven hebt en ik zoozeer begrijp hoe gij zelf
131er zorgen door hebt/ welke ik respecteer en
132medegevoel. Doch het is met mij zoo dat ik juist door
133maar steeds door te werken wat ten achter gekomen
134ben en ik als ik ’t geld ontvang direkt er meer dan
135de helft van moest geven. ik kan niet zuiniger leven dan
136wij doen/ wat te bezuinigen was/ we hebben het bezuinigd maar
137het werk breidt zich uit nu juist vooral in de laatste weken en
138ik kan het haast niet baas meer/ d.i_ de kosten die er aan
139verbonden zijn. Zou er mogelijkheid op zijn ik binnen kort
140nog wat ontving. Ik geloof ge het begrijpen zult als gij de
141studies ziet. Enfin, vergeef het mij dat ik er over spreek
142maar ik kan moeielijk anders. Ik ben met de dagelijksche
143uitgaven ten achter geraakt en dat maakt dat ik telkens
144de laatste dagen van de 10 absoluut à sec ben. In elk geval/
145schrijf spoedig en houd U van mijne sympathie met betrekking
146tot ’t geen waarover gij schreeft ten volle verzekerd, adieu kerel/ een handdruk
147in gedachten_

147*t. à t.
147*Vincent


81 ébarbé”, < ébarbé
87 (van [...] Januarij) < Added later; parentheses added by us.
113 “je ne < je ne
top