1r:1
1Beste broer,
2Hierbij zend ik U nog eenige
3studies.1 En ziehier eene gedachte
4die mij dezer dagen in ’t hoofd was.
5Indien het zijn mogt dat het U niet
6verveelt dergelijke schetsen te zien zoo
7zou ik vinden dat het wel goed zou
8zijn dat ik U eens in eene kleine
9portefeuille een 60tal schetsen b.v.
10zond_ Gij zoudt die dan op
11Uw kamer op Uw gemak eens
12kunnen doorkijken. En het
13zou vóór hebben dat gij dan/
14tegen dat gij vroeger of later
15eens komt/ het een & ander
16dat ik in ’t oude jaar maakte
17zoudt hebben bekeken. Wij zouden
18anders die studies zoo
19erg gehaast moeten doorloopen/
20als gij maar zoo kort komen zoudt_
 1v:2
21Doch indien ’t ook U goed
22zou voorkomen ze eens van
23te voren door te kijken & ik
24ze dus dezer dagen zenden zou/
25dan mag ik er wel op rekenen/
26niet waar/ dat ge ze dezen
27zomer b.v. weer mee terug
28brengt want ik zal er later
29naar moeten werken.
30Mijn volgend werk hangt gedeeltelijk
31van ’t bij elkaar blijven der
32studies af. Enfin – misschien
33zal het U amuseeren – want
34b.v. bij de weesmannetjes zijn
35sommigen misschien nog al typig.
36Enfin, laat mij dit eens
37mogen vernemen.
 1v:3
38Daar ik met Nieuwejaar nog enkele
39dingen moest betalen zoo ben ik
40eigentlijk reeds nu zonder geld/ althans
41mij resteert zeer weinig_ Tracht als
42’t kan eer voor dan na den tienden
43te zenden & ge zult me verpligten_
44adieu kerel, ik hoop dat
45de schetsen min of meer
46in Uw smaak zullen vallen_
47Met een handdruk_

48t. à t.
49Vincent

50De bewuste teekeningen die
51ik U zou willen zenden zijn
52dito figuren als de lithographies,
53van allerlei – mannen/ vrouwen/
54kinderen_2


top