Back to site

297 To Theo van Gogh. The Hague, Sunday, 31 December 1882 and Tuesday, 2 January 1883.

metadata
No. 297 (Brieven 1990 298, Complete Letters 256)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: The Hague, Sunday, 31 December 1882 and Tuesday, 2 January 1883

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. nos. b278 a-b V/1962

Date
Van Gogh writes ‘It’s New Year’s Eve’ (l. 2) and resumes writing the letter on ‘2 January’ (l. 89), so it dates from Sunday, 31 December 1882 and Tuesday, 2 January 1883.

Ongoing topic
Consignment of lithographic paper from Buhot with explanatory information (280)

original text
 1r:1
Waarde Theo,
Het is oudejaarsavond en ik heb zoo’n trek nog een woordje met U te praten. Toen ik mijn vorigen brief schreef sprak ik U over groote koppen die ik onderhanden had.– Ik was toen juist bezig met het nemen van eene proef waarvan ik U het aanvankelijk resultaat kan mededeelen, daar ik juist eergisteren, gisteren en heden modellen gehad heb voor twee teekeningen.
Toen ik de lithographies maakte trof het mij dat het lithographisch krijt zeer prettig werkt, en ik dacht er over om er teekeningen mee te maken.
Het heeft echter een bezwaar dat gij voelen zult – doordat het vet is kan men het niet op de gewone manier uitwisschen – op papier werkende er mee verliest men zelfs grootendeels het eenige waar men op den steen zelf mee uitwisschen kan, n.l. het grattoir – dat op ’t papier niet krachtig genoeg gebruikt kan worden daar men er door heen gaat.
Maar ik was op de gedachte gekomen om eerst eene teekening te maken met timmermanspotlood en dan daarin en daaroverheen te werken met lith. krijt, daar dit (om reden van de vetheid van het materiaal) op potlood vat – wat gewoon krijt niet doet – althans slecht. De schets op die wijs hebbende, kan men met vaste hand het lith. krijt inwerken waar het noodig is, zonder veel te behoeven te zoeken of uit te wisschen. Dus maakte ik mijn teekeningen tamelijk ver af met het potlood, eigentlijk zoover als mij daarmee maar eenigzins mogelijk was. Toen fixeerde ik ze en maakte ze dof met melk. En toen weer er overheen geteekend met lith. krijt, waar de grootste krachten zaten, die nog hier & daar versterkt met een penseel of pen met noir de bougie,1 en in de lichtpartijen gewerkt met witte dekverf.
 1v:2
Nu heb ik op die wijs eene teekening van een oud man die zit te lezen, met licht dat op het kale hoofd, de hand en het boek valt.2
En eene tweede, een kop van een geblesseerde met een doek om het hoofd.
Het model dat ik daarvoor gehad heb had werkelijk eene wond in ’t hoofd en een verband op het linkeroog. Net een kop van een soldaat der oude garde op den terugtogt uit Rusland b.v.3
Als ik nu deze twee koppen vergelijk bij de anderen die ik maakte is er een groot verschil in de kracht van het effekt.
Zoodat ik de hoop heb teekeningen op deze wijs gemaakt zich prêteeren zullen gereproduceerd te worden door het procede dat gij mij beschreven hebt.–
In geval het door U gezonden papier geen absoluut vereischte is voor de reproductie vooral.
En is dit vereischte zoo zoude ik met die zelfde ingredienten op het grijze papier dunkt me eer een beter dan een slechter effekt krijgen. Toen ik hetgeen Buhot op ’t eene staaltje gekrabbeld had bekeek, zag ik direkt het zwart zeer diep was van toon en ik kan me begrijpen zulks voor reproductie waar de photogr.a en galvanoplastiek4 in ’t spel is, bepaald vereischte is.
 1v:3
Zoodat ik dadelijk gezocht heb welk zwart ik zou kunnen gebruiken, toch mijn gewone manier van schetsen houdende.
Eerst probeerde ik met inkt doch dat voldeed me niet maar ik geloof dat op die manier met lith. krijt de effekten beter zullen zijn.
Enfin ik schrijf hierover niet om het U lastig te maken in Uw drukke dagen, ik heb er geen haast mee en zelfs is ’t me zeer welkom ik nog een tijd heb om verder te zoeken.
Doch ik schrijf het U opdat ge weten zoudt dat ik met hart & ziel er op aan ’t sjouwen ben om het goed & bruikbaar te krijgen.
Dat wat men noemt Black & White is eigentlijk Schilderen met zwart. schilderen in dit opzigt dat men in eene teekening de diepte van effekt, de rijkheid van toonschakeering brenge welke in een schilderij behoort te zijn. Gij hebt onlangs eens en teregt gezegd dat ieder kolorist zijn eigenaardige kleurengamma heeft.
Dit is ook in ’t Black & White het geval. en toch is het in den grond een en ’t zelfde. men moet kunnen gaan van de hoogste lichten tot de diepste schaduwen en wel met een paar eenvoudige ingredienten.
Sommige teekenaars hebben een zenuwachtige manier van doen die maakt dat hun techniek iets van het eigenaardige van den klank eener viool heeft – b.v. Lemud, Daumier, Lançon – anderen, b.v. Gavarni en Bodmer, doen meer aan pianospel denken. Komt U dit ook zoo voor. Millet is misschien een plegtig orgel.

 1r:4
2 Januarij
Tot zoo ver schreef ik op Oudejaar, ik hoopte Uw brief zou zijn gekomen. Als gij nog niet geschreven hebt, toe doe het dan want ik heb niets meer. Doch gij zult het erg druk hebben. Ik heb sedert nog weer eenige schetsen met het lith. krijt gemaakt, het werkt haast net zoo prettig als of men schildert, en men kan er een groote kracht & diepte van zwart mee krijgen. Ik ben wel zeer verlangend U weer te spreken, ik heb zooveel plannen – die wel niet allen zullen kunnen verwezentlijkt worden – maar die toch ook niet geheel en al mislukken zullen.– En dienaangaande ik heb eigentlijk zoo weinig tijd om er over door te denken en ik ben zoo weinig op de hoogte der toestanden om zelf te kunnen beslissen over de uitvoerbaarheid, dat ik er zoo behoefte aan hebben zou er eens met U over te spreken. Vooral, laat het U niet ongerust maken dat ik dit jaar nog niets verkoopbaars maakte – gij hebt dit zelf wel eens tot mij gezegd en als ik het nu zeg dan doe ik zulks omdat ik in ’t verschiet een paar dingen bereikbaar zie die ik vroeger niet zag.– Ik denk wel eens terug aan een jaar geleden toen ik hier in stad kwam – ik had mij voorgesteld dat de schilders hier een soort kring of vereeniging vormden waar warmte en hartelijkheid en een zekere eensgezindheid heerschten.– Dit lag voor mij in den aard der zaak en ik wist niet dat het anders kon zijn.
Ik zou ook de gedachten die ik daaromtrent had toen ik hier kwam niet willen verliezen ook al moet ik ze wijzigen en onderscheid maken tusschen wat is en wat zou kunnen zijn. Ik zou niet gelooven kunnen dat het een natuurlijken toestand is dat er zooveel koelheid en oneenigheid bestaat. Hoe komt het??? ik weet het niet – en ik ben er ook niet toe geroepen om dit te onderzoeken maar ik stel mij zelf wel tot principe dat ik voor mij zelf twee dingen laten moet, het eerste is dat men niet moet twisten – en in plaats van dat, zoeken naar vrede te bevorderen, voor anderen zoowel als voor zich zelf. En het andere dat men moet laten mijns inziens, is in de maatschappij iets anders te willen zijn dan schilder als men schilder is – men moet als schilder daarlaten andere maatschappelijke ambities en niet meedoen met hetgeen de lui die in ’t Voorhout, Willemspark &c. wonen, uitvoeren.5 Want in de oude, berookte, donkere ateliers was eene gezelligheid en iets echts dat oneindig veel beter was dan ’t geen er voor in de plaats dreigt te komen.
Als ’t zoo zijn mogt dat gij als ge weer komen zult vooruitgang ziet in mijn werk, dan zou mijn verlangen zijn het mogelijk ware op de zelfde wijs voort te gaan als tot nog toe.– Dat namelijk ik stillekens  2r:5 voortwerken kan zonder mij met iemand anders te bemoeijen. Als er brood in huis is en ik wat in den zak heb om modellen te nemen, wat wil ik dan meer.– Mijn pleizier is in het beter worden van mijn werk – en dat absorbeert mij meer en meer. Nu kerel, als ge nog niet geschreven hebt schrijf dan spoedig, ik ben nog al in verlegenheid.
Nogmaals in het nieuwe jaar U  2v:6 het beste toegewenscht. Van ’t huis ontving ik een goeden brief.–
adieu, met een handdruk.

t. à t.
Vincent

translation
 1r:1
My dear Theo,
It’s New Year’s Eve and I feel so much like having another word with you. When I wrote my last letter I spoke to you about large heads that I was working on. I was carrying out an experiment at the time, the first results of which I can now report to you, since the day before yesterday, yesterday and today I’ve had models for two drawings.
When I made the lithographs, I was struck by the fact that the lithographic crayon was very pleasant to work with, and I thought of making drawings with it.
It has one drawback, though, which you’ll understand — it’s greasy, so one can’t rub it out in the normal way. Working with it on paper, one mostly has to do without the only thing that one can use to erase on the stone itself, namely the scraper, which can’t be used with enough force on the paper because it goes through it.
But I had the idea of first doing a drawing in carpenter’s pencil and then working in and over it with lithographic crayon, because (owing to the greasiness of the material) it takes on pencil, whereas ordinary crayon does not, or only poorly. Having done the sketch in this way, one can confidently work in the lithographic crayon where necessary without having to search or rub out a lot. So I went quite a long way towards finishing my drawings in pencil, as far in fact as I possibly could with it. Then I fixed them and made them matt with milk. And then drew over them again in lithographic crayon, where the greatest strengths were, reinforcing them here and there with a brush or pen with lampblack,1 and working with white body-colour in the light passages.  1v:2
Now I have a drawing of an old man sitting reading done in this way, with light that falls on the bald head, the hand and the book.2
And a second one, a head of an injured man with a bandage.
The model I had for that one really did have an injury to his head and a bandage on his left eye. Just like the head of a soldier of the old guard in the retreat from Russia, say.3
When I compare these two heads with the others I’ve done, there’s a big difference in the strength of the effect.
So I have hopes that drawings done in this way will be suitable for reproduction using the process you’ve described to me.
Especially if the paper you sent isn’t absolutely essential for reproduction.
And if it’s essential, then I believe that I would sooner get a better effect than a worse one with the same ingredients on the grey paper. When I looked at what Buhot had scratched on the one sample, I saw right away that the black was of a very deep tone, and I can understand that this is really essential for reproduction, where photogravure and galvanoplasty are involved.4  1v:3
So I immediately tried to see which black I could use, while still sketching in my normal way.
I tried ink first, but I wasn’t satisfied with that, although I believe that in that way the effects will be better with lithographic crayon.
Well, I’m not writing about this in order to bother you in the midst of your busy days. I’m not in a hurry, and in fact it would be very welcome if I have some more time to investigate further.
But I’m writing this to you so that you’ll know that I’m toiling away heart and soul to get it good and usable.
What people call Black and White is actually Painting in black. Painting in the sense that one puts into a drawing the depth of effect and the rich gradations of tone that a painting should have. You rightly said not long ago that every colourist has an individual colour spectrum.
This is also the case with Black and White. Yet fundamentally it’s one and the same. One must be able to go from the highest lights to the deepest shadows, and do so with a few simple ingredients.
Some draughtsmen have a nervous manner that gives their technique something of the singularity of the sound a violin makes, such as Lemud, Daumier, Lançon. Others, like Gavarni and Bodmer, are more reminiscent of the piano. Is this how it seems to you? Millet is perhaps a solemn organ.

 1r:4
2 January
That’s as far as I got on New Year’s Eve, I was hoping your letter would have arrived. If you haven’t yet written, please do so, for I have nothing left. But you must be very busy. I’ve now done some more sketches in lithographic crayon. It’s almost as nice to work with as paint, and one can get a great strength and depth of black with it. I’m really yearning to speak to you again, I have so many plans — not all of which will be implemented, but not all of which will fail either. And with respect to them, I really have so little time to think things through and I have too little idea of how things stand to be able to decide on their feasibility myself, so I greatly need to discuss them with you. Above all, don’t be concerned that I haven’t yet done anything saleable this year — you’ve sometimes said that to me yourself, and if I now say it I do so because I see a few things being attainable in future which I didn’t see before. I sometimes think back to a few years ago when I came to this city. I imagined that the painters here would form a sort of circle or society in which warmth and open-heartedness and a certain unity would prevail. To me this was in the nature of things, and I didn’t know that it could be different.
I wouldn’t like to give up the ideas about this that I had when I came here, even if I have to modify them and make a distinction between what is and what could be. I can’t believe that it’s a natural state of affairs to have so much coolness and discord. What is the cause??? I don’t know, and I’m not called on to investigate this, but I for one make it my principle not to do two things. The first is that one shouldn’t get into disputes; instead one should try to foster peace, both for others and for oneself. And the other thing one shouldn’t do, in my opinion, is try to be something in society other than a painter if one is a painter. As a painter, one must leave aside other social ambitions and not produce the same thing as the fellows who live in Voorhout and Willemspark &c.5 For in the old, smoke-stained, dark studios there was an intimacy and something real that was infinitely better than what’s threatening to take its place.
Should you see progress in my work when you come again, then I would like to be able to continue in the same way as hitherto. Namely, that I can quietly  2r:5 carry on working without bothering about other people. As long as there’s bread in the house and I have a little in my pocket to pay for models, what more could I want? My enjoyment lies in my work getting better — and that absorbs me more and more. Now, old chap, if you haven’t yet written, write soon. I’m rather hard up.
Again, my best wishes for the New Year.  2v:6 I received a good letter from home.
Adieu, with a handshake.

Ever yours,
Vincent
notes
1. Lampblack contains a fine-grained, deep black pigment.
2. This drawing of an old man reading is not known. It cannot be Man reading a book (F 1001 / JH 278) since that shows not the slightest trace of lithographic crayon. See cat. Otterlo 1970, p. 32, cat. no. 90. On working with lithographic crayon and fixing with milk: cat. Amsterdam 1996, pp. 26-29.
3. This is probably Head of a man with a pipe and bandaged eye (F 1004 / JH 289 ), whose technique corresponds with that described here by Van Gogh: a – detailed – pencil drawing, gone over with black lithographic crayon, a grey wash and pen in black ink.
It is unlikely to be Old man in his Sunday best with an eye patch (F 1003 / JH 285 ) because the man in that is shown ‘in Sunday clothes with a Sunday patch over his blind eye’ (letter 354). He also makes a different impression from ‘an injured man with a bandage’ who brings to mind ‘a soldier of the old guard in the retreat from Russia’ (ll. 39-40).
a. Read: ‘photogravure’.
4. Means: ‘making duplicates by electroplating metal onto a mould of an object, then removing the mould’, now known as ‘electrotyping’. Cf. for the application of this Georg Ludwig von Krek, Die Galvanoplastik für industrielle und künstlerische Zwecke. Frankfurt am Main 1867.
5. Voorhout and Willemspark in The Hague were where painters lived in some style, with elegant studios in their villas.