1r:1
1Waarde Theo,
1*Zooeven ontvang ik Uw aanget. brief en dank er U regt
2hartelijk voor. Waar ik mee beginnen wil is dit. Hierbij
3een blad uit Xmas No 1883 van de Graphic.
4Lees het eens aandachtig/ ’t is de moeite wel waard.
5Wat een kolossale inrigting niet waar/ wat een enorm
6debiet.1
7Dit gezegd/ wat dan nog meer?–
8’t Volgende o.a. Hubert Herkomer’s woorden2 contrasteeren
9zonderling met die van de Graphic redactie.
10De laatste spreekt van “on referring to our books we
11find that besides our professional artists we have no less
12than Two thousand seven hundred & thirty friends
13scattered over the world/ sending us sketches or elaborate
14drawings.”3
15HH spreekt van: “DEARTH OF GOOD
16DRAUGHTSMEN”_4
17En in ’t algemeen zijn zijn woorden lijnregt
18het tegenovergestelde van die der uitgevers van
19’t Xmas nummer in kwestie – ’t geheel een
20resultaat gevende in dezen vorm.
21Graphic uitgevers zeggen “all right_
22H.H. zegt “all wrong_
23Zie nu nog op pag. 4 van ’t blad dat ik zend iets
24treffends: The G. when strong enough to walk
25alone, rented one house and began to print
26with six machines.
27Hiervoor heb ik alle respect/ hier voel ik iets heiligs/
28iets nobels/ iets subliems. Ik kijk nu die
29groep groote artisten aan5 en denk aan het
30mistige London en het gescharrel in die kleine
31inrigting. Meer nog in mijn verbeelding zie ik
32de teekenaars in hun diverse ateliers met enthousiasme
33van de beste soort hun werk beginnen.
 1v:2
34Ik zie Millais met het eerste No van de
35Graphic naar Chs Dickens toeloopen_
36Dickens was toen aan den avond van
37zijn leven/ had toen een verlamming
38aan den voet/ liep met een soort kruk_
39Millais zegt terwijl hij Hem de teekening
40van Luke Fildes laat zien/ Homeless &
41Hungry – arme lui & vagabonden voor
42een nachtverblijf – Millais zegt tot Dickens/
43geef hem Uw Edwin Drood te illustreeren &
44Dickens zegt “best”.6
45Edwin Drood was ’t laatste werk van Dickens
46en Luke Fildes/ door die kleine illustraties
47in contact met D. gekomen/ komt in zijn
48kamer den dag van zijn dood – ziet
49zijn leegen stoel staan en zoo
50komt het dat een der oude Nos van
51Graphic bevat die treffende teekening

52THE EMPTY CHAIR.7

53Empty chairs – er zijn er velen/
54er zullen er nog meer komen en
55vroeger of later zullen in plaats van Herkomer/
56Luke Fildes/ Frank Holl/ William Small &c_
57slechts blijven Empty chairs.
58En toch zullen steeds de uitgevers en handelaars/
59niet luisterende naar eene profetie als die
60van H.H./ in dergelijke woorden als in bijgaand  1v:3
61blad ons verzekeren dat alles wel is en
62we sterk aan ’t vooruitgaan zijn_
63Wat zijn ze hard van hart/ wat vergissen
64ze zich evenwel indien ze meenen ze
65’t iedereen kunnen wijsmaken dat
66grandeur materielle opweegt
67tegen grandeur morale en
68dat zonder die laatste iets goeds kan
69gedaan worden.8
70Zooals ’t is met Graphic zoo is ’t met
71meer/ met veel meer andere dingen
72op ’t gebied van kunst.
73Grandeur morale vermindert/ grandeur
74materielle komt
75in de plaats.
76Of nu de gewenschte verandering komen zal?
77mij dunkt dat moet ieder voor zich zelf overdenken
78maar de oude vergelijking spreekt van een
79breeden weg die op desolatie uitkomt/ van
80een smallen die tot een ander resultaat leidde.9
81Graphic begon den smallen weg/ is
82nu op den breeden overgegaan.
83Ik zag heden morgen het laatste nummer/ er
84was ± niets goeds in/ ik haalde uit een
85troep scheurpapier bij een boekenjood dezen morgen
86een oud gescheurd vuil nummer van 1873
87en bewaar er haast alles uit_10
 1r:4
88Doch ik voor mij – que faire?
89Een paar jaar geleden wandelde ik met Rappard buiten
90Brussel op een plek die ze la Vallee Josaphat noemen/ een
91buurt waar Roelofs o.a_ woont.11 Toen was daar een zandgroef
92waar spitters aan ’t werk waren – er waren vrouwtjes die
93molsla12 zochten/ een boertje was aan ’t zaaien –
94wij keken naar dat alles en ik was toen half desperaat:
95zal ’t me ooit lukken dat wat ik zoo mooi vind te maken?
96Nu ben ik niet meer zoo desperaat/ die boertjes en
97vrouwtjes kan ik nu beter raken dan toen en met
98geduldig voortwerken kan ik komen tot wat ik wilde/ in
99zekeren zin_
100Maar loodzwaar drukt mij den gang der zaken
101en het is niet met pleizier en enthousiasme dat
102ik denk aan de tijdschriften. De Graphic vergeet
103te zeggen dat velen uit het groepje artisten er voor beginnen
104te bedanken hun werk te geven/ meer en meer zich
105retireeren_– Waarom? omdat een schilder
106werkt om iets goeds te doen en iets eerlijks
107in zijn hart heeft dat al die grootheid afschuwelijk
108vind. Wat zal ik nog meer zeggen –
109nog eens herhalen “que faire!
110Natuurlijk voortgaan met werken doch als met
111een donkere toekomst.
112Hier te s’Hage – er zijn knappe groote mannen/
113ik wil dit graag erkennen/ maar in veel opzigten/
114wat is het een ellendigen toestand_ Wat al intrigue/
115twist/ jalousie. En in de persoonlijkheid der rijk wordende
116artisten die met Mesdag aan ’t hoofd den toon geven/
117ook onmiskenbaar iets van een remplacement van
118grandeur morale door grandeur matérielle.
119Ik begin in mij zelf te voelen dat als ik b.v. naar
120Engeland ging/ demarches deed regts of links/ ik wel degelijk
121kans zou hebben een plaats te vinden_
122Hiertoe te komen was mijn ideaal/ was en is ook après tout
123nu nog dat wat mij prikkelde om de enorme eerste moeielijkheden
124te boven te komen_ – – – Maar het hart word me zwaar
125soms bij tijden als ik denk aan den gang der zaken – mijn
126pleizier gaat er af. Ik heb wel lust om mijn best te doen op mijn teekeningen
127maar al die redacties en zich daar te presenteeren/ bah! ik griezel er van.–
 2r:5
128Ge vraagt naar mijn gezondheid, dat van verl. zomer is werkelijk geheel weg
129maar ik ben wat gedrukt tegenwoordig/ dat gepaard gaat met
130weer andere momenten/ wanneer ik wat voorspoed heb met ’t werk/ dat
131ik zeer opgewekt ben/ zoodat ik het een soort iets vind als van een
132soldaat die zich niet t’huis voelt in den provoosta en bij zich
133zelf redeneert/ waarom moet ik hier in de kastb zitten terwijl
134ik in ’t gelid beter op mijn plaats ware_
135Ik bedoel/ mij drukt iets/ daar ik een kracht in mij
136voel die door de omstandigheden niet zoo zich ontwikkelen
137kan als anders en dit heeft ten gevolge dat ik dikwijls
138miserable ben. Een soort inwendigen strijd
139over wat ik doen moet. Niet zoo makkelijk op te lossen
140als aanvankelijk wel schijnen mogt.–
141Ik wou dat ik eene betrekking had waar ik door
142vooruit kwam – veel betrekkingen die mogelijk
143binnen mijn bereik zouden liggen zouden mij tot iets
144heel anders leiden dan wat ik bedoel.
145Die liggen buiten mijn bereik want ofschoon
146men aanvankelijk misschien mij nemen zou/ men
147zou me er niet op den duur goed voor vinden.
147aMen zou me mijn congé geven en ik zou ’t ook zelf nemen als bij Goupil.
148Ik bedoel/ men zou actualiteiten vergen/ dingen
149van den dag, weet ik wat, voor welke iemand als
150Adrien Marie of Godefroid Durand13 zich
151perfect prêteert. Ik begin hoe langer hoe
152duidelijker te zien dat de illustraties meegaan met
153den oppervlakkigen stroom en ik
154geloof dat ’t hun niet te doen is om zoo goed te zijn
155als pligt ware. Neen – de bladen vullen met
156dingen die hun noch geld noch moeite kosten/ nu en
157dan eens een goed ding geven/ op goedkoope machinale
158manier gemaakt evenwel/ verder zooveel mogelijk
159geld er van in den zak steken.
160Deze handelwijs vind ik niet verstandig/ ik geloof men
161er door failliet gaat en bitter berouw er over hebben
162zal op ’t allerlaatste eindje/ nog heel ver weg.– doch dit neemt niet weg de zaken zijn zoo als
163ze zijn. Zich vernieuwen – men denkt er niet aan.
164Gesteld Graphic/ illustration/ Vie moderne publiceert
165een nummer waar flaauwe zoutelooze dingen in
166'staan_– Toch gaan er zoo- en zooveel karrevrachten
167en scheepsladingen van weg – de managers wrijven
168'zich in de handen en zeggen, “Zóó gaat het net zoo goed/  2v:6
169'geen haan kraait er naar/ ze slikken ’t toch”.
170Jawel maar als de heeren managers hun uitgaven
171konden naloopen en bijwonen hoe duizenden
172het blad gretig opnemen en als ze het weer
173neerleggen onwillekeurig iets van onvoldaanheid
174en teleurstelling voelen – misschien zouden
175ze dan wat bekoelen in hun duveljagen.c
176Dit is echter geenszins ’t geval en zooals ge in ’t
177verslag van Graphic ziet/ het ontbreekt niet aan zelfvertrouwen.
178Intusschen dringen zich lui als employés in die
179niet zouden opgedokt zijn in den moeielijken maar
180nobelen tijd. Wat Zola noemt triomphe de
181la médiocreté14 heeft plaats. ploerten/ nietsbeteekenenden
182komen in plaats van werkers/ denkers/ artisten/ en men merkt het niet eens op.
183’t Publiek – ja aan den eenen kant is
184’t malcontent doch evenwel materieele
185grootheid vind ook een applaudissement/
186doch – vergeet niet dat dit slechts een
187stroovuurtje is en wie applaudisseeren
188het maar doen meestal van wege ’t een relletje
189is geworden. In den lendemain de fête
190zal er een leegte en stilte zijn en onverschilligheid
191na al dat lawaai.
192De Graphic zal Types of beauty (Groote vrouwenkoppen) geven/ zegt dit
193prospectus/15 zeker tot remplacement van Heads of the
194people van Herkomer/ Small & Ridley_16
195Goed/ maar sommige lui zullen de Types of
196beauty niet admireeren en met melankolie
197denken aan de oude Heads of the people. (welke serie gestaakt
197ais.–)
198De Graphic zegt ze zullen Chromos!!!17
199maken. Geef ons ’t atelier van
200Swain terug_
201Zie Theo, kerel het gaat me aan ’t hart/  2v:7
202de boel loopt verkeerd.
203Hoor eens/ ik zou ’t me de hoogste eer gerekend
204hebben/ een ideaal/ mee te werken aan
205wat de Graphic begonnen is_– Wat Dickens
206was als schrijver/ wat de Household edition van
207zijn werk was als uitgaaf/18 iets dergelijks was
208dat sublieme begin van de Graphic.
209En nu/ alles weg – nog eens/ ’t materieele
210in plaats van ’t morale.
211Weet ge wat ik vind van ’t blad dat ik U stuur_
212’t is net zoo’n manier van praten als b.v.
213Obach/ de manager van G&C. te London er op
214nahoudt. En dat heeft succes – ja
215dat heeft succes/ ja daar wordt naar geluisterd
216en dat gaat op. Weet ge kerel/ hoe ik die
217manier van praten in dit blaadje Graphic vind_
218het is iets als Mesdag’s redenatie over ’t panorama
219in der tijd.– Ik heb respect voor werken/
220ik veracht noch Obach noch Mesdag maar
221er zijn dingen die ik oneindig hooger
222stel dan dat soort van energie.
223Ik wou iets beknopters/ iets eenvoudigers/ iets
224degelijkers/ ik wou meer ziel en meer liefde
225en meer hart.
226Dat ik er niet tegen in schreeuwen wil of kan/
227dat ik er niet me tegen verzetten wil/ geloof
228dat gerust. Alleen het maakt me bedroefd/
229het neemt mijn pleizier weg/ het maakt me van
230streek en ik weet voor mij zelf niet meer wat ik doen
231of laten moet.
 2r:8
232Wat mij soms bedroefd maakt is dit – vroeger toen
233ik begon dacht ik/ als ik maar zoo of zoo ver ben dan
234zal ik hier of daar geplaatst worden en ik zal op een
235regten weg zijn en door ’t leven komen_
236Nu echter komt iets anders opdokken en vrees of
237liever verwacht ik in plaats van een werkkring
238een soort provoost – ik verwacht dingen
239als: ja dit en dat in Uw werk is wel goed (ik
240betwijfel of men zulks meent) doch ge begrijpt
241zulk werk als gij maakt is onbruikbaar/ we moeten
242hebben actualiteiten (vide19 Graphic/ we print
243on the Saturday what happened on the Thursday)_20
244Zie Theo, kerel – ik kan geen
245TYPES OF BEAUTY maken – ik
246doe wel mijn best voor HEADS OF
247THE PEOPLE. Zie Theo, ik zou
248willen doen als zij die de Graphic begonnen (ofschoon ik mijzelf niet hun’s gelijke
248areken)/
249n.l. een kerel of wijf of kind van de straat halen
250en dat maken in mijn atelier – doch
251neen, maar ze zouden vragen “kunt ge
252chromos maken bij elektrisch licht”_21
253Enfin – in plaats van te doen te hebben
254met een zienswijs/ een gevoelen/ een doel
255als dat van Dickens (zulks was de Graphic oorspronkelijk)
256'staat men voor een ziens- & denkwijs als die
257van Obach. Zulks maakt me bedroefd
258en dan voel ik me magteloos.
259Zelf iets ondernemen kan alleen als men belangstelling
260en medewerking vindt. Dit brengt ons op een ander terrein_
261Neem me niet kwalijk als ik U mijn gedachten schrijf
262en zal blijven schrijven. Als gij geen tijd tot schrijven hebt
263en er niet direkt op antwoordt zoo weet ge in elk geval wat
264er in me omgaat als we elkaar eens weer ontmoeten
265en misschien vinden we een begaanbaren weg.
266Dit blad Graphic vond ik eene daadzaak waardoor men
267duidelijker zeggen kan wat men bedoelt en daarom schrijf ik voorloopig dit. Met een
268handdruk in gedachten_

268*t. à t.
268*Vincent.


101-102 dat ik denk < kan ik denken
166 zoo- < zoo
168 goed, < goed”
169 toch”. < toch
248-248 a (ofschoon [...] reken) < Added later; parentheses added by us.
256 ziens- < ziens
top