Juist terwijl ik op weg was naar de drukkerij1 kom ik den brievenbesteller tegen die me Uw brief geeft. Ontvang mijn regt hartelijken dank voor Uwe propositie waarover ik zoo aanstonds schrijf. Eerst wilde ik U zeggen dat ik nu aan mijn vierden steen ben, en U hierbij zend afdrukken van de drie welke gij niet hebt;2 twee daarvan zal ik nog retoucheeren, n.l. de spitter en de koffijdrinker. laatstgenoemde deed als teekening3 veel beter. In de lith. heb ik autogr. inkt gebruikt welke niet goed overgebragt is en het snelle dat in de teekening was is er veel uitgegaan. Ook was er meer leven in het zwart doordat de hachurea de rigting & vorm der plooien veel meer uitdrukte. Nu, datzelfde is ook met den spitter4 ’t geval doch in dit blad is in ’t algemeen, ofschoon ik meer verschil van toon gewild had, een zekere kracht & ruwheid gekomen die in overeenstemming is met ’t karakter van ’t figuur. Nu ben ik doende om er iets op te vinden om het nieuwe procede (het transporteeren van een teek. op papier) te combineeren met het oude (’t werken direkt op den steen zelf).
Ge herinnert U die teekening Worn out,5 die heb ik dezer dagen op nieuw gemaakt, tot driemaal toe6 met twee modellen en zal er nog meer op sjouwen. Voorloopig heb ik er één die t’motief van een vijfden steen zal zijn, en dus voorstelt een oud werkman die zit te peinzen met de elbogen op de knieen en ’t hoofd (ditmaal een kale kruin) in de handen. Dit een en ander over de lithographies zeg ik om U te toonen dat ik er veel ambitie in heb, dat dus Uw voorstel met betrekking tot het weggeraakte geld mij hoogst welkom is.7
De brief is nog niet teregt gekomen en bevatte een biljet van vijftig francs. Voorloopig echter laat ons nog wachten, er wordt naar onderzocht. Ik heb den man van de drukkerij het ongeluk verteld en die is me tot heden genoeg genegen om me niet te presseeren met de kosten der steenen. Trouwens die steenen zijn in zijn handen en loopt hij geen risico of zeer weinig. Dus wat betreft Uw voorstel – in geval van nood zou ik er gaarne van gebruik maken en is het mij een
1v:3 steun in den rug en durf ik een paar stappen verder gaan doch misschien is het niet noodig en komt de brief teregt. Eene aansporing om er dubbel mijn best op te doen is het zeer zeker en om U een bewijs te geven dat ik er nog al sjouwerij aan heb, den spitter teekende ik in 12 verschillende standen en ben nog zoekende naar beter.
Het is een fameus mooi model, een echte veteraan spitter. Verl. Zondag had ik v.d. Weele, schilder en tevens leeraar in ’t teekenen aan de H. Burgerschool alhier,8 bij me en die zag de verschillende teekeningen van Weesmannen en spoorde me aan een groote compositie er van te maken, wat ik nog te vroeg zou vinden evenwel, ik moet nog meer studies hebben. de Koffijdrinker is er een van.
Hierbij nog een houtsnee naar Frank Hol.9 Dit brengt me op ’t geen ge zegt omtrent die partij tijdschriften welke ge gekocht hebt.
Ik feliciteer U daarmee. 70-76 is net de mooie periode, voor de Engelschen althans vooral.10 Toen was de Black & White11 in vollen bloei en kracht. Mij dunkt er moeten prachtige dingen bij zijn.
’k Zal U zeggen waarom ’t me ook bijzonder veel waard is kracht te zetten achter de lithographies. Indien ik gedaan kan krijgen dat ik een aantal goede steenen bijeen krijg (er zal er wel eens een mislukken ook!) zoo stelt me dit in staat te solliciteeren naar werk, ook b.v. in Engeland. ’t Spreekt van zelf men meer kans heeft op reussite als men, b.v. door epreuves van lith. te zenden, direkt werk kan toonen dan wanneer men met woorden alleen moet scharrelen. Teekeningen zenden is geen zaakb daar ze ligt verloren kunnen gaan. Dit nieuwe procede stelt me in staat te werken voor eene lithographische drukkerij ver weg, zonder steenen te expedieeren te hebben. Ik heb vandaag juist een nieuw soort inkt en een nieuw soort krijt (Kopal krijt)12 me aangeschaft er voor.
mijn adres is Schenkweg No 136 tegenwoordig.13 Ik wil graag Uw opinie hebben over deze epreuves die ik zend. Is ’t me mogelijk nog fouten te verhelpen zoo zal ik het graag doen. Toch moet men voorzigtig zijn als ’t er eenmaal op staat en heeft niet alles in zijn magt. ’k geloof dat de nieuwe Worn out U wel eenigzins bevallen zou – ik hoop morgen den steen er van te attaqueeren.
Nu, mijn papier is vol – meen niet, ofschoon ik uitsluitend over zaken schreef, Uwe ongesteldheid me niet schelen kan. Integendeel geeft het me te meer te denken daar ik dezen zomer ook kou gevat had, ook tamelijk sterke koorts had en – en – ik alleen maar hoop dat ’t niet hetzelfde is evenwel. Quoi qu’il en soit, van harte U beterschap toegewenscht & geloof me, met een handdruk