2Tegelijk met dezen brief ontvangt ge 3de eerste epreuves van eene lith. Spitter 4en van eene lith. Koffijdrinker.1
5Zeer gaarne verneem ik den indruk die ze 6U geven zullen zoodra mogelijk.
7Ik ben voornemens ze nog te retoucheeren 8op den steen en wilde daarbij wel 9eens Uwe opinie hebben_
10De teekeningen waren mooier/2 11vooral op den Spitter had ik veel gesjouwd/ 12nu zijn door ’t transporteerena & drukken 13verschillende dingen verloren gegaan_ 14Doch wat ik van deze drukken 15vind is dat er iets ruws en ongegeneerds 16in zit wat ik er ook in wilde hebben/ 17’t geen me betrekkelijk verzoent met het 18verloren gaan van dingen die in de teekening 19waren.
20De teekening was niet alleen gedaan met 21lith. krijt doch bovendien de krachten 22versterkt door autographische inkt_
23Nu heeft de steen die autogr. inkt slechts ten 24deele gepakt & we weten niet precies 25waar dit aan toe te schrijven is/ 26waarschijnlijk aan het water waarmee ik 27ze aangemaakt heb.
28In elk geval heb ik er door gezien ’t daar waar 29’t gepakt heeft flinke krachten van zwart 30geeft waarmee ik later hoop ik gelukkiger zal 31zijn. Dan – als de drukker tijd heeft gaan 32we proeven nemen met een soort lavisb er 33over te brengen onder ’t drukken en 34zullen verschillende soorten van papier 35probeeren en verschillende soorten van 36drukinkt.
37Ik hoop dat deze twee steenen nog verbeteren 38zullen door de retouche naar de beide 39studies/ direkt naar ’t model gemaakt/ welke 40ik nog heb.
41’t Is me eindelijk eens overkomen 42dat een schilder bij me geweest is/ n.l. 43Van der Weele/ die me op straat staande 44hield en bij wien ik ook eens geweest 45ben.3 Ik heb wel hoop hij ook eens 46dit procede van lith. zal beproeven_ 47ik wou hij er twee ploegen welke 48'hij heeft/ geschilderde studies (een morgen- & avond effekt)/4 49mee deed/ en een ossenkar op de hei_5 50Die kerel heeft verscheiden mooie dingen 51op zijn atelier_–
52Hij wou dat ik van mijn talrijke studies 53Weesmannen iets composeeren zou 54doch ik voel me nog niet klaar_
55Ge weet/ ik schreef U over eene serie 56Spitters/6 nu ziet ge daar ook eens een 57blad uit.
58Van den brief nog geen nieuws/ 59hier weet men niets aan ’t postkantoor 60er van en gooit het op Parijs.
61Toen Uw laatsten brief kwam had ik 62doordat ik zoo lang gewacht had er op 63er direkt zooveel van te betalen dat 64er weinig overschoot.7 Evenwel ik 65heb toch op nieuw deze beide proeven met 66de lith. genomen al waren er kosten 67aan/ omdat ik vooral in moeielijke tijden 68in ’t werk nog ’t meeste heil zie en wil 69vechten om er bovenop te komen_
70Vandaag of morgen zal echter mijn 71geld op zijn. Is het U mogelijk iets te 72doen zoo doe het – kan het niet dan 73is dit buiten Uw en mijn schuld – doch 74het zouden harde dagen zijn. Enfin 75quand même zoolang we kunnen 76het hart hoog houden/8 zoo hoog we 77kunnen en zoo lang we kunnen/ boven 78de melankolie of verslapping.
79Er is hier een volksblad de Zwaluw genaamd/ uitgave 80Elsevier Rotterdam/ gesteund door Maatschappij Nut v. ’t 81algemeen.9 Ik heb dezer dagen wel eens er aan 82gedacht of die niet b.v. zoo’n spitter zouden 83kunnen gebruiken. Maandelijks 1 blad. 84Doch ’t zou me een reis n. Rotterdam kosten10 85en ik vrees zoo zeer t’huis te komen met 86de boodschap: Het gaat te slap/ we nemen niets 87&c. Bovendien/ ik zou dit liever niet 88dan wel doen daar ik veel liever langer 89werk tot er een flinke serie zou mogelijk zijn_ 90Doch ik peins er al op om reden ik soms 91bar verlegen ben om er wat bij te verdienen. 92Que faire?
93Ook als ge geen geld hebt, kerel, schrijf toch 94want ik heb Uw sympathie noodig en 95die is me niet minder steun dan het 96geld. Het rolletje lith_ waarin Sorrow 97was & den brief daarbij hebt ge hoop ik 98ontvangen_11 ik schrijf ’t nog eens om zeker 99te zijn/ niet omdat ik reeds antwoord 100gewacht had.
101Het weer is zeer koud hier geweest; van 102daag erg donker grijs en triestig/ dat echter 103wel weer een ruw aspect van non ébarbé12 104aan de dingen geeft.
105à Dieu/ van harte het beste 106U toegewenscht en een handdruk 107in gedachten/ geloof me steeds
110In de teekening van den Koffijdrinker 111was het zwart veel meer gebroken door 112de rigting van de 113hachure.c Dit is nu dof geworden 114ongelukkigerwijs – maar welligt te redresseeren.
48 geschilderde studies < Added later; possibly intended to be read in the following parentheses.