In afwachting van nadere informatie betreffende het procedé heb ik met behulp van den drukker van Smulders1 eene lithographie gemaakt waarvan ik bij dezen ’t genoegen heb U den allereersten afdruk te zenden.2
Deze lithographie heb ik geteekend op een stuk geprepareerd papier, waarschijnlijk ’tzelfde waarover Buhot U sprak.
Intusschen verlang ik zeer dat papier van de Vie Moderne te vergelijken bij ’t geen ik van Smulders kocht. Het is bij S. zeer duur, f. 1.75 per vel, maar werkt wel prettig.3
Ge ziet, dit blad heb ik gekrabbeld zoo eenvoudig mogelijk – mogt er iets in zijn dat aan de oude lithographieen herinnert uit het tijdvak toen voor dezen tak van kunst meer animo was in ’t algemeen dan nu, zoo ben ik content.
Ik kan voor een gulden of 5 100 afdrukken krijgen en voor iets meer den steen in eigendom. Is dit de moeite waard dunkt U. Ik zou dolgraag er meer maken. Bij voorbeeld eene serie van een dertigtal figuren.
1v:2 Doch in zake van drukken of zoo moet ik eerst Uw gedachte weten. Dit alleen zou ik er flink van vinden, Indien wij zonder er iemand in te mengen een serie van een dertigtal bladen – niet gepeuterd maar Sabréa – konden laten kijken, welke we voor eigen rekening hadden laten drukken, zoo zou dit ons meer aplomb geven bij de lui die we later zullen moeten aanklampen, n.l. de directies der tijdschriften.
Maar gij ziet in de affaires helderder dan ik en bij gelegenheid spreken we er wel eens over.
Vooral, geef me al die informatie die ge krijgen kunt omtrent ’t procede. Waarop moet men werken met autographische inkt.– Kan al wat met autographische inkt geteekend is, gedrukt worden? &c.
Daar komt net model – een baanveger van ’t Bezuidenhout4 – dus met een handdruk,
t. à t.
Vincent
Als ’t eenigzins mogelijk is, stuur me niet later dan den tienden want ik heb hier nog een extra uitgaaf aan gehad voor een & ander.
Ik voeg hier nog een woordje bij.– Me dunkt Buhot b.v. zal U nog duidelijker een & ander doeltreffends over manier van doen kunnen zeggen met dit blad in handen. Ik zou ’t zoo bijzonder aardig vinden als het eens lukken mogt.
Wat honderd maal zwaarder weegt dan ’t procedé bij mij is de teekeningen zelf. Ik werk zoo druk met model als mijn portemonnaie mij maar eenigzins toelaat want ge begrijpt, men moet amunitie hebben in den vorm van studies wil men op den duur, als men eenmaal aan den gang gaat om te illustreeren, aan den gang blijven. En daaruit komen ook meer importante dingen voort.
Dit dus kan ik niet genoeg zeggen, Van meer belang is het dat ik teekeningen in voorraad maak dan mij haast of jagt om emplooi te vinden, ofschoon zulks me hoogst welkom zou zijn.
Maar indien men niet grif accepteert dan is er niets verkeken en ik geloof ik later met nog meer teekeningen in voorraad een beter resultaat zou kunnen krijgen.
Ook daarom omdat ’t me niet verwonderen zou de behoefte aan teekenaars zich nog meer openbaren zal.
Het spijt me erg dat ik niet vroeger van dit procedé kennis heb gehad. Ik heb te Brussel nog moeite gedaan toen ik er was om bij de lithografen daar gebruikt te worden maar werd overal teruggestuurd. Ik vroeg daar om ander werk dan dit & ’t was mij te doen om maar iets van lithographie te zien en te leeren vooral.5 Doch zulken waren niet noodig. Simonneau & Toovey6 waren nog het minst weigerachtig, ze zeiden ze hadden weinig pleizier gehad van jongelui die ze hadden willen vormen en het was zoo slap dat ze personeel genoeg hadden. Ik sprak daar nog over de bladen van de Groux en Rops en ze zeiden, ja maar zulke teekenaars waren er tegenwoordig niet meer. De impressie van een en
1r:4 ander wat ik daar en in andere etablissementen hoorde, was dat de lithographie druk aan ’t uitsterven was.7
Deze nieuwe inventie echter van dat papier bewijst evenwel dat men schijnt te willen herleven.8 Wat is er veel moois in lithographie gemaakt, Charlet, Raffet, Lemud, behalve de anderen waarover we ’t laatst hadden.
Ik heb gisteren avond weer met nieuw pleizier de Gavarnis bekeken.
Ik hoop dat ge in deze proef ziet ik wel lust heb om mijn best te doen iets te maken. Ik schreef U immers hoe ik tot deze kwam9 – naar aanleiding van dat ik Smulders vertelde wat ge me schreeft over dat papier en dat hij zeide dat hij er nog wat van had.
Hij scheen een beetje verwonderd dat een paar uur nadat ik ’t bij hem genomen had ik met de teekening terugkwam.
Wilt ge soms nog een afdruk met grooter marge.
Daar net heb ik nog twee spitters geteekend.10 Was dit formaat te groot – maar ik geloof haast niet dat ’t te groot is daar ’t nog al krachtig geteekend is – zoo zou ik, vooral als ik meer weet van de manier waarop men iets uitwisschen kan op dat papier, de teekeningen wel op 1/2 of 1/3 verkleinen zonder het accurate te verliezen – nl. door middel van kwadraten.11 Enfin dat zouden we wel vinden. Tegelijk ziet ge in dit blad een van de studies zoo als ik er meer heb en waarover ik U schreef.12