2*ten zeerste interesseert mij het artikel van Herkomer/ 3waarvoor mijn hartelijken dank. Sedert de ontvangst er van ben 4ik er zeer mede vervuld & hoop wel dat ik voor mij zelf nut 5zal trekken uit wat hij zegt.
6Zal zijn discours begrepen worden – ziedaar iets wat ik 7betwijfel – ik vrees dat over ’t algemeen hij zal worden 8misverstaan en velen consequenties zullen trekken uit 9zijn woorden/ door hem zelf niet bedoeld.
10’t Geen hij zegt vind ik door & door waar/ op zijn 11plaats en ernstig, alleen ik herhaal/ men moet 12eeniger mate op de hoogte zijn der zaak – meer dan 13'de meesten – om niet een gevolg te trekken uit zijn 14discours dat verkeerd zou zijn.
15Menigeen zou ’t ten onregte zoo opvatten dat 16Herkomer de amerikanen & de school van Small 17verwerpt en veroordeelt en zulks is m.i_ geenszins ’t geval. 18Hij spreekt van decadence & niet zonder reden_
19hij wijst op de daadzaak dat de verdienste van menige 20houtgravure voornamelijk toekomt aan den houtgraveur 21en niet aan den teekenaar_ Wijst dus op de verslapping 22der teekenaars/ vindt die onuitstaanbaar & 23fataal_– Ik vind dit volkomen waar_– 24Vergelijk b.v. dat blad van Ridley/ 25The miner/1 dat ge me schreeft onlangs gevonden te 26hebben/ bij de groote types of beauty die de 27Graphic later leverde/2 of neem een ander blad 28van Ridley/ de kinderkamer van een gasthuis/ 29dat ik heb/ sober & streng gegraveerd door Swain/3 30'en men voelt dan die dingen welke ik door 31'personen die voor eerste kenners doorgaan 32heb hooren ligt achten met een “nu ja/ dat’s 33de ouderwetsche manier” – en dan komen we 34op t’geen HH4 zeggen wil. Die oude manier 35van graveeren/ die doorwrochte eerlijke onopgeschroefde 36teekening is verreweg de beste.
37Herkomer zegt – pas op/ laat dat niet verloren 38gaan/ mist de kunst dat dan heeft de kunst een méningite 39of ruggemergstering.5 Maar toch geloof ik niet dat hij 40Small zelf en Chs Green b.v. en meer anderen veroordeelt – 41ik ken reproducties van teekeningen van Herkomer, b.v_ Bavarian sketches/6 42op diezelfde manier gedaan.
43Maar b.v. de uitdeeling van turfkaartjes 44in Ierland van Caton Woodville7 of the 45Xmas in olden times van Howard Pyle8 46zal Herkomer niet afkeuren ofschoon 47Caton Woodv. en H. Pyle beiden wel 48eens voor die nieuwere manier van illustreeren 49hebben gewerkt en “the marginline” overschreden.9
50Van eerstgenoemde C.W. vindt ik het jammer 51dat hij de enorm groote militaire dingen gemaakt heeft/10 52hoe knap ook op zich zelf/ en liever zie ik zijn 53bladen in den trant van de turfmarkt_ 54Bovendien denk ik bij ’t discours tegen Harper/ 55tegen de Amerikanen/ aan Chs Dickens.
56Die heeft tegen hen gesproken/ zie chuzzlewit &c./ 57en heeft later/ ziende dat men uit zijn woorden 58verkeerde consequenties maakte, als kon er uit 59Amerika niets goeds zijn, in de latere uitgaven 60van Chuzzlewit eene voorrede geplaatst 61waarin hij zijn andere impressies over Amerika 62mededeelt en zijn 63ervaringen op zijn tweede reis naar Amerika. 64Zie als ge ’t hebt er Forsters life of Chs D. 65eens op na en gij zult zien/ duidelijker dan 66in mijn woorden/ wat ik bedoel.11
67Dus met betrekking tot de Amerikanen en 68de hedendaagsche houtgraveurs/ laat ons 69niet te snel veroordeelen en denken aan 70het oude woord 71'“opdat ge met het onkruid de tarwe niet uittrekt.”12 72Zijn verwijt tegen de Graphic/ tegen de uitgevers in ’t 73algemeen is voorwaar niet ten onpas. Pleasing/ 74Saleable,13 zijn woorden voor mij afschuwelijk_1v:3 75En ik heb nooit een handelaar ontmoet 76die daarvan niet doortrokken was en 77’t is een pest. De kunst heeft geen erger 78vijanden ofschoon de managers der groote kunstzaken 79den naam hebben van zich verdienstelijk te maken 80door ’t protegeeren der artisten.
81Ze doen het niet goed – wel zijn de zaken zoo dat/ 82’t publiek bij hen komende/ niet bij de artisten zelf/ de 83artisten er toe gebragt worden om tot hen de toevlugt 84te nemen – doch er is geen enkel artist die 85niet uitgesproken of stilgehouden een klagt tegen hen 86in ’t hart heeft. Zij vleijen ’t publiek in zijn 87slechtste en meest barbaarsche neigingen en wansmaak. 88Suffit_– Wat U en mij aangaat uit ’t discours 89van H.H. is/ Teeken streng/ wees serieus/ 90wees eerlijk.
91Hoor eens/ dezen laatsten brief van U en de impressie die 92de energieke woorden van HH op U zoowel als op 93mij maakten/ doet mij te meer er naar verlangen 94dat we wat meer van elkaars werk mogten zien_ 95Het trof mij op de laatste prachtige 96tentoonstelling van Pictura14 dat/ ofschoon Israels/ Mauve 97Maris/ Neuhuys/ Weissenbruch15 en veel anderen natuurlijk 98zich zelven bleven/ in hun volgelingen men 99ook decadence16 ziet & niet vooruitgang bespeuren kan 100indien men niet hen op zich zelf beschouwt doch 101in verband met een tentoonstelling van 102die dagen/ in welke de Sommités van tegenwoordig 103rising men waren. De rising men van 104nu zijn niet wat de rising men van 105het vorige geslacht waren_– Meer effekt/ 106minder gehalte tegenwoordig.17 Ik schreef ’t U reeds meer dan 107eens/ ook in de persoonlijkheden zelf der rising men 108van nu zie ik onderscheid. Ge weet het zelf en 109ondervindt het zelf/ gij en ik worden door hen beschouwd 110als een soort mauvais coucheurs18 en nulliteiten en 111vooral worden we zwaar op de hand & vervelend gevonden in ons werk 112en in onze personen.
113En geloof me dat zoo wie de sommités van tegenwoordig 114als menschen zoowel als artisten gezien heeft 10 jaren 115geleden – toen ze allen veel armer waren – ze 116hebben die laatste 10 jaar enorm verdiend – regretteert 117die dagen van 10 jaar terug.
118Ik herhaal bij deze gelegenheid mijn felicitatie met 119Uw weigering op Arti_19 Indien gij in den tegenwoordigen 120stand der zaken opgang maaktet zou ik minder 121respect en sympathie voor U hebben dan nu. 122Ik zie duidelijk en klaar dat gij en ik wel 123degelijk heel wat mooier werk zullen leveren 124dan nu en ons tegenwoordig werk niet slecht 125is_ Voor ons zelf moeten we streng blijven 126en er kracht achter zetten doch er is geen 127enkele reden om zich te laten decourageeren 128of van streek brengen door ’t geen zulken zeggen 129van ons werk die meenen een betere 130rigting te kennen dan wij die datgene maken 131of trachten te maken wat ons in ’t huiselijk leven 132of op straat of in ’t gasthuis &c. treft.
133Indien gij wist wat b.v. de Groux heeft uitgestaan 134van critiek en kwaadwilligheid zoo zoudt ge versteld 135staan.20 Wij moeten ons geen illusies maken 136doch ons voorbereiden op niet begrepen te worden/ 137veracht en beschondena en onder dat alles/ 138ook als ’t nog veel erger zal zijn dan nu/ 139zullen we toch moed en warmte moeten 140behouden. Ik geloof we er ons goed bij bevinden 141zullen onze attentie gevestigd te houden op ’t werk 142en de mannen van vroeger/ n.l. een 20/ 30 jaar 143vroeger/ willen we niet dat met regt 144van ons gezegd zal worden later – en ook Rappard 145en Vincent kunnen geteld worden onder de lui 146van de decadence. Dit woord is streng/ 147ik meen het ten volle en ik voor mij zal stil mijn 148weggetje gaan zonder veel notitie te nemen van de school 149van nu. adieu/ met een handdruk_