2Met een enkel woord berigt ik U de goede ontvangst van 3Uw brief/ voor den inhoud er van dank ik U hartelijk.
4Deze laatste dagen heb ik haast niet anders gedaan 5als aquarel. Ingesloten een krabbeltje van een groote_1 6 Ge herinnert U misschien wel in ’t begin van de 7Spuistraat het kantoor van de Staatsloterij van Mooiman.2 8 Ik kwam daar op een regenachtigen morgen voorbij 9toen eene menigte menschen daar stonden te wachten 10om loterijbriefjes te halen. Het waren meestendeels 11oude vrouwtjes en van die soort van menschen 12waarvan men niet weet te zeggen wat ze doen 13of hoe ze leven maar die toch blijkbaar heel wat 14scharrelen & tobben en zich bewegen in de wereld. 15Natuurlijkerwijs is oppervlakkig beschouwd zoo’n 16troepje luidjes die blijkbaar zooveel 17belang stellen in “Heden trekking”3 iets wat U 18en mij haast doet lagchen/ in dit opzigt 19dat de loterij U en mij niet in 20’t minst schelen kan_
21Maar het groepje lui – en hun expressie 22van wachten – trof mij – en terwijl ik 23het maakte kreeg het voor mij een grootere/ 24diepere beteekenis dan in ’t eerste oogenblik. 25Dan wordt het dunkt mij meer beteekenisvol als 26men er in ziet – de armen en het geld_ 27Zoo is ’t trouwens met haast alle 28figuurgroepen/ men moet er wel eens over 29doordenken eer men inziet waar men voor 30staat – de nieuwsgierigheid en illusie over de loterij 31schijnt ons min of meer kinderachtig – maar het wordt 32ernstig als men denkt aan de oppositie van misere 33en dat soort van efforts de perdus van de stakkers om door 34een loterijbriefje te nemen/ betaald met hun uit den mond gespaarde centen/ 35mogelijk/ zooals zij zich verbeelden/ gered te worden.
36Wat hier ook van zij/ ik heb er een groote aquarel 37van op touw.
38En ben bovendien bezig aan een van een 39kerkbank4 die ik zag in een kleena kerkje op de 40Geest waar de diakonie mannetjes gaan5 41(men noemt ze hier zeer expressief WEESmannen 41aen weesvrouwen).–6 42Het gaat er zoo mee dat/ weer eens druk aan 43’t teekenen zijnde/ ik soms denk/ er is toch niets 44zoo prettig als teekenen.
45Dit is een stuk uit dat brok banken, er zijn nog 46andere koppen op den achtergrond van mannen.7
47Zulke dingen zijn echter moeielijk en zullen 48zoo in eens niet lukken. Het gelukken is soms 49’t eindresultaat van een heele serie mislukkingen. 50Van weesmannen gesproken – ik werd in ’t schrijven 51van dezen gestoord door de komst van mijn model.
52En ik heb tot den donker met hem gewerkt – met 53een groote oude overjas aan waardoor hij een curieus breed figuur kreeg – ik geloof dat 54gij wel schik zoudt hebben misschien in deze 55'collectie weesmannen in hun zondags- & werkpak. 56Dan pakte ik hem ook nog eens zittende 57met een pijpje.8 Hij heeft een aardigen kalen 58'kop – groote ooren (NB. Doove) [sketch B] en witte bakkebaarden_9
59Deze krabbeling maakte ik half in den donker – toch zult ge er 60zoo ten naasten bij misschien de compositie in zien kunnen – als ’t eenmaal 61in elkaar staat is zoo iets er gaauw op te krabbelen – om het in elkaar 62te zetten was minder makkelijk – en ik zeg niet dat het in elkaar staat 63zoo als ik ’t hebben wilde. Ik zou wel lust hebben het te schilderen 64met figuren van ± de lengte van een voet, of iets minder/ 65de compositie dan nog iets meer in de breedte.
66Ik weet echter niet of ik het doen zal, ik zou er een 67groot doek voor moeten hebben en mislukt het mij/ 68zijn er misschien al heel wat kosten aan geweest. 69Ik denk er bij – ofschoon ik er veel lust in hebben 70zou – ik van zelf tot die dingen kom/ door- 71gaande met types van figuren te maken. 72Dan vloeit het uit de studies naar ’t model 73vanzelf later voort ’t zij in dezen ’t zij in een 74anderen vorm doch in ’t zelfde sentiment.
75Hoe langer hoe meer begin ik te merken hoe nuttig en 76hoog noodig het is de studies naar ’t model te bewaren, 77ofschoon die voor anderen minder waarde hebben/ ziet wie 78ze gemaakt heeft er ’t model in terug en staan de dingen 79weer levendig voor den geest. Als er eens gelegenheid 80is denk dan om mij wat van die oude studies terug te 81sturen. Ik hoop er gaande weg mooier dingen mede te maken_ 82’t Spreekt van zelf dat er in die groep figuren waarvan ik een zwart 83krabbeltje U stuur prachtige dingen van kleur waren/ blaauwe kielen 84en bruine buizen/b witte/ zwarte/ geelachtige arbeidersbroeken/ verkleurde 85châles/ een groenachtig geworden overjas/ witte mutsen en 86zwarte hooge hoeden/ slikkerige straatsteenen en laarzen als contrast 87voor bleeke gezigten of door weer & wind verweerde_– En daar 88komt schilderen of aquarelleeren bij te pas. Enfin ik sjouw er op_ 89Ik reken er op dat ge nog eens schrijft, niet waar/ 90doch nogmaals dank voor de tijdige zending van het geld, 91dat om krachtig door te gaan hoog noodig is.
92adieu kerel, ontvang een hartelijken handdruk 93in gedachten & geloof me