1r:1
1Amice Rappard,
2Het doet me genoegen U bijgaande houtsneden
3te kunnen zenden_– Ge zult zien echter dat
4ook deze wat gehavend zijn op de vouwen, dat
5komt niet door ’t zenden maar veeleer door dat
6ze zoo lang in een leesinrigting1 dienst hebben
7gedaan. Doch ge zult ze wel plakken kunnen
8net als ik ’t zelf ook heel dikwijls moet doen.
9Schrijf me eens of ge hebt van Percy McQuoid
10een vrouwen figuurtje met een lichta in de hand
11op den trap van een Wapenzaal waar men een harnas
12ziet glinsteren.2 Ik meen dat ge het reeds van me
13hebt/ even als een meisje in ’t wit tegen een
14boom geleund3 doch hebt ge ’t niet zoo zal ik
15’t U bij gelegenheid er bij voegen. Mc Quoid is
16een van de meest gedistingueerden onder de Engelsche
17illustrateurs. Ik denk wel ge schik zult hebben in
18de Renouards – misschien kan ik er later
19nog eenigen bijvoegen daar de jood4 mij zeide
20t’huis nog een gedeelte van den rommel tijdschriften
21te hebben (waaruit ik deze en de mijnen nam)/
22die hij, omdat ze te veel gehavend waren,
23niet meegebragt had_– Als ik tijd heb ga ik dien
24rommel doorzoeken – wat anders geen prettig
25karweitje is.
26De Grève des charbonniers5 vind ik voor mij superbe/
27ik geloof dat die U ook zal bevallen.
28Ik heb veel moeite gedaan dingen van de mijnwerkers
29te krijgen/ dit en een Engelsche van een accident6
30zijn de mooisten – anders worden er weinig
31zulke motieven gemaakt – ik wou ik zelf
32daar nog eens studies van kon maken vroeger of later.  1v:2
33Schrijf me eens, als ge wilt, Rappard,
34in vollen ernst of gij – gesteld dat ik
35er nog eens heenging b.v. voor 2 maanden/
36naar die mijnstreek in de Borinage – lust
37zoudt hebben zamen te gaan.
38Het is een tamelijk lastig landje – zoo’n
39togt is geen pleizierreisje – maar ’t is
40een van de dingen die ik/ zoodra ik mij
41nog wat sterker gevoel in het bliksemsnel
42teekenen van lui in beweging/ enorm graag
43zou ondernemen. wetende dat er zoo veel moois daar
43azou te maken zijn – en dat nog weinig of niet door anderen is geschilderd.7
44Omdat men echter met allerlei bezwaren te
45kampen heeft in zoo’n streek is het niet overbodig
46met zijn tweeën te gaan.
47Nu zouden mijn omstandigheden ’t ook
48nog niet toelaten – maar het is een
49gedachte die diep in mij geworteld zit.
50Dikwijls werk ik in den laatsten tijd op ’t strand
51’t zij om te teekenen t’zij om te schilderen.
52En telkens meer trekt de zee mij aan.
53Ik weet niet wat Uw ervaring is van omgang
54met artisten hier – ik heb al meer
55dan eens ondervonden van lui dat ze zeer
56hatelijk op wat zij noemen “het illustratieve” begonnen
57te schelden op een manier die mij zeer duidelijk bewees
58dat zij volstrekt niet op de hoogte van de kwestie waren/
59volstrekt niet wisten wat er op dat gebied omgaat.  1v:3
60En ook niet te overtuigen waren of liever niet
61verkozen zich de moeite te geven zelfs naar een
62of ander te kijken. Of als ze er naar keken
63was ’t voor een korten tijd in hun hoofd en dan
64weer er radikaal uit.
65Nu het is mijn ondervinding van U dat gij er
66anders over denkt.
67Ik heb onlangs nog dingen gevonden van Lançon/
68een soepuitdeeling – een Rendez vous des chiffonniers/
69Balayeurs de neige/8 waar ik s’nachts voor
70opstond om ze nog eens te bekijken/ zoo sterk
71was de indruk die ze op mij maakten.
72En vooral terwijl ik zelf er op sjouw om iets
73te maken van die dingen die mij gedurig meer
74interesseeren op straat/ in de wachtkamer 3e klasse/
75op ’t strand/ in een gasthuis/ neemt mijn respect
76voor die groote teekenaars van het volk zooals
77b.v. Renouard of Lancon of Doré of Morin
78of Gavarni of Dumaurier of Chs Keene of
79Howard Pyle of Hopkins of Herkomer en Frank Hol
80en talloozen meer/ toe.
81Misschien gaat het U ook eenigermate zoo.
82Enfin – wat hier ook van zij – het interesseert
83me steeds in hooge mate dat gij op verschillende
84sujetten sjouwt die mij ook zeer sympathiek
85zijn en het spijt mij wel eens dat wij tamelijk ver van
86elkaar zijn & betrekkelijk weinig van elkaar merken
87kunnen.
88Nu/ de tijd tot schrijven ontbreekt mij, ontvang een
89handdruk in gedachten en geloof me

90t. à t.
91Vincent

 1r:4 [sketch A]
92Ziehier in groote haast een krabbel
93van een aquarel waaraan ik doende ben.9


top