2Gedurende de dagen verloopen sedert Uw 3vertrek heb ik met het schilderen een paar 4proeven genomen. En dacht dat gij misschien 5wel nieuwsgierig zoudt wezen hoe ’t mij gegaan 6is. Ik wenschte wel dat gij nog maar 7eens een uurtje op ’t atelier kondt zijn – 8dat was de beste weg om U te zeggen hoe ’t was 9uitgevallen. Aangezien zulks natuurlijkerwijs 10niet kan wil ik U alleen maar zeggen dat 11ik 3 geschilderde studies heb. Een van een 12rij knotwilgen in ’t weiland – (achter de Geestbrug)/1 13dan een studie van den kolenweg vlak bij mij in 14de buurt – en heden was ik weer in de 15moestuinen op de laan v. Meerdervoort, en 16vond daar een aardappelland met een 17sloot. Een mannetje met blaauwen kiel en 18een vrouwtje waren bezig de aardappels op te 19rapen en die figuurtjes heb ik er opgebragt. 20Het land was een witten zandgrond/ half 21omgespit – half nog bedekt met de rijen 22verdroogde stengels – met groen onkruid er tusschen. 23In ’t verschiet donker groen & een paar daken.2 24Die laatste studie vooral heb ik met bijzonder 25veel pleizier gemaakt. Ik moet U zeggen dat 26het schilderen me niet zoo vreemd voorkomt als 27ge misschien denken zoudt. Integendeel is het 28mij bijzonder sympathiek om reden het 29een krachtig uitdrukkingsmiddel is_
30En tegelijk kan men er teere dingen mee 31zeggen ook – een zacht grijs of groen laten 32spreken midden in de ruwigheid.
33Ik ben er zeer blij om dat ik het noodige gereedschap 34heb want ik heb mijn lust al dikwijls eigentlijk 35bedwongen. Het opent een veel ruimer horizon.
36Nu zou ik ’t wel aardig vinden om zoo maar 37stillekens te zorgen er een goed aantal geschilderde studies 38op mijn atelier komen te hangen zonder daarover 39te spreken als een verandering. En in geval 40iemand zich verwondert van mij geschilderde 41dingen te zien/ te zeggen: dacht gij dan dat 42ik daar geen gevoel voor had of dat niet kon_ 43Alleen ik heb veel werk gemaakt & zal het blijven 44maken van het teekenen omdat dit de 45ruggegraat van ’t schilderen is/ het geraamte 46dat al de rest steunt.
47Ik heb er zoo veel pleizier in Theo/ dat ik 48mij zelf om reden van de kosten meer 49zal moeten bedwingen dan aanzetten. 50Deze studies zijn van middelmatige grootte/ 51wel iets grooter dan ’t deksel van een gewone 52schilderkist omdat ik niet in ’t deksel werk 53maar het schilderpapier voor de studie met punaises 54vastmaak op een raam waar doek op gespannen is/ 55dat makkelijk in de hand te dragen is.3
56Voor ik grootere dingen schilder ga ik ze 57grooter teekenen.– of als ik ’t procedé 58vinden kan – ik zal er naar zoeken – 59er wat men noemt grisailles4 van maken.
1v:3 60Het wordt een te dure geschiedenis als men 61met de verf niet zuinig is.
62Maar kerel/ het is heerlijk voor mij dat 63ik nu weer zooveel goede werktuigen 64er bij heb gekregen/ nogmaals dank 65voor alles.– Ik zal mijn best wel 66doen te zorgen gij er geen spijt van 67behoeft te hebben maar de satisfactie 68van te zien het vooruitgaat_–
69Ik schrijf U nu maar alleen eens 70voorloopig om te zeggen ik een begin 71heb gemaakt. Dat de studies nog mooier 72moeten worden spreekt van zelf – dat 73er zeker nog aan ontbreekt ook – maar 74dit geloof ik gij ook in deze eersten 75reeds zien zoudt/ dat er iets van buiten 76in is/ iets dat bewijst ik gevoel voor de 77natuur heb en het schilderhart in mij 78zit. Hierbij een klein krabbeltje 79van de L. v. Meerdervoort_5 Die moestuinen daar 80hebben een soort Oud Hollandsch cachet dat mij altijd 81aantrekt.
82Nu, wel te rusten, ’t is reeds laat, met 83een handdruk_
87Toen ik dezen brief geschreven had kwam 88het mij voor dat er iets aan mankeerde. 89Ik dacht – ik moet zorgen dat ik hem 90schrijven kan dat ik eens zoo’n brok 91Zand/ Zee/ lucht heb aangepakt 92zooals we ’t zamen te Schevening 93zagen. Toen hield ik mijn brief 94op en marcheerde dezen morgen naar 95’t strand en ben daarvan zooeven 96teruggekomen met een tamelijk 97groote geschilderde studie van 98Zand/ zee & lucht en een paar 99pinkjes & mannetjes op ’t strand.7 100Er zit nog duinzand in en 101ik verzeker U dat ’t niet bij deze 102blijven zal. Ik dacht het U 103pleizier zou doen te vernemen 104dat ik dit eens had aangepakt_
105Zooals gezegd/ 106ik wil zorgen 107dat tegen dat 108ge terugkomt 109’t zij over een 110half jaar of 111eenige maanden 112’t zij over een jaar/ 113het atelier een 114schildersatelier is geworden.8 deze krabbeltjes zijn in 115groote haast gemaakt zooals ge zien kunt. Nu ’t wat vlot 116zal ik maar trachten ’t ijzer te smeden terwijl ’t heet is 117en nog wat doorschilderen. Is ’t gij tegen den 20sten 118het gewone zenden kunt zoo is er geen kwestie van 119dat ik niet nog een tijdje uitsluitend er mij mee 120bezig kan houden. Ik geloof dat reeds na een maand 121geregeld schilderen het atelier een gansch ander 122aanzien zou hebben. Hopende dat dit U genoegen zal 123doen druk ik U nogmaals de hand, en wensch U van harte 124voorspoed in alle dingen_