1r:1
Gasthuis Zaal 6 No 9
24 Junij

Amice Rappard
Bij dezen wil ik U danken voor Uw laatsten brief en zou dit alligt eerder gedaan hebben als ik niet sedert eenigen tijd uit mijn gewone doen was geraakt. Ge moet n.l. weten dat ik Uw brief niet ontving op mijn atelier doch in het gasthuis waar ik nu 3 weken reeds ben.1 In die dagen was Uw schrijven mij dubbel welkom dus & deed ’t geen gij zegt van die teekeningen die mijn waarden Oom weinig schenen te bevallen mij dubbel genoegen. Later heb ik echter nog van een ander gehoord dat ze zoo slecht niet waren en dat hij het ook zoo erg niet bedoeld had. Wat hier ook van zij, terwijl ik die teekeningen maakte & sedert nog eenigen van die zelfde soort scharrendroogerijen in de duinen2 onder anderen, heb ik kou gevat en daar kwam koorts bij en zenuwen, en een & ander schijnt op de blaas geslagen te zijn zoodat ik niet urineeren kon en ’t eindelijk zoo benaauwd kreeg & zoo pijnlijk dat ik naar hier gegaan ben. En zij hebben toen met een katheter in mijn blaas gescharreld en zoo voorts tot dat ik nu weer in meer normalen toestand begin te komen, wat mij veel pleizier doet. Toch ben ik er nog niet van af en weet nog niet of ik spoedig weer naar huis zal kunnen gaan of niet. Ik hoop het nu binnen 8 dagen wel weer klaar zal zijn maar ’t moet in elk geval zijn tijd hebben.
 1v:2
Het is hier in ’t gasthuis bijzonder aardig, ik lega in eene zaal met 10 bedden maar tot heden was ik niet tot teekenen in staat omdat ik mij stil moest houden & ook nu nog is het maar weer een heel flaauw en zwak begin en kan ik nog niets doorzetten en er dieper in doordringen. Maar ik mag een uur per dag in den tuin en daar ben ik gisteren weer begonnen te krabbelen. En ten minste ik begin weer te kijken maar in den eersten tijd was ik te bedonderd om ook maar te zien.
Als ik er uit kom zal ik nog wel een tijdje het heel stillekens aan moeten leggen. Enfin.–
Wat ik bijzonder moet prijzen is de behandeling hier, als ik ooit weer ziek worden moest, ik zou evenmin als nu een oogenblik aarzelen naar ’t gasthuis te gaan, ’t is, mijns inziens, oneindig meer praktisch dan ’t huis ziek liggen, ten minste in omstandigheden als de mijnen. In mijn gevoel ben ik nu bijna geheel beter doch de knoop zit hem dáár dat door mij te veel te bewegen, te loopen &c. ik onmiddelijk weer in kan storten wat mij verleden week gebeurd is, anders was ik nu al verder.
 1v:3
Zoodra ik over eenigen tijd eens weder een paar teekeningen heb, b.v. van die scharrendroogerijen of een hofje, zou ik regt gaarne U eens iets zenden om het zoo mogelijk te plaatsen. Alleen ik zal er mij niet mede haasten en wachten tot er eens een beter dan gewoonlijk uitvalt want ik stuur ’t dan liever aan U dan weer naar Amsterdam.3 Ofschoon ik wel hoop Amsterdam weer teregt zal komen.
En wij moeten afspreken dat gij als het U niet lukt het te plaatsen U niet geneeren moet het terug te zenden en niet denken moet zulks mij decourageeren zou want het lukt niet in eens. Hetzij dus het de fout van mijne teekening, ’t zij de fout van den mogelijken liefhebber zijn mogt, laat ons van weerskanten afspreken wij door ’t mislukken van de proef (als ’t niet lukken mogt) ons niet direkt zullen laten afschrikken. Als ik weer aan den gang ben schrijf ik U wel weer eens spoedig. Nogmaals dank voor Uw brief waarvan ik de beantwoording niet langer wilde uitstellen. Geloof me intusschen

t. à t.
Vincent

top