3Bij dezen wil ik U danken voor Uw laatsten brief en 4zou dit alligt eerder gedaan hebben als ik niet 5sedert eenigen tijd uit mijn gewone doen was 6geraakt. Ge moet n.l. weten dat ik Uw brief 7niet ontving op mijn atelier doch in het gasthuis 8waar ik nu 3 weken reeds ben.1 In die dagen 9was Uw schrijven mij dubbel welkom dus & deed 10’t geen gij zegt van die teekeningen die mijn waarden 11Oom weinig schenen te bevallen mij dubbel genoegen. 12Later heb ik echter nog van een ander gehoord 13dat ze zoo slecht niet waren en dat hij het ook zoo 14erg niet bedoeld had_ Wat hier ook van zij, terwijl 15ik die teekeningen maakte & sedert nog eenigen van die 16zelfde soort scharrendroogerijen in de duinen2 onder 17anderen/ heb ik kou gevat en daar kwam koorts 18bij en zenuwen/ en een & ander schijnt op de 19blaas geslagen te zijn zoodat ik niet urineeren kon 20en ’t eindelijk zoo benaauwd kreeg & zoo pijnlijk dat ik 21naar hier gegaan ben. En zij hebben toen met een 22katheter in mijn blaas gescharreld en zoo voorts tot dat 23ik nu weer in meer normalen toestand begin te komen, 24wat mij veel pleizier doet. Toch ben ik er nog 25niet van af en weet nog niet of ik spoedig weer 26naar huis zal kunnen gaan of niet. Ik hoop het 27nu binnen 8 dagen wel weer klaar zal zijn maar ’t moet 28in elk geval zijn tijd hebben.
29Het is hier in ’t gasthuis bijzonder aardig/ ik lega in eene zaal met 10 bedden 30maar tot heden was ik niet tot teekenen in 31staat omdat ik mij stil moest houden & 32ook nu nog is het maar weer een heel 33flaauw en zwak begin en kan ik nog niets 34doorzetten en er dieper in doordringen. 35Maar ik mag een uur per dag in den 36tuin en daar ben ik gisteren weer begonnen 37te krabbelen. En ten minste ik begin weer 38te kijken maar in den eersten tijd was ik 39te bedonderd om ook maar te zien.
40Als ik er uit kom zal ik nog wel een tijdje 41het heel stillekens aan moeten leggen_ 42Enfin_–
43Wat ik bijzonder moet prijzen is de behandeling 44hier/ als ik ooit weer ziek worden moest/ ik zou 45evenmin als nu een oogenblik aarzelen naar 46’t gasthuis te gaan/ ’t is, mijns inziens, oneindig 47meer praktisch dan ’t huis ziek liggen/ ten 48minste in omstandigheden als de mijnen. 49In mijn gevoel ben ik nu bijna geheel beter 50doch de knoop zit hem dáár dat door 51mij te veel te bewegen/ te loopen &c. ik 52onmiddelijk weer in kan storten wat mij 53verleden week gebeurd is/ anders was ik nu al 54verder.
55Zoodra ik over eenigen tijd eens weder een paar 56teekeningen heb, b.v. van die scharrendroogerijen 57of een hofje/ zou ik regt gaarne U eens 58iets zenden om het zoo mogelijk te plaatsen_ 59Alleen ik zal er mij niet mede haasten en 60wachten tot er eens een beter dan gewoonlijk 61uitvalt want ik stuur ’t dan liever aan U dan 62weer naar Amsterdam.3 Ofschoon ik wel hoop 63Amsterdam weer teregt zal komen.
64En wij moeten afspreken dat gij 65als het U niet lukt het te plaatsen U niet 66geneeren moet het terug te zenden en niet 67denken moet zulks mij decourageeren zou 68want het lukt niet in eens. Hetzij dus het 69de fout van mijne teekening, ’t zij de 70fout van den mogelijken liefhebber zijn mogt, laat 71ons van weerskanten afspreken wij 72door ’t mislukken van de proef (als ’t niet 73lukken mogt) ons niet direkt zullen laten afschrikken. 74Als ik weer aan den gang ben schrijf ik U wel weer 75eens spoedig_ Nogmaals dank voor Uw brief 76waarvan ik de beantwoording niet langer wilde 77uitstellen. Geloof me intusschen