4Dank het bewuste/a1 pak ik daareven mijn 5teekeningen voor Amsterdam in. Er zijn er nu 67 in ’t geheel. Het grootste van de 2 hofjes2 7is nu geheel vlak geworden door ’t opzetten op bristol 8& is nog veel sneller van lijnen geworden. Dan de 9bloemisterij/3 daaraan heb ik gedaan datgene 10wat gij zeidet/ namelijk dien slootkant meer bestudeerd 11en het water op den voorgrond & nu komt die pas 12tot zijn regt & drukt, geloof ik, wel “lente” en 13een zachte stilte uit. En die van de timmermansloods 14uit het venster van mijn atelier/4 daarin heb ik door 15er met de pen in te werken een nieuw zwart gebragt 16& nu “schijnt het zonnetje” omdat de lichten sterker spreken. 17Heden was ik vroeg in ’t touw want ik wilde nog een 18dito maken en ging in de duinen een Vischdroogerij 19teekenen/ ook van uit de hoogte gezien5 zooals de 20timmermansloods & nu is het 1 uur s’avonds doch 21goddank de boel klaar/ en ik kan mijn 22vervaarlijken huisbaas onder de oogen zien. En dus/ 23Ca ira encore_–6
24Ik ben zoo blij U weder ontmoet te hebben & ’t geen ge 25me omtrent Uw arbeid mededeelt interesseert mij ten 26hoogste/ dat verzeker ik U. Zoo gaarne wenschte ik 27wij hier in de buurt bij gelegenheid nog eens eenige 28togten konden maken. Want b.v. in die vischdroogerijen 29te Schevening &c. zoudt ge zeker veel stof vinden_ 30Die zijn fameus Ruysdaalachtig (ik bedoel als 31dat schilderij/ de bleekerijen van Overveen)_7 Doch 32welligt kent ge s’Hage & Scheveningen meer dan ik. 33Alleen mogt het zijn ge de “Geest”/ het 34“Slijkeinde” &c_/ n.l. het Haagsche Whitechapel 35met al zijn steegen & hofjes/8 niet kent recommandeer 36ik mij om als ge weer eens te s’Hage komt daar eens 37met U heen te gaan.
38Ik heb nog twee houtsneden voor U gevonden/ 39een van Miss Edwards9 & een van Green/ die laatste 40is vooral zeer mooi/ een verver die een 41uithangbord schildert met lui die er naar staan te 42kijken uit den tijd Louis XVI.10 Ik moet ook nog 43een mooie Rochussen dubbel hebben.
44Mij dunkt als gij er U toe zetten wilt kunt gij 45een veel mooier verzameling hebben dan ik of 46welligt hebt ge die reeds/ ik heb de Uwen nooit 47bij elkaar gezien/ alleen de kleine Durer’s & Holbeins 48& de Dumauriers & een paar anderen. Als ge iets 49interessants vindt op dat gebied houd mij er 50van op de hoogte.
51Kent gij “The wayfarers“ van Fred Walker_11 52dat is een groote ets/ een oud blind man door een 53jongen geleid op een bevroren weg met een 54slootkant met beijzeld hakhout & grind/b op 55een winteravond. Dat is zeker wel een van 56de meest sublieme scheppingen in dat genre/ 57met een geheel modern eigenaardig sentiment/ 58misschien minder stoer dan Durer in Ritter/ Tod 59und Teufel12 doch intiemer nog misschien en 60zeker even oorspronkelijk en opregt.
61Het is wel jammer dat de artisten hier de Engelschen zoo 62weinig kennen. Mauve b.v. raakte in enthousiasme 63toen hij van Millais dat landschap Chill October13 zag doch 64zij gelooven toch niet in de Engelsche kunst en 65oordeelen er te oppervlakkig over mijns inziens. 66Mauve zegt telkens “dat is litteraire kunst”/ 67doch denkt er niet bij dat de Engelsche schrijvers 68als Dickens & Eliot & Currer Bell en van de franschen Balzac b.v. zoo 69verbazend “plastisch” zijn als ik ’t zoo mag uitdrukken/ 70dat het even puissant is als b.v. een teekening van 71Herkomer of Fildes of Israels. En Dickens zelf 72gebruikte soms de uitdrukking/ I have sketched_14
73Ik voor mij heb evenzeer het land aan scepticisme 74als aan sentimentaliteit/ ik wil niet insinueeren 75dat de artisten hier sceptici of cynisch zijn doch 76zij geven zich er dikwijls den schijn en een zeker air van terwijl zij 77toch voor de natuur zoo serieus en geloovig zijn als 78’t maar kan. Enfin – ik betrap mij zelf dikwijls op 79dezelfde fout en verval van de weeromstuit soms 80meer in ’t sentimenteele dan mijn bedoeling is dus 81ik heb eigentlijk geen regt aanmerking te maken.
82Wat gaat er in dezen tijd veel moois weg – in den 83zin van pittoresk. Ik las onlangs een woord van 84den zoon van Chs Dickens.– hij zeide, als 85mijn vader terugkwam zou hij weinig van dat 86'London ’t welk hij beschreef terugvinden – dat “old London” 87gaat weg – wordt “opgeruimd”.15 En zoo is het hier 88te lande ook – die aardige hofjes – er 89komen rijen huizen voor in de plaats/ zeer onpittoresk, 90behalve wanneer ze in de periode van hun wording zijn/ 91dan/ door de loodsen en steigers en werklieden/ 92is het heel aardig. Zoo is er hier een buurt achter 93de Bazarstraat en de Laan v_ Meerdervoort 94waar ik prachtige dingen heb gezien/ terreinen die 95afgegraven werden of opgehoogd/ loodsen/ planken/ 96hutten/ schuttingen &c_ &c./ al wat men maar wil_
97Wat hier ook wel aardig is zijn de volksgaarkeukens, 98en altijd altijd weer de wachtkamer 3e klasse. 99Als ik ’t niet om mijn brood doen moest/ b.v. die stadsgezigten maken/ zou ik 100in dezen tijd niets dan figuren maken doch ik heb 101daarvoor nog niemand die ze koopt en ik heb altijd 102toch de kosten van model ofschoon ik nog al eens 103iemand krijgen kan.
104Ik ben blij met dat model dat ik heb/ ik bedoel die vrouw 105die bij mij was toen gij kwaamt,16 want die leert met den dag 106en begrijpt mij. Als ik b.v. soms als iets niet vlot driftig 107word en opsta en zeg “’t deugt geen bliksem” of nog veel 108barder dingen dan neemt zij dat niet als een beleediging 109op zooals natuurlijkerwijs de meesten doen zouden 110maar laat mij tot bedaren komen en van voren af aan 111beginnen. En het vervelende zoeken naar dit of dat
1r:4 112van stand of pose/ daar heeft zij het geduld voor. 113En dus vind ik dat een schat. Heb ik de grootte van 114een figuur noodig buiten of moet ik de plaats van 115een figuurtje op een teekening zoeken die ik buiten 116maak/ b.v. zien hoe een figuur tegen een pink 117op ’t strand afkomt & waar het licht pakt/ ik heb maar 118te zeggen: wees dan & dan daar & daar en zij is er. 119Ik heb er anders praatjes over dat ik altijd met haar 120ben maar wat hoef ik mij daarom te bekommeren/ 121ik heb nooit zoo’n goede hulp gehad als die leelijke??? 122verlepte vrouw. Voor mij is zij mooi en ik vind er 123juist dat in wat ik hebben moet. het leven is er over 124heengegaan en smart & tegenspoed hebben haar 125gemerkt – – nu kan ik er iets mee doen.
126Als de grond niet geploegd is kunt ge er niets 127op doen. Zij is geploegd – dus vind ik meer in 128haar dan in een heele partij ongeploegden.
129Ik hoop dat gij mij eens spoedig schrijven zult 130en als gij het goedvind dan moeten we maar 132voor zooveel ons respectief werk het toelaat 132geregeld correspondeeren mits we elkaar maar 133waarschuwen als onze “praktische praatjes” in het onpraktische 134mogten vervallen, zonder over zoo’n waarschuwing 135boos te worden zoo als de Heer Tersteeg dat werd zooals 136ik U vertelde.
137Morgen hoop ik weer de duinen in te gaan naar 138diezelfde droogerijen. ik heb onlangs gelezen het 139groote werk over Millet geschreven door zijn vriend Sensier/17 140dat is zeer interessant en indien gij het niet gelezen hebt 141beveel ik het U erg aan. Er staat veel in wat Sensier 142alleen als zijnde de intieme vriend van Millet weten kon 143en men vind er bepaald nieuws in/ althans dat was 144met mij ’t geval ofschoon ik toch al verscheiden dingen over 145M. had gelezen vroeger.18 Nu adieu, met een 146handdruk_