1*Om reden dat Xtn veel kramp had &c_ 2kwam het mij voor goed te zijn zij op nieuw naar Leiden 3ging om precies te weten hoe ’t met haar staat.
4Zij is er heen geweest en ook weer terug gekomen/ 5het is goddank alles in orde – maar zooals gij weet/ 6in Maart heeft zij eene operatie ondergaan1 en 7is nu op nieuw onderzocht. Er is zorg noodig 8en zij moet nog versterkende middelen blijven 9gebruiken – ook als ’t kan nog eenige baden 10maar er is geen bezwaar en er is alle 11kans zij er behouden doorkomt.
12In maart wist de professor niet precies te zeggen 13wanneer haar bevalling zou plaats hebben 14doch schatte ’t laatst van Mei of begin Junij_ 15Nu zegt hij ’t zal wel ver in Junij 16worden waarschijnlijk & heeft haar 17admissiebiljet voor ’t gestichta veranderd 17aop midden Junij_ 18Hij heeft haar ditmaal uitvoerig 19gevraagd met wie zij was en 20door ’t geen hij daaromtrent gezegd 21heeft weet ik nu wel zeker ’t geen 22ik zelf reeds dacht/ dat zij bezwijken 23zou als zij weer de straat op moest 24en dat het dezen winter hoog
1v:2 25tijd was er hulp kwam 26toen ik haar ontmoette. 27Zoodat ik er niet aan denk 28van haar af te gaan gelijk 29ik U reeds schreef – want in de 30gegevenen zou dat een gemeene 31streek van mij zijn.
32De dokter vond haar beter dan 33in Maart, het kind leeft goed en 34hij heeft haar nog instructies gegeven omtrent 35voeding &c_ zoodat ik niet in den blinde handel. 36Het linnengoed voor ’t kindje is ook 37klaar – het allernoodigste.
38Ik sta hier niet voor eene illusie 39of abstractie doch voor de werkelijkheid 40waar met vastberadenheid moet gehandeld 41worden. 42Ik kan in de gegeven omstandigheden geen beteren weg zien 43dan haar te trouwen, noch voor 44haar noch voor mij. Het viel mij 45zooals ik U schreef mede dat er een 46zachten toon in Uw schrijven van 13 Mei 47& ’t voorgaande was/2 ik had mij er geen
1v:3 48illusies van gemaakt en verwacht dat 49gij mijn handelwijs geheel afgekeurd 50zoudt hebben & uwe hulp ingetrokken. 51En nog durf ik haast niet hopen 52dat Uwe hulp zal blijven omdat 53ik weet dat in de oogen van de meeste 54menschen van Uw stand zulk eene daad 55geloof ik als een kapitale misdaad 56beschouwd wordt, die een soort uitbanning 57ten gevolge heeft.
58Ik verlang dus wel erg naar Uw 59volgend schrijven/ ook of gij de teekeningen 60hebt ontvangen.3 Maar ik maak er 61mij nog geen illusies van.
62Alleen ik zou niet opregt zijn indien 63ik U iets anders zeide dan: het is 64mijn bepaald voornemen om haar 65zoo spoedig mogelijk te trouwen_ 66Die redenen welke gij opgeeft zijn niet zóó 67overwegend dat zij mij er van kunnen doen afzien 68ofschoon er in een en ander wat gij opmerkt 69veel is dat vooral op zich zelf beschouwd 70wel geheel of gedeeltelijk zoo is.
71En nu/ om U de waarheid te zeggen 72zou er eigentlijk deze maand nog 73wel wat noodig zijn ofschoon ik het
1r:4 74brood tot 1 Junij heb betaald & nog een en 75ander heb opgedaanb van koffij &c.
76Ik hoop, als gij mij zegt er geen 77bezwaar is, zoo als ik dacht dat er 78was, natuurlijk wel degelijk werk 79te maken van de bestelling van C.M. 80en ik heb er de studies voor gemaakt_ 81Voor ik die 6 teekeningen af heb zal 82ik echter nog wel een week of 3 noodig 83hebben – want om er 6 goede bijeen 84te krijgen zal ik er wel meer dan 856 nog moeten maken/ behalve ’tgeen 86ik reeds er voor deed. Ik weet niet 87wat ik er voor krijgen zal doch ik zal 88er mijn best op doen en dit komt 89dus hoop ik in Junij binnen_
90Als er goeds is – after all – in mijn handel- 91wijs tegenover Xtn dan komt dit goede/ reken ik/ 92meer voor Uw credit dan voor ’t mijne aangezien 93ik maar ’t instrument was & ben om het 94te doen – doch zonder Uw hulp magteloos 95zou zijn geweest. Het door U gezonden 96geld heeft mij vooruitgeholpen met het 97teekenen en bovendien/ wat meer is/ 98tot hiertoe het leven van Xtien en het kind 99gered. Maar in zekeren zin ben ik schuldig als 100gij het als misbruik van vertrouwen zoudt opnemen/ 101alleen ik hoop gij ’t zoo niet opnemen zult.