2Heden ben ik Mauve tegengekomen en heb 3een zeer betreurenswaardig gesprek met 4hem gehad waarbij het mij duidelijk 5is geworden dat Mauve & ik voor altijd 6gescheiden zijn. Mauve is zoo ver gegaan 7dat hij het niet kan terugnemen/ althans 8zeker niet zou willen. Mijn verzoek 9aan hem was dat hij mijn werk zou 10komen zien en daarna spreken over 11de zaken. Mauve weigerde dat volstrekt/ 12“Naar U toekomen doe ik zeker niet/ 13het is glad uit”.–
14Eindelijk zeide hij “gij hebt een 15venijnig karakter”. Toen draaide 16ik mij om – het was in de duinen 17en ik ben alleen naar huis 18gewandeld.
19Mauve neemt het mij kwalijk dat ik 20gezegd heb/ ik ben artist1 – ’t welk ik 21niet terug neem omdat het van zelf 22spreekt dat dat woord in zich sluit de 23beteekenis van altijd zoeken zonder 24ooit volmaakt te vinden. Het is juist het tegenovergestelde 25'van te zeggen “ik weet het al/ ik heb het al gevonden”_1v:2 26Dat woord beteekent voor zoover ik weet “ik zoek/ 27'ik jaag er naar/ ik ben er met mijn hart bij”.– 28Ik heb toch ooren aan het hoofd Theo – 29als iemand zegt “gij hebt een venijnig 30karakter”/ wat moet ik dan doen. 31Ik keerde mij om en ging alleen 32terug maar met veel droefheid in het 33hart dat Mauve mij dat heeft durven 34zeggen. Ik zal hem niet vragen 35mij zulks te verklaren/ ik zal 36mij niet verontschuldigen evenmin.
37En toch – en toch – en toch_– 38Ik wenschte dat Mauve berouw had daarover. 39Men verdenkt mij van iets... het is 40in de lucht... er steekt iets achter mij.. 41Vincent houdt iets achterbaks dat het 42licht niet zien mag.. Welnu 43heeren/ ik zal het U zeggen, gij lieden 44die dan prijs stelt op vormen en beschaving 45en dat teregt mits het echt spul zij/ 46wat is beschaafder/ fijngevoeliger/ mannelijker/ 47eene vrouw te verlaten of eene verlatene 48zich aan te trekken.–2
49Ik heb dezen winter ontmoet eene zwangere 50vrouw/ verlaten door den man wiens kind 51zij in t’lijf droeg.3
52Eene zwangere vrouw die in den winter 53op straat zwierf – haar brood moest 54verdienen/ gij weet wel hoe.–
55Ik heb die vrouw genomen voor model 56en met haar gewerkt den heelen winter_ 57Ik kon haar het volle daggeld van een 58model niet geven maar dat neemt 59niet weg dat ik haar huur betaald heb 60en dat ik haar en haar kind voor honger en koude 61goddank heb kunnen bewaren tot dusverre 61adoor mijn eigen brood met haar te deelen. 62Toen ik die vrouw ontmoette viel mijn oog 63op haar omdat zij er ziek uitzag_
64Ik heb haar baden laten gebruiken en versterkende 65middelen zooveel ik vermogt/ zij is veel 66gezonder geworden. Ik ben met 67haar naar Leiden geweest alwaar een 68gesticht is voor kraamvrouwen4 waar zij 69haar kraam zal uitleggen_a 69a’t was geen wonder zij ziekelijk was/ ’t kind zat verkeerd en zij heeft eene 69boperatie moeten ondergaan/ n.l. dat het kind met den forceps is moeten gekeerd 69cworden. Er is evenwel veel kans zij er toch nog goed doorkomt_In Junij moet 69dzij bevallen.
70Het komt mij voor dat 71ieder man die het leer van zijn schoenen 72waard is wanneer hij voor zoo’n geval 73stond hetzelfde zou hebben gedaan.
1r:4 74Ik vind hetgeen ik deed zoo eenvoudig en van zelf 75sprekend dat ik meende zulks voor mij zelven te kunnen 76houden. Het poseeren viel haar moeielijk/ 77evenwel zij heeft het geleerd, ik ben gevorderd 78in mijn teekenen door dat ik goed model gehad heb. 79Die vrouw is nu aan mij gehecht als een tamme 80duif – ik voor mij kan maar eens 81trouwen en wanneer zal ik het beter kunnen 82doen dan met haar omdat ik daardoor 83alleen haar verder helpen kan en anders 84zij door gebrek weer den zelfden weg zou uitmoeten 85die uitkomt op een afgrond. Zij heeft geen geld 86doch zij helpt mij geld verdienen in mijn werk. 87Ik ben vol lust en ambitie voor mijn vak 88en werk/ is het dat ik schilderen en aquarelleeren 89voor een tijd daarliet/ ’t is omdat ik te zeer geschokt 90ben door dat Mauve mij verliet/ en kwam hij 91waarachtig daarop terug ik zou op nieuw met 92courage beginnen. Nu kan ik geen penseel zien/ het maakt mij zenuwachtig.5
93Ik heb geschreven: Theo kunt gij mij 94inlichting geven omtrent de houding van 95Mauve6 – misschien geeft dezen brief 96U licht. Gij zijt mijn broer/ het is natuurlijk 97ik met U over privé dingen spreek maar iemand die 97amij zegt/ ge hebt een venijnig karakter/ met dien spreek ik dan op dat moment niet verder.
98Ik kon niet anders/ ik deed wat de hand 99vond om te doen,7 ik werkte_ 100Ik meende men zou mij begrepen hebben zonder 101woorden. Ik dacht wel aan eene andere vrouw voor 102wie mijn hart klopte – doch die was van verre en wilde mij 103niet zien8 en deze – zij liep daar ziek/ zwanger/ 104hongerig – in den winter. Ik kon niet anders_ 105Mauve, Theo, Tersteeg, gij lieden hebt mijn brood 106in handen/ zult ge mij broodeloos maken of mij 107den rug toedraaien – ik heb nu gesproken en wacht af ’t geen 108mij verder gezegd zal worden_
113Aangezien ik echter over een jaar, als ik waarschijnlijk heel anders 114zal werken/ op de studies welke ik nu maak zoo conscientieus als ik maar 115kan mij moet baseeren/ zou ik deze drie althans wel weer terug willen hebben. 116Gij ziet dat ze met zorg gemaakt zijn. Heb ik later een interieur of een wachtkamer of 117zooiets dan komen deze mij te pas omdat ik alsdan ze moet raadplegen voor de details_
118Doch ik dacht dat het misschien goed was gij op de hoogte waart van hoe 119ik mijn tijd besteed. Die studies brengen mee dat zij ietwat droog gedaan 120zijn, had ik hier op effekt gewerkt zij zouden mij later minder nuttig zijn.
121Doch ik denk gij zult dit zelf wel vatten_ Het papier dat ik eigentlijk t’liefst 122zou hebben is hetgeen waarop dat voorovergebogene vrouwenfiguur11 geteekend is doch 123indien mogelijk van de kleur van ongebleekt linnen. Ik heb er niets meer van van die dikte/ 124ik geloof men noemt het dubbel Ingres. Ik kan er hier niets meer van krijgen. Als gij ziet hoe die 125teekening gedaan is begrijpt gij dat het dunne ’t moeielijk kan doorstaan. Ik had er nog een klein figuurtje 126in zwart merinos willen bijdoen doch kan ’t niet rollen.12 De stoel bij het groote figuur is niet afgewerkt omdat ik daar een ouden eikenhouten stoel op wil 127brengen.