3Het moet U niet verwonderen dat ik er U 4over schreef: wordt schilder.
5Omdat ik zelf nu net in een tijd ben waarin ik 6een beetje pleizier van mijn vroegere tobberij heb.
7Want het is er nu zoo mee dat ik elke week 8’t een of ander maak wat ik vroeger niet kon 9maken en dat is ’t geen waar ik van sprak/ 10dat het is als of men op nieuw jong wordt.
11En ’t is ’t bewustzijn dat niets – (tenzij ziekte) 12mij ontnemen kan die kracht die zich nu begint 13te ontwikkelen/ ’t is dat bewustzijn dat maakt 14dat ik moed heb in de toekomst en ook in ’t tegen- 15woordige veel onaangenaamheden verdragen kan. 16Het is een heerlijk ding naar iets te kijken en 17het mooi te vinden/ er over na te denken en 18het vast te houden en dan te zeggen: ik 19ga dat eens teekenen/ en er dan op te werken 20tot het er op staat.–
21Nu spreekt het van zelf dat ik daarom nog 22niet content ben met mijn werk in zoover 23dat ik zou meenen het niet beter te behoeven 24te doen. Maar de weg om het later beter 25te doen is vandaag het zoo goed te 26doen als men kan/ dan is er morgen 27van zelf vooruitgang.
28Ik weet natuurlijk niet wat gij van mijn teekeningen 29zult denken als gij ze eens zien zult doch 30dit weet ik wel/ ik verlang geducht naar 31uw komst.
37En als ik U schrijf/ wordt schilder/ dan is het toch 38eigentlijk niet omdat ik meen dat in Uw tegen- 39woordige betrekking niet almagtig veel moois is_ 40Maar ik vind schilder nog mooier en 41ik wenschte het U toe dat gij in een eigen 42atelier werktet inplaats van aan een 43lessenaar op ’t kantoor. Ziedaar.
44Ik weet zeker dat er dan in uw eigen 45atelier iets in U wakker zou worden 46dat ge nu niet weet – een groote verborgen 47kracht van werken en scheppen.
48En is die eenmaal wakker dan is het voor goed. 49Als ik Tersteeg hoor praten over behagelijkheid 50en verkoopbaarheid dan denk ik eenvoudig: 51werk waarop men gesjouwd heeft en waar men 52zijn best doet karakter in te leggen en sentiment/ 53dat is noch onbehagelijk noch onverkoopbaar. 54En ’t is misschien beter dat men niet dadelijk 55aan iedereen bevalt.
56Wat is het heerlijk weer – er is lente in alle 57dingen. Ik kan ’t figuur niet loslaten 58want dat is voor mij No 1 maar ik 59kan mij soms niet terughouden van 60buiten. Maar ik ben aan moeielijke dingen 61bezig die ik niet mag laten schieten_
62Dezen laatsten tijd maak ik veel studies 63'van brokken van ’t figuur: koppen/ hals/ 64'borst/ schouder. Zie hierbij een krabbeltje.1 65Ik zou dol graag nog veel naaktstudies 66maken. Ge weet ik heb de Exercices au 67fusain2 geteekend/ verscheiden keeren zelfs 68maar daar zijn geen vrouwenfiguren 69bij_
70Het is heel wat anders ’t naar de natuur 71te doen/ dat spreekt van zelf.
72Zoo'n teekeningetje als bijgaand is eenvoudig 73genoeg van lijnen. doch om als men 74voor ’t model zit die eenvoudige 75karakteristieke lijnen te vatten is moeielijk 76genoeg. Die lijnen zijn nu zoo eenvoudig 77dat men ze met de pen om kan trekken 78maar ik zeg nog eens/ de kwestie is die 79groote lijnen te vinden, zoodat met 80een paar streepen of krassen men het 81'essentieele zegt. 81aDe lijnen zóó te kiezen dat ’t van zelf spreekt 81bals ’t ware dat ze zoo loopen moeten/ dat is iets dat 81cechter niet vanzelf gaat.–3
82Het is wel waar Theo/ dat ik in den 83laatsten tijd terwijl ik hier te s'Hage ben meer dan frs 100 per maand 84heb uitgegeven doch als ik dat niet deed 85dan zou ik niet met model kunnen werken 86en op de zelfde hoogte blijven zonder vooruitgang. 87Ik zie ’t aan meer schilders. b.v. Breitner. 88zij zijn bang om model te nemen 89geregeld en zij werken weinig en langzaam 90en was ’t dan nog maar goed doch dat 91is ’t niet eens. Breitner heeft den laatsten 92tijd ook weer model genomen echter en 93toen was er natuurlijk meer pit in zijn werk 94doch toen is hij ziek geworden.
95De Engelsche schilders/ bepaald de teekenaars 96voor Graphic &c./ zij hebben bijkans alle 97dag model.4 Zonder dat gaat het mijns 98inziens werkelijk niet.
99Als iemand met veel jaren ervaring figuren 100uit het hoofd teekent na veel gestudeerd te hebben/ 101best, doch om systematisch uit het hoofd 102te werken lijkt mij al te ligtvaardig. 103Dat doen Israels en Blommers en Neuhuys niet ofschoon 104zij zoo veel ervaring hebben.
105Wanneer ik hier dus meer dan frs 100 per maand 106'heb uitgegeven/ ’t is omdat het niet met minder kan.5 107En geloof dat ik niet ligtvaardig of al te royaal er 108mee rondspring. Ik wenschte wel dat 109ik Tersteeg de f_ 25 nog niet hoefde terug te geven, 110want ik heb het geld zoo bepaald noodig om 111met wat energie te kunnen doorwerken.
112Tersteeg wordt er niet armer door en in ’t begin 113zei hij zelf dat ik geen zorg hoefde te hebben. 114Terwijl ik door elke f_ 25 die ik minder heb moet 115lijden in mijn werk en niet doen kan wat toch 116gedaan moet worden.
117Als ik mijn portefeuilles vol studies krijg dan 118zal ik daar later mijn geld wel uithalen. 119En ik verdien liever later wat meer dan nu/ 120liever zorg ik dat ik berekend ben voor mijn 121vak dan dat ik mij overhaast om een teekeningetje 122bij de gratie Gods te verkoopen.
123Het teekeningetje dat hier bij gaat is gekrabbeld 124naar een grootere studie6 waar eene meer 125sombere expressie in is. Er is een gedicht van 126Tom Hood geloof ik waarin hij verteld van eene groote 127dame die s'nachts niet slapen kan om reden 128dat zij overdag/ terwijl zij uit ging om een japon 129te koopen de arme naaisters bleek, teringachtig, 130uitgemergeld heeft zien zitten werken in een bedompt vertrek. En nu heeft zij 131gewetensangst over haar weelde en schrikt s'nachts 132wakker.7 Kortom ’t is een slank blank 133vrouwenfiguur/ onrustig in den donkeren nacht.
134Als het moet dan zal ik er niet meer over spreken 135en Tersteeg de f_ 25 geven als gij weer zendt doch 136kon het geschikt worden/ ik wachtte liever tot hij 137later een teekening er voor neemt, omdat ik 138nu bepaald zooveel geld noodig heb als ik maar 139met mogelijkheid missen kan voor mijn studies. 140Enfin, mij dunkt Tersteeg zal zoo bar niet 141wezen dat hij niet begrijpen zou dat f_ 25 nu op ’t moment 142voor mij meer waard zijn dan voor ZEd. Nu/ heb het goed 143en nog eens/ ik wou gij in een eigen atelier zaata 144te werken over eenigen tijd. Het hoeft niet overhaast 145te geschieden – maar ik geloof gij na een betrekkelijk korten 146tijd van tobberij eens en voor altijd er gelukkiger door zijn zoudt. à dieu.
32P.S.8 Veel naaktstudies heb ik nog niet doch 33er zijn er bij die bijzonder veel hebben van de 34Bargues/ zijn zij daarom minder oorspronkelijk? 35Het komt misschien veeleer omdat ik door de Bargues de 36natuur onder de oogen heb leeren zien.–9