Back to site

213 To Theo van Gogh. The Hague, Friday, 24 March 1882.

metadata
No. 213 (Brieven 1990 212, Complete Letters 183)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: The Hague, Friday, 24 March 1882

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b204 V/1962

Date
Letter headed ‘Vrijdag morgen’. Because Vincent again asks Theo to send money (letter 212: ‘around the end of this month’) and approximately a week has passed since he wrote the last letter, this letter was most likely written on Friday, 24 March 1882.

Ongoing topics
Uncle Cor’s first order for drawings (210)
Vincent tries to persuade Theo to become a painter (211)
Strained relations with Tersteeg (208)
Theo’s plans to come to the Netherlands (206)

original text
 1r:1
Vrijdag morgen

Theo,
Dezer dagen ben ik hard aan ’t werk geweest en ik ben in ’t touw van s’morgens tot s’avonds. Primo de teekeningetjes voor C.M. Die zijn af en naar hem toe doch ik had gehoopt dat ZEd. het geld direkt zou hebben gestuurd & nu hij ’t niet direkt stuurt vrees ik het hem door ’t hoofd gaat en wanneer zal hij het nu sturen??? Ik blijf bijna dagelijks dergelijke kleine stadsgezigten teekenen en ik krijg er den slag nu van beet. Ik wou dat Tersteeg of anderen die beweeren dat ze mij genegen zijn of helpen willen mij ook maar vroegen om dingen die ik maken kan in plaats van onmogelijkheden te eischen waardoor ik gedecourageerd wordt inplaats van geencourageerd. Enfin que soit. Doch ik had gedacht dat C.M. me direkt betaald zou hebben. Ze waren zeker niet minder dan ’t specimen waarop ZEd. ze bestelde en ik heb er last genoeg mee gehad, voor meer dan f. 30 alligt. Als de lui begrepen dat niets niets is en dat dagen zonder een cent in den zak erg bar en moeielijk zijn dan zouden ze geloof ik niet zoo zijn om mij het beetje geld, dat ik van U ontvang en  1v:2 dat mij boven water houdt in dezen moeielijken tijd, te beknibbelen of mij het hart week te maken door mij verwijtingen te doen van wege ik het van U ontvang.
Ik geloof Theo, dat Tersteeg noch U noch mij er een dienst mee bewijst zich in die affaire te mengen. Hij heeft daarmee niet te maken. Als ik hard werk verdien ik dan mijn brood niet? of zou ik de middelen om te kunnen werken niet waard zijn?
Ik wou maar kerel, dat gij eens spoedig naar hier kwaamt, en zaagt of ik U bedrieg ja dan neen.
Blommers heeft mij er over gesproken een kunstavond te geven op Pulchri1 van mijn collectie houtsneden naar Herkomer, Frank Holl,  1v:3 Dumaurier &c.2 Ik zou dat zeer gaarne doen, ik heb er genoeg voor 2 avonden desnoods. Enfin ’t gaat mij goed & ik voel dat ik vooruitga in mijn werk.
Ik moet nog ± een jaar teekenen, althans nog eenige maanden totdat mijn hand secuur vast is en mijn blik op de dingen & dan zie ik volstrekt geen bezwaar in den weg waarom ik niet zeer productief zou kunnen worden voor den handel. Dat ik die eenige maanden tijd vraag is billijk. Het kan niet sneller dan dat, of ik zou slecht werk leveren en dat hoeft niet, met een weinig wachten lever ik goed werk.
Kunt gij mij wat sturen dezer dagen? ik hoop het. Gij weet ik heb Tersteeg de f. 10 terug gegeven.3 Ik zeg nog eens, ik wou dat gij schilder werd, gij kunt het als gij wilt en  1r:4 gij zoudt daar niets bij verliezen, alleen iets beters worden dunkt mij dan als gij kunsthandelaar bleeft al waart gij de beste aller kunsthandelaars.–
Om er uit te krijgen wat er in U zit zoudt ge evenwel er U met al uw kracht moeten inwerpen.–
Ik heb U in den laatsten tijd geen schetsjes meer gestuurd – ik wacht nu maar tot ge zelf eens komt – dat is beter. Ben aan figuren bezig en ook aan een paar landschappen v.e. bloemkweekerij hier op den Schenkweg.4
Ik wou wel eens weten sedert wanneer men een artist dwingen mag of probeeren te dwingen ’t zij zijn procedé ’t zij zijn opvatting te veranderen. Zoo iets te probeeren vind ik zeer onbehouwen, vooral als ’t iemand is als Tersteeg die de pretentie heeft “vormen” te bezitten.
Theo, kunt ge me wat sturen, doe het dan en iederen dag die ge ’t vroeger zenden kunt is een dag minder displeizier voor me. Enfin, het is werken quand même – à dieu, schrijf spoedig.

t. à t.
Vincent

translation
 1r:1
Friday morning

Theo,
I’ve been working hard these last few days, and have been at it from morning till night. First, the small drawings for C.M. They’re finished and have been sent to him, but I’d hoped that His Hon. would have sent the money immediately, and now that he hasn’t sent it immediately I’m afraid it’s slipped his mind, and when will he send it now??? I continue drawing similar small townscapes nearly every day and I’m getting the hang of it. I wish that Tersteeg and others who claim to be fond of me or willing to help me would ask me for things I can make instead of demanding impossibilities that discourage rather than encourage me. Well, so be it. But I did think that C.M. would pay me immediately. They were certainly no worse than the example that prompted His Hon. to order them, and they gave me enough trouble, more than 30 guilders’ worth at the very least. If people understood that nothing is nothing, and that days without a penny in one’s pocket are very tough and difficult, then I don’t think they’d begrudge me that little bit of money I get from you,  1v:2 which allows me to keep my head above water at this difficult time, or make me faint-hearted by reproaching me because of what I get from you.
Theo, I believe that Tersteeg does neither you nor me a good turn by meddling in this matter. He has nothing to do with it. If I work hard, do I not earn my bread? Or am I not worth the means to carry out my work?
I just wish, old chap, that you’d come here soon and see whether or not I’m deceiving you.
Blommers has asked me to give a talk one evening at Pulchri1 about my collection of woodcuts after Herkomer, Frank Holl,  1v:3 Du Maurier &c.2 I’d very much like to do it, I have enough for two evenings if necessary. At any rate, I’m well and I feel I’m progressing in my work.
I have to draw for about a year more, or at least several months yet, until my hand is steady and sure, and my eye, and then I see no reason at all why I shouldn’t become very productive commercially. That I ask for those few months’ time is reasonable. It can’t happen faster than that, or else I’d produce poor work and that’s not necessary, with a bit of waiting I’ll produce good work.
Can you send me something one of these days? I hope so. You know I gave Tersteeg the 10 guilders back.3 I repeat, I wish you’d become a painter, you could do it if you wanted to, and  1r:4 you’d lose nothing by it, only become something better, it seems to me, than if you remain an art dealer, even if you were the very best of art dealers.
Still, to make the most of your potential, you’d have to throw yourself into it with all your might.
I haven’t sent you any more sketches recently – I’m waiting now until you come here yourself – it’s better that way. Am busy with figures, and also with a couple of landscapes of a nursery here in Schenkweg.4
Since when, I’d like to know, is one allowed to force or try to force an artist to change either his working method or his ideas? I find it very rude to try such a thing, especially if it’s someone like Tersteeg, who has the presumption to think he has ‘manners’.
Theo, if you can send me something, do, and every day earlier that you can send it is one day less of unpleasantness for me. Oh well, it’s back to work in any case. Adieu, write soon.

Ever yours,
Vincent
notes
1. Bernardus Blommers, no. 10 in the membership records, is listed as a ‘regular’ member of the society. See Archief Pulchri, inv. no. 59-289, October 1881 - September 1882. The intended viewing never took place (see letter 217).
2. Van Gogh’s estate contains numerous prints by English illustrators. Most of the prints by the three artists mentioned come from issues of The Graphic published in the 1870s: 22 prints after works by Hubert von Herkomer, 3 after Francis Montague Holl and 5 after George du Maurier.
3. Van Gogh wrote this in letter 211.
4. These perhaps included Houses on Schenkweg (F 915 / JH 122), Nursery on Schenkweg (F 930 / JH 138 ), and Nursery on Schenkweg (F 923 / JH 125 ).