1r:1
1Waarde Theo.
1*Gij zult het misschien nog al bar
2vinden wat ik U schreef omtrent Tersteeg. Evenwel
3ik neem dat geenszins terug. Tersteeg is iemand die
4fameus hardhoorig is doch die ik niet voor doof houd.
5Het moet hem zeer vierkant gezegd worden anders
6dringt het niet door zijn harnas heen.
7Hij heeft mij nu jaren lang beschouwd als een
8soort suffer & droomer/ hij beschouwt me nog zoo
9en zegt zelfs van mijn teekeningen: dat is
10een soort opiumbedwelming die ge U zelf
11toedient om de pijn niet te voelen die het U kost
11adat gij geen aquarellen maken kunt.
12Welnu dat is wel fijn gevonden doch dat
13gezegde is toch ondoordacht/ oppervlakkig en
14houdt geen steek
14a(de voornaamste reden waarom ik niet op eens aquarellen maken kan zijnde
14bdat ik nog serieuser moet teekenen en letten op proportie & perspectief).
14Gelijkerwijs ook
15de “praktische praatjes” (zegge) van den Hr T_
16over kunst somwijlen on ne peut plus impratiquables
17zijn. Het helpt hem niet al gebruikt hij
18als argumenten er sommige dingen bij die
19men doodslaanders zou kunnen noemen omdat
20het moeielijk is er een antwoord op te vinden.
21Genoeg – zijn reproches verdien ik niet en
22als mijn teekeningen ZEd_ niet amuseeren/
23het amuseert mij ook niet ze ZEd_ te laten zien
24op die manier.–
 1v:2
25Hij veroordeelt teekeningen van me waar terdeeg goeds
26in zit en dat had ik van ZEd_ niet verwacht_
27Indien ik serieuse studies maak naar ’t model
28is dat vrij wat praktischer dan zijn praktische
29praatjes over verkoopbaarheid of onverkoopbaarheid/
30waaromtrent ik overigens zelf als hebbende zelf
31ook wel met schilderijen & teekeningen gehandeld/
32niet in die mate inlichtingen van ZEd_ noodig
33heb als hij wel meent.
34Liever dus wil ik zijn vriendschap verliezen
35dan hem in dezen gelijk geven.
36Ofschoon ik momenten heb van overdondering door
37zorg zoo ben ik toch kalm en mijn kalmte
38grondt zich op het serieus aanpakken van mijn
39werk en op doordenken. Ofschoon ik momenten
40heb van passie en mijn gestel die soms verergert
41zoo ben ik toch bedaard zooals ZEd_ die
42me lang genoeg kent zeer wel weet. Nu zelfs
43zei hij mij: gij hebt te veel geduld.
44Dat woord deugt niet/ men kan bij kunst niet
45te veel geduld hebben, dat woord is buiten
46de proportie. Misschien heeft de Hr. H.G.T.
47in mijn geval te weinig geduld.
48Hij moet nu maar eens/ eens en voor
49altijd/ zien dat ik de zaak serieus aanpak
50en mij niet laat forceeren om werk
51in de wereld te sturen dat niet mijn eigen
52karakter draagt. Mijn eigen karakter begint vooral in
52amijn laatste teekeningen??? studies??? die Tersteeg afkeurde/ te komen.
 1v:3
53'Misschien – misschien zou ’t mij lukken nu reeds iets
54te maken dat misschien met veel moeite verkocht
55kon worden in ’t genre van aquarel.
56Doch dat zou zijn/ aquarellen forceeren in de
57broeikas. Tersteeg & gij moeten
58het natuurlijk saizoen afwachten en
59dat is nu nog niet.
60Hij sprak Engelsch toen hij hier was van wege
61het model er zat. ik zei hem: in due
62time you shall have your watercolours/
63now you can’t – they are not due yet.–
64take your time. En daar blijf ik bij.
65Suffit.
66Sedert het bezoek van T. heb ik een teekening gemaakt
67van een weesjongen die schoenen zit te poetsen.
68Dat mag met een hand gedaan zijn die nog niet precies
69aan mijn wil gehoorzaamd doch evenwel de type
70van dien weesjongen zit er wel in. En wat er
71ook zij van de gaucherie van mijn hand/ die hand
72zal toch wel eindigen moeten met te doen wat
73mijn hoofd wil.
73aZoo heb ik nog een studie gemaakt van het atelier
73bmet de kagchel/ den schoorsteen/ ezel/ tabouret/ tafel &c./
73cnatuurlijkerwijs niet precies verkoopbaar op ’t moment doch zeer goed om perspectief in praktijk te
73dbrengen_1
74Ik verlang naar Uwe komst/ gij hebt
75noch heel wat te zien wat ik sedert Uw
76bezoek van dezen zomer gemaakt heb. Theo ik
77reken er op dat gij mijn werk zult bekijken
78met sympathie en met vertrouwen en
79niet met twijfelmoedigheid of ontevreden,
80omdat ik veel werk denkt Tersteeg dat het
81zoo makkelijk is/ daarin is hij ook al de plank mis_
82Doch ik ben eigentlijk een werkezel of trekos.
 1r:4
84Wilt gij als gij komen mogt vooral denken om het
85papier Ingres. Het is vooral het dikke waar ik graag
86op werk en dat dunkt me zich zelfs voor studies met
87waterverf prêteeren moet.
88'Geloof me dat in zake van kunst het woord geldt/
89Eerlijk duurt het langst. beter wat meer moeite op
90serieuse studie dan een chique om ’t publiek
91te vleijen. Soms heb ik in momenten van zorg wel
92eens verlangd dat ik wat chique had doch bij nadenken
93zeg ik neen – laat mij maar liever mijzelf zijn –
94en met een ruwe factuur strenge/ ruwe doch ware dingen
95zeggen. Ik zal de liefhebbers of handelaars niet naloopen/ laat
96wie lust heeft maar bij mij komen_
97In due time we shall reap if we faint not.2
98Enfin. Zeg Theo wat was die Millet een kerel!
99Ik heb van de Bock te leen het groote werk van Sensier_
100Het interesseert mij zoo dat ik s’nachts er van wakker
101wordt en de lamp aansteek en blijf lezen.3 Want
102overdag moet ik werken.
103Stuur mij toch spoedig wat als ’t U eenigzins
104mogelijk is. Ik wou wel dat Tersteeg eens voor
105een week er voor stond om met het geen ik verteer
106te doen wat ik er mee doe/ hij zou merken dat dat geen
107suffen of droomen of opium bedwelming is doch dat
108men fameus wakker moet zijn om te vechten met
109zooveel moeielijkheden die komen opdokken. Ook is
110het niet makkelijk om modellen te vinden en ze
111tot het poseeren te brengen. De meeste schilders worden daarin
112moedeloos. Vooral wanneer men om ze te betalen
113zich op eten/ drinken/ kleeren moet bekrimpen – te
114kort doen.– Enfin Tersteeg is Tersteeg en ik ben ik_
115Nogthans weet het wel/ ik ben niet opposiet d.i_ vijandig
116tegenover hem doch ik moet hem te verstaan geven
117dat hij mij te oppervlakkig beoordeelt en – en –
118ik geloof dat hij er op terug komen zal – ik hoop het
119'van harte want oneenigheid met ZEd_ doet mij veel leed
120en maakt mij ’t leven moeielijk. Ik hoop dat Uw brief spoedig
121komt – mijn laatste centen zijn om dezen brief te
122frankeeren. Het is wel pas eenige dagen geleden dat ik de f_ 10 van
123Tersteeg ontving doch daar moest ik denzelfden dag f_ 6.- van betalen
124aan model/ aan den bakker/ aan het meisje dat het atelier veegt.
125à dieu/ gezondheid & goeden moed U toegewenscht/ ik ben ondanks alles ook niet zonder
126goeden moed. Je te serre la main_

126*Vincent

 2r:5
83'Ik heb een zeer aangenaam bezoek gehad van Jules Bakhuyzen en ik mag wanneer ik wil bij hem komen.

127»Ziehier een paar woorden die mij in de
128Millet van Sensier zeer troffen en
129ontroerden/ gezegden van Millet.
130L’art c’est un combat4 – dans l’art il faut
131y mettre sa peau_5
132Il s’agit de travailler comme plusieurs nègres_6
133J’aimerais mieux ne rien dire que de
134m’exprimer faiblement.–7
135Het is eerst gisteren dat ik dat laatste woord van Millet las
136doch voor dien tijd had ik dat zelfde wel gevoeld/
137dat is het weshalve ik soms behoefte gevoel
138om niet met een zacht penseel doch een hard
139timmermanspotlood en een pen het er in te
140krassen wat ik voel. Gare! Tersteeg! Gare! tu as bien
141carrément tort.–

 2v:6
142Theo het is bijna miraculeus!!!
143Daar komt primo berigt dat ik Uw brief moet gaan halen_
144Daar komt secundo C.M./ bestelt me 12
145kleine penteekeningen/ gezigten van s’Hage naar aanleiding
146van eenige die gereed waren (’t Paddemoes.– de Geest –
147de Vleersteeg waren gereed)8 tegen een rijksdaalder9 per stuk/
148prijs door mij bepaald. met belofte dat als ik ze
149naar zijn zin maak hij me 12 anderen bestellen zal10
150doch waarvan hij de prijs fixeeren zal hooger dan ikzelf_
151Daar kom ik tertio Mauve tegen/ voorspoedig verlost van
152zijn groote Schij/ belooft mij spoedig aan te komen_
153Dus/ Ça va – ça marche – ça ira encore!11
154En nog iets heeft mij getroffen en zeer getroffen – ik had gezegd dat
155’t model niet moest komen vandaag – ik had niet gezegd waarom –
156maar de arme vrouw kwam toch en ik protesteerde. Ja maar
157ik kom niet om geteekend te worden/ ik kom maar eens kijken of
158gij wel eten hebt – zij had een portie snijboonen en aardappelen bij zich_
159Er zijn toch dingen in ’t leven die de moeite waard zijn.–


53 Misschien – misschien < Misschien misschien
88 geldt, < geld
83 In the left margin on p. 3, (Misschien – misschien [...] trekos), l. 53-82.
119 want < wat
top