3Ofschoon ik wel eenigzins een brief van U verwacht dezer 4dagen zoo schrijf ik toch weer eens.–
5Ik hoorde een & ander aangaande U van den Heer Tersteeg 6toen die terug kwam uit Parijs.– Hij zeide mij dat het 7U goed ging & scheen nog al in zijn schik over zijne 8reis. Toen ik bij hem was had ik een paar teekeningen 9& daarvan zeide hij dat ze beter waren dan de 10vorigen & zeide mij nog dat ik eens een paar kleine 11weer maken moest. Daar ben ik nu aan bezig_ 12En ook heb ik gewerkt aan een nieuwe penteekening 13van een oud vrouwtje dat zit te breien_1 En 14ik geloof dat die ook beter is dan die van dezen 15zomer/ ten minste er is meer toon in. Als ik 16eens een paar penteekeningen heb die terdeeg raak 17zijn dan geloof ik daar nog een liefhebber voor 18te weten.–
19Ik heb ook dezer dagen eens aan C.M. geschreven 20dat ik hier een atelier had gehuurd & hoopte 21dat wanneer hij eens te s’Hage kwam hij mij 22dit zou doen weten of eens zou komen kijken. 23Oom Cent heeft mij dezen zomer ook gezegd dat 24als ik eens een teekening had/ wat kleiner dan 25die van dezen zomer2 en meer aquarel/ ik die 26maar eens zenden moest/ dan zou hij die 27van me nemen. Misschien is de tijd 28werkelijk niet ver meer af dat ik door 29mijn werk wat geld in den zak zal krijgen 30dat ik hoog noodig heb/ juist om nog 31serieuser de zaak te kunnen aanpakken.
32Als gij het kunt te weten komen moet gij toch mij eens mededeelen 33wat voor soort teekeningen men aan de illustratiesa zou 34kunnen kwijt raken. Mij dunkt ze moeten 35daar penteekeningen van typen uit het volk 36kunnen gebruiken & ik zou er zoo graag op 37beginnen te werken om iets te maken dat 38geschikt was voor reproductie. Ik denk niet 39dat alle teekeningen direkt op de blokken 40worden geteekend/ er zal wel een middel 41bestaan om op het blok een facsimilé te krijgen.3 42Evenwel ik weet er het regte niet van.
43Soms verlang ik er zoo erg naar om U eens 44te zien & te spreken/ zoudt gij nog in 45langb niet in Holland komen. Pa had 46U geloof ik nog half & half op zijn verjaardag4 47verwacht.
48Het deed mij veel pleizier dat de Heer Tersteeg 49de teekeningen wat beter vond, nu/ ik begin 50nu ook weer wat t’huis te raken met mijn 51model en dat is juist de reden waarom 52ik er nu nog mee moet doorzetten.
53In de twee laatste studies heb ik het karakter 54veel meer gevat/ dat hebben mij allen gezegd die 55ze zagen. Tegenwoordig ga ik nog al 56eens teekenen met Breitner/ een jong schilder 57die in kennis is met Rochussen zooals ik met Mauve.5 58Hij teekent heel handig en heel anders weer dan ik, 59en wij maken dikwijls zamen typen in de volksgaar- 60keuken of de wachtkamer &c.6 Hij komt nog al eens bij 61mij op ’t atelier om houtgravures te zien & ik bij hem ook. 62Hij heeft het atelier dat Apol vroeger had bij Siebenhaar.7
63verl. Week ben ik op een Kunstbeschouwing geweest 64op Pulchri waar schetsen waren van Bosboom 65en van Henkes.8 Zeer mooi; van Henkes 66waren er verscheiden grootere figuren dan 67men gewoonlijk van hem ziet. Hij moest 68die maar meer maken dunkt me.
70Ik kijk al iederen dag uit naar een brief 71van U want ik hoop dat gij mij dezer dagen 72wat zult sturen.
73Wij moeten het nog een tijdje uithouden 74kerel, en volhouden/ gij zoowel als ik 75en dan zullen we er allebei nog wel eens 76pleizier van hebben ook.
77Ik ben toch zoo blij dat ik het figuur doorgezet 78heb, tot dus ver. Als ik landschap alleen gemaakt 79had/ ja dan zou ik misschien nu reeds iets 80maken dat voor een prijsje te verkoopen was doch 81dan zou ik later toch weer vast raken. Terwijl 82het figuur wel omslagtiger is en een meer 83gecompliceerde zaak doch het is solidener, 84geloof ik op den langen duur.
85de Bock kwam van middag eens hier/ 86juist terwijl ik naar ’t model zat te 87werken & toen hij ’t model zag/ ja toen 88begon hij te zeggen dat hij toch ook wel 89trek zou hebben om figuur te gaan teekenen 90doch hij doet het maar niet.– Hij heeft echter 91onlangs een mooie teekening gemaakt.9
92In Uw vorigen brief hebt gij mij iets gezegd omtrent 93de kwestie dat gij voor den inventaris klaar was 94geen geld kondt opnemen.10 Maar mogt gij het 95niet hebben wees dan zoo goed en schrijf er 96de Heer Tersteeg direkt over want ik heb niet 97meer dan een gulden of drie over en 98het is reeds bijna half Februarij.
99Dus wacht ik in alle geval een 100brief van U dezer dagen.
101Ik geloof dat ik in de laatste teekeningen de 102proportie veel beter heb dan in de vorige en 103dat is juist hetgeen mij de ergste fout toescheen 104in mijn teekeningen tot nog toe doch daarin 105komt goddank verandering en dan ben 106ik voor niets meer bang.–