1Gij moet niet denken dat ik den brief terug stuur om te 2beleedigen maar ik vind dit de kortste manier om 3er duidelijk op te antwoorden. En als gij uw brief er 4niet bij terug hadt zoudt gij niet zoo goed begrijpen 5kunnen waar mijn antwoord op doelt/ nu wijzen de 6nummers u den weg. Ik heb geen tijd/ ik wacht nog 7model van daag.
8Ik wist omdat ik maar weinig tijd heb geen 9beter middel om te antwoorden op uw brief 10dan dat ik op deze manier in geregelde 11volgorde op een & ander antwoord.
12(1) Daar heb ik het niet op “aangelegd”/ integendeel toen Pa hier 13was1 hebben Mauve/ Pa & ik er over gesproken dat ik een atelier zou 14huren te Etten – daar den winter doorbrengen – in ’t voorjaar 15'terug komen te s’Hage. Om reden van de modellen en omdat 16ik daar te Etten mijn werk geregeld had & het begon te vlotten.
17Dat neemt niet weg dat ik mijn verblijf te s’Hage nog wel wat had 18willen rekken toen ik toch hier was/ maar het was niet te min wel degelijk mijn 19voornemen de studies van de Brabantsche boerentypen voort te 20zetten_ En toen ik gecontrarieerd werd in het ten uitvoer brengen 21van dat plan nadat het met M. overlegd was & ik reeds 22in correspondentie was met hem over het bewuste atelier 23(eene loods waaraan eenige reparatiën moesten geschieden)/ 24toen kon ik mijn drift niet bedwingen.–
25Herinner U een schrijven van mij aan U waarin ik U meer in het 26breede over mijn plan om die studies door te zetten schreef.2 27Ik bedoel den brief waarin ik U verzocht om Pa & Moe nog eens 28met een hartig woordje op t’hart te drukken dat den 29werkkring te Etten van zooveel belang voor mij was &c. 30ik herinner mij de uitdrukking die ik bezigde: het zou toch 31wat te erg zijn als ik om een gril van Pa een werk moest 32opgeven dat nu aan het vlotten is en waaraan ik reeds 33sedert maanden arbeid. Denk zelf na – ondanks de hulp van 34Mauve zit ik hier veel meer in de penarie dan t’huis en 35ik weet waarachtig niet hoe ik er doorkomen zal.–
362) Die uitdrukking dat ik het er op aanleg om Pa & Moe het 37leven bitter te maken is eigentlijk niet van U/ ik 38ken die en van ouds als een jesuitisme van Pa zelf en heb 39Pa gezegd & Moe ook dat ik het als een jesuitisme 40beschoude en er mij niets van aantrok.–
41Pa komt als men hem iets zegt waarop hij niet meer weet te 42antwoorden geregeld voor den dag met een dergelijk gezegde en o.a. 43zegt/ “gij vermoort me”/ terwijl hij doodkalm de courant zit te lezen 44en zijn pijp rookt. Dus neem ik dergelijke uitdrukkingen voor ’t geen 45ze zijn.–
46of anders wordt Pa fameus driftig en is gewoon dat de lui dan bang 47worden en ’t verwondert Pa als iemand voor zijn drift niet wijkt.–
48Pa is vreesselijk ligtgeraakt en prikkelbaar en vol eigenzinnigheden in het 49huisselijk leven en is gewoon zijn zin te krijgen. En onder de rubriek 50“de vormen en regels van dit huis” waarnaar ik mij dan zou moeten 51schikken/ daar hoort letterlijk alles toe wat Pa maar in den zin 52komt.–
53'3) “Vechten met een oud man is geen kunst &c_” Om reden dat Pa een oud man is 54heb ik Pa honderdmaal gespaard & dingen verdragen die ondragelijk zijn ten 55naaste bij. Nu/ ditmaal was ’t ook geen vechten maar eenvoudig een “basta” 56zeggen en omdat er niet geluisterd werd naar rede en gezond verstand heb ik 57het eens op een vierkante manier gezegd & ’t is erg best dat Pa nu eens rondborstig 58een & ander heeft hooren uitspreken dat anderen ook wel eens denken.
594) Dat het zich niet gaauw redresseeren zal.– Voor het uiterlijke heb ik de zaak 60in orde gebragt door nog eens aan Pa te schrijven dat ik een atelier gehuurd 61had/ dat ik verder met het nieuwe jaar gelukwenschte/ dat ik hoopte wij in dat 62nieuwe jaar niet meer op die wijs noch ook op eenige andere manier twisten 63zouden. Meer doe ik er niet aan, meer hoef ik er niet aan te doen. 64Stond deze laatste scène op zich zelf/ was ’t iets anders/ maar die is voorafgegaan 65door andere scènes/ doch als wanneera ik op bedaarder ofschoon besliste 66wijze veel dingen gezegd heb tot Pa die door ZEd_ systematisch in den 67wind geslagen werden_ Dus wat betreft die dingen die ik in drift gezegd 68heb/ ook in bedaarder stemming denk ik er zoo over/ alleen dan 69zwijgb ik ze uit politiek of zeg ze op een andere manier. Maar nu 70viel mijn politiek weg toen ik driftig werd en enfin/ nu heb ik het eens 71uitgesproken. Ik vraag daar geen excuus voor en zoolang Pa & Moe 72in die stemming blijven neem ik er niets van terug.– Worden zij later 73mogelijk wat menschelijker en gevoeliger en opregter dan zal ik gaarne 74dat alles terugnemen.– Maar ik betwijfel of dat wel gebeuren zal.
755) Dat Pa & Moe niet kunnen leven als er geharrewar is &c. dat is 76in zoover waar dat zij een woestijn om zich scheppen en zich een 77kwaden ouden dag bezorgen als zij een goeden en tevredenen konden 78hebben_ Maar toch/ wat betreft die uitdrukkingen “ik kan het niet 79'uithouden”/ “ik word vermoord”/ “mijn leven wordt verbitterd”/ ik hecht 80er niet meer aan want dat is maar een maniertje_ En als zij 81niet veranderen zou ik gelijk ik reeds zeide vreezen dat zij zich nog 82veel kwade en eenzame dagen bereiden zullen.
836) Dat ik er spijt van zal hebben &c. Vóór het zoover kwam als het nu gekomen is 84heb ik veel spijt en smart gehad en ’t mij moeielijk gemaakt omdat het zoo slecht 85ging tusschen Pa en Moe en mij. Maar nu het eenmaal zoover gekomen is/ 86welnu het zij zoo en nu heb ik om U de waarheid te zeggen geen spijt meer 87maar onwillekeurig een gevoel van verlossing. Zie ik later in dat ik verkeerd 88deed/ ja dan zal ik er spijt van hebben natuurlijkerwijs maar tot nog 89toe zie ik niet precies in hoe het mogelijk was anders te handelen_ Wanneer 90iemand mij gedecideerd zegt “ga mijn huis uit/ hoe eer hoe liever, liever 91'binnen ’t half uur dan over een uur”/ welnu, kerel, dan duurt het 92geen kwartier of ik ben er uit en kom er niet weer in ook. Dat is wat te bar_ 93Om finantieele reden zou ik om U of anderen geen meer last te veroorzaken niet 94ligt uit mijn eigen zijn vertrokken/ gij begrijpt dit wel doch nu niet van mijn maar 95van hun kant gezegd wordt “ga weg”/ welnu dan is mijn weg duidelijk genoeg 96aangewezen.–
977) Wat betreft Mauve – ja zeker houd ik veel van M. en sympathizeer met hem/ 98van zijn werk houd ik veel – en ik acht mij gelukkig wat van hem te leeren 99maar evenmin als Mauve zelf kan ik mij in een systeem of rigting 100opsluiten en behalve van Mauve en het werk van Mauve houd ik ook 101van anderen die heel anders zijn en werken. En wat betreft mijzelf 102en mijn eigen werk/ misschien is er overeenkomst soms maar zeker 103ook wel degelijk onderscheid. Als ik van iemand of iets houd dan meen 104ik dat en er komt bepaald soms hartstogt en vuur bij doch 105daarom vind ik niet systematisch alleen enkele personen volmaakt en al 106de anderen niets waard – dat zij verre.–
1078) Vrijdenkend dat is eigentlijk een woord waaraan ik erg het land heb 108ofschoon ik soms faute de mieux het wel eens gebruiken moet.
109'9) De zaak is dat ik mijn best doe om door te denken en probeer om bij doen of laten 110rekening te houden met rede en gezond verstand. En juist daartegen zou 111het strijden als men iemand tot niets wilde reduceeren. Het is dus volkomen 112waar dat ik wel eens tot Pa gezegd heb “denk toch eens door over dit of 113dat”/ of “dit of dat houdt geen steek mijns inziens”/ maar dat is niet 114iemand tot niets zoeken te reduceeren_ En ik ben niet Pa’s vijand 115als ik hem eens de waarheid zeg/ zelfs niet toen ik in drift het 116in zeemanstermen uitdrukte. Alleen het hielp me niets en 117Pa nam het slecht op. Is het dat Pa er op doelt dat ik gezegd heb dat 118de moraal en het godsdienstig systeem van de dominés en de 119akademische opvattingen voor mij geen dubbeltje waard zijn sedert ik 120er veel dessous de cartes van heb leeren kennen/ dan neem ik dat 121volstrekt niet terug want ik meen het werkelijk. Alleen in bedaarde 122stemming spreek ik er niet over maar ’t wordt iets anders als men me 123b.v. wil dwingen om naar de kerk te gaan of er waarde aan te 124hechten/ dan zeg ik natuurlijkerwijs dat dat geheel & al buiten kwestie is.
12510) Telt Pa’s leven voor niets? Ik heb reeds gezegd dat als ik iemand 126hoor zeggen “ge vermoort me”/ en ondertusschen leest die man zijn 127courant en spreekt een halve minuut later over ik weet 128niet wat voor advertentie/ ik zoo’n uitdrukking vrij ontoepasselijk 129en overbodig vind & er me niets van aantrek. Zoodra die 130uitdrukking of dergelijke oververteld worden aan anderen die 131dan mij voor een moordenaar en zelfs oudermoordenaar 132gaan beschouwen min of meer/ dan zeg ik/ zulke kwaadsprekerijen 133zijn noch meer noch minder dan jesuitismes. Ziedaar. 134Overigens nu is de moordenaar het huis uit en dus kort 135en goed/ ik trek me daar niets van aan en ik vind het 136bespottelijk zelfs_
137'11) Gij zegt “ik begrijp je niet”. Nu dat geloof ik graag want 138schrijven is eigentlijk maar een beroerd middel om elkaar 139dingen begrijpelijk te maken_ En het kost veel tijd en gij en ik 140hebben toch al veel te doen. Maar we moeten maar wat geduld 141hebben met elkaar totdat we elkaar weer eens zien en spreken.
14212) Schrijf me weer eens_ Ja natuurlijk/ maar vooraf moet 143ik met U afspreken hoe.–
144Wilt gij dat ik in een soort koopmansstijl zal schrijven/ droog en 145afgepast en mijn woorden wikkende en wegende en eigentlijk 146niets zeggende_–
147'Of wilt gij dat ik zal voortgaan te schrijven net zoo als ik 148in den laatsten tijd gedaan heb/ over allerlei U de 149gedachten zeggende die in me opkomen zonder bang te zijn 150eens door te slaan/ zonder mijne gedachten te kortwieken of 151terug te houden.
152Dat laatste doe ik het liefst/ namelijk vrijuit schrijven of zeggen 153wat ik bedoel.
154En nu eindig ik het direkte antwoord op uw brief want ik heb 155nog met U te spreken over teekenen &c_ & daar praat ik 156liever over. Houd het mij ten goede dat ik voorloopig maar 157net doe als of Pa en Moe niet bestaan/ het was veel beter 158geweest dat ik dezen winter te Etten had doorgebragt en het was 159vooral om finantieele reden veel makkelijker voor me geweest_– 160Ging ik daarover weer denken & tobben/ ik zou er melankoliek 161van worden dus het is uit/ kort & goed. Ik zit nu hier en 162moet er zien door te scharrelen. Als ik er nog over ging 163schrijven met Pa/ ’t was olie in ’t vuur en ik wil niet meer 164zoo driftig worden en ik werp me met al mijn kracht in 165het leven en de zaken hier/ en wat wil ik/ Etten is verloren en 166het Heike maar ik zal iets anders zoeken terug te winnen.
168Ik behoef U niet te zeggen dat ik overigens eigentlijk toch erg 169in de zorg zit. Natuurlijkerwijs zijn mijn uitgaven meer dan 170te Etten en ik kan niet half zoo energiek te werk gaan als 171ik zou willen en zou kunnen als ik over meer te beschikken 172had.
173Maar mijn atelier komt in orde. Ik wou dat gij het eens 174zaagt/ ik heb al mijn studies opgehangen en gij moet mij 175die gij hebt ook maar terug sturen want ik kan er nog 176dienst van hebben. Zij mogen onverkoopbaar zijn en ik zelf wil 177graag al de fouten er van erkennen maar er zit iets in van 178de natuur omdat zij gemaakt zijn met een zekere passie.
179En ge weet ik tob nu om aquarellen te maken en krijg ik 180daar den slag van dan zullen ze verkoopbaar worden_
181Maar Theo ge kunt er verzekerd van zijn dat toen ik voor ’t eerst 182bij Mauve was geweest met mijn penteekeningen en M_ zei/ ge 183moet het eens met houtskool & krijt & penseel & doezelaar probeeren/ 184ik er verdomd veel moeite mee gehad heb om met dat nieuwe 185materiaal te werken. Ik ben geduldig geweest en ’t scheen 186niets te helpen/ toen werd ik soms zoo ongeduldig dat ik 187mijn houtskool vertrapte en gansch & al moedeloos werd_ 188En toch/ een tijd daarna stuurde ik U teekeningen met 189krijt & houtskool & ’t penseel gemaakt3 en ik kwam bij Mauve terug 190met een heele partij dergelijken waarop hij wel aanmerking had 191natuurlijkerwijs en teregt/ en gij ook/ doch evenwel 192ik was 193een stap vooruit.
194Nu zit ik weer in een dergelijke periode van strijd en moedeloosheid/ van 195geduld en ongeduld/ van hoop en van desolatie. 196Maar ik moet daar doorworstelen en enfin/ over een 197tijd zal ik het aquarelleeren wel beter vatten.
198Als het zoo makkelijk was zou er geen aardigheid 199aan zijn.– En met het schilderen is het dito dito. 200Nu komt er nog bij dat het weer ongunstig is 201en dezen winter ben ik nog niet voor mijn pleizier uit. 202Toch heb ik schik in mijn leven en vooral dat ik een 203eigen atelier heb vind ik onuitsprekelijk heerlijk. Wanneer 204komt ge eens bij me koffij of thee drinken? Ik hoop spoedig. 205Ge kunt desnoods logeeren ook/ wat best en wat gezellig. 206En ik heb zelfs bloemen/ ook een paar bakjes bollen. 207En bovendien heb ik nog een ander ornament voor mijn 208atelier opgedaan/ ik heb een verbazend koopje 209gehad aan prachtige houtsneden uit de Graphic/ gedeeltelijk 210afdrukken niet van de clichés maar van de blokken zelf. 211Precies de dingen waarnaar ik jaren verlangd heb.
212'De teekeningen van Herkomer/4 Frank Holl/5 Walker6 213en anderen. Ik heb ze gekocht van Blok den boekenjood7 214en heb uit een enormen stapel graphics & London News uitgezocht 215wat het beste was voor vijf gulden. Er zijn dingen bij die 216superbe zijn/ onder anderen de Houseless and homeless van
2r:7 217
Fildes (arme lui voor een nachthuis wachtende)8 en twee 218groote Herkomers en veel kleine/ en de Irish emigrants 219van Frank Holl9 en de “Old gate” van Walker.10 220en vooral een meisjesschool van Frank Holl11 en dan 221nog die groote Herkomer/ de invaliden.12
223En ik heb zulke mooie dingen met een zekere rust in huis 224omdat kerel/ ofschoon ik er nog een heel eind van daan ben 225om ze zelf zóó mooi te maken/ ik toch een paar studies 226van oude boertjes enz_ aan den muur heb hangen die 227bewijzen dat mijn enthousiasme voor die teekenaars 228niet maar enkel ijdelheid is maar dat ik er op tob en er 229naar streef om zelf ook iets te maken dat realistisch 230is en toch met sentiment gedaan. Ik heb wel een stuk 231of 12 figuren van spitters en lui die op het aardappelveld bezig zijn13 232en ik denk er over of ik daar niet iets van zou kunnen 233maken/ gij hebt er ook nog een paar van/ o.a_ een man die 234aardappelen in een zak doet.14 Enfin ik weet het nog niet maar 235hetzij nu hetzij later/ ik moet dat toch eens maken want ik heb 236het dezen zomer zoo bekeken en hier in de duinen zou ik 237een goede studie van den grond en de lucht kunnen maken 238en dan de figuren er brutaal in. Toch hecht ik niet zoo heel 239veel aan die studies en hoop natuurlijk ze nog heel anders en beter te 240maken maar de brabantsche typen zijn karakteristiek en wie weet of er 241nog geen partij van te trekken is. Mogten er bij zijn die ge houden wilt ga gerust 242uw gang maar die waar ge niet aan hecht wil ik wel heel graag terug hebben. 243Door het bestudeeren van nieuwe modellen zal ik van zelf attent worden 244op de fouten in de proportie van mijn studies van dezen zomer en daarmee 245rekening houdende zijn ze mij alligt nog nuttig. Toen Uw 246brief zoo lang weg bleef (want doordat hij eerst naar Mauve ging kreeg ik hem 247nog later) moest ik naar den Hr Tersteeg toe gaan en die heeft mij f_ 25 248gegeven totdat ik Uw brief zou ontvangen. Het is misschien wel goed 249dat ik met Uw medeweten of gij met mijn medeweten ’t een of ander met 250den Hr T. afspreek. Want gij begrijpt Theo/ ik moet zoo vast mogelijk weten 251waaraan ik mij te houden heb, en ik moet vooruit berekenen en 252weten/ dit of dat kan ik doen of moet het laten. Gij zult mij 253dus veel genoegen doen als wij vast met elkaar afspreken 254en ik hoop gij mij daarover spoedig zult schrijven.
255Mauve heeft me beloofd dat hij me zou voordragen om dadelijk 256buitengewoon lid van Pulchri15 te worden omdat ik dan 2 maal in 257de week s’avonds daar naar ’t model kan teekenen en meer 258omgang met artisten hebben. Dan word ik later zoo spoedig mogelijk gewoon 259lid. Nu kerel, dank voor het gezondene – en geloof me/ met 260een handdruk