Paris, le 5 Jan. [188]2
Je twee brieven heb ik ontvangen & dank er je voor je mij op de hoogte houd hoe de zaken loopen.
1 Dat je te s’Hage voor goed geinstaleerd ben, vind ik zeer goed & hoop zoo veel ik kan te zullen doen om je er door te helpen tot je zelf kunt gaan verdienen; maar wat ik niet goed vind is de manier waarop je het aangelegd heb om Pa & Moe te verlaten.(
1)
2 Dat je het daar niet goed uit kon houden is mogelijk & dat je van zienswijze met menschen die hun gansche leven buiten
1r:2 hebben gewoond & niet in de gelegenheid zijn geweest om het moderne leven mee te leven, verschilt, is niet anders dan natuurlijk, maar wat bliksem maakte je zoo kinderachtig & zoo onbeschaamd om op de manier waarop je het aangelegd hebt Pa & Moe het leven bitter & bijna onmogelijk te maken.(
2) Het is niet moeielijk om te vechten met iemand die reeds vermoeid is.(
3) Toen Pa er mij over schreef dacht ik nog aan misverstand maar je zegt zelf in je brief, Wat de verhouding tusschen Pa & mij betreft, dat zal zich zoo gauw niet redresseeren.(
4) Ken je hem dan niet & weet je niet dat Pa niet kan leven zoolang er geharrewar tusschen jelui beiden is.(
5) Coute qui coute, je
ben verplicht te zorgen dat die zaak in orde komt & ik verzeker je dat je eens allemachtig veel spijt zult hebben deze zaak zoo ruw behandeld te hebben.(
6) Je hebt nu Mauve die je aantrekt & daar je overdrijft is ieder die niets van hem heeft niet naar je zin omdat je in iedereen de zelfde kwaliteiten zoekt.(
7) Is het niet bitter voor Pa als hij zich door iemand die zegt meer vrijdenkend te zijn(
8) dan hij & die hij au fond mogelijk van tijd tot tijd beneid
a om helderder inzichten, tot niets gereduceerd ziet.(
9) Telt dan
zijn leven
1v:3 voor niets?(
10) Ik begrijp je niet.–(
11)
tt.