Back to site

195 To Anthon van Rappard. The Hague, Friday, 30 December 1881.

metadata
No. 195 (Brieven 1990 195, Complete Letters R7)
From: Vincent van Gogh
To: Anthon van Rappard
Date: The Hague, Friday, 30 December 1881

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b8341 V/2006

Date
Letter headed: ‘den Haag 30 Dec. 1881’.

Ongoing topic
Van Gogh’s quarrel with his parents (194)

original text
 1r:1
den Haag 30 Dec. 1881.

Waarde Rappard,
Uw schrijven uit Brussel1 heb ik ontvangen.
Het bevalt mij volstrekt niet maar enfin, ge hebt geschreven op een moment dat gij zooals ge zelf zegt wat abnormaal waart. Niets of zoo goed als niets in Uw brief houdt steek.–
’k Ben blij ge uit Brussel terug zijt. evenwel ge hoort daar niet mijns inziens en wat betreft de “technische vaardigheid” die ge hoopt op de Akademie op te doen, ge zult daarin vrees ik bedrogen uitkomen. Zelfs dat kan men van lui als Stallaert niet leeren.
Maar nu zit ik druk in allerlei werk want ik heb hier een klein atelier gehuurd & tegen 1 Januarij betrek ik dat & heb nog heel wat dingen te beredderen.
Als ik later eens wat tot rust kom zal ik U nog wel weer eens bedaard schrijven over een & ander maar neem ’t me niet kwalijk, nu heb ik serieuser dingen te doen dan brieven schrijven.
Natuurlijk hebben mijn brieven niet de pretentie om altijd raak te zijn, altijd de dingen precies te verklaren, och neen, ik tast dikwijls mis. Maar als ik U zeg,  1v:2 Rappard die akademische lui over wie ge U bekommert zijn geen dubbeltje waard, en ik bedoel daar Stallaert & Severdonk2 &c. mee, dan meen ik dat van ganscher harte, en ik zeg U, als ik u was zou ik ze laten loopen. Maar ik heb U dit reeds een paar keer gezegd, zeg ’t niet meer, over die heele akademie wil ik geen syllabe meer hooren of geen syllabe er meer over zeggen. ’t is me de moeite niet waard.
En ik groet U bij dezen – wat zijn dat nu voor lui, die artisten met wie ge dan lambiek3 hebt gedronken. waarom noemt ge er niet eens een paar bij hun naam.– Zullen dat lui zijn aan wie ge iets hebben zult? Ik hoop het voor U maar betwijfel het zeer.–
Goeden dag kerel, ik heb nu geen tijd meer en geen lust ook er in om langer te schrijven. Als ge op Uw atelier zijt werk geregeld met model, daar zult ge meer satisfactie van hebben op den duur. Enfin – bonjour.

Vincent

 1v:3
Als ge me nog eens zoudt willen schrijven, stuur Uw brieven maar naar Etten. Zij zullen ze wel opsturen – ik hang tusschen 2 of 3 ateliers en ik zal vóór 1 Januarij beslissen welk ik neem4 maar op ’t moment heb ik nog geen vast adres, gij verneemt dat later wel eens. Ik heb Etten verlaten omdat ik al te veel gedonder had met mijn vader over allerlei dingen die eigentlijk de moeite niet waard zijn er over te spreken – over ’t naar de kerk gaan &c. &c. en dat bragt me zelfs als ik hard & veel werkte in een stemming van verveling en koelheid die niet deugt. Dus heb ik mij hier gevestigd en ben blij ik in een andere omgeving ben. Ik zit nu wel een beetje in de zorg maar dat is toch nog beter dan op den duur getwist en gezanik te hebben.–

translation
 1r:1
The Hague, 30 Dec. 1881.

My dear Rappard,
I received your letter from Brussels.1
I don’t like it at all, but still, you wrote it at a time when, as you yourself say, you weren’t quite normal. Nothing or next to nothing in your letter holds water.
I’m glad you’re back from Brussels. Still, you don’t belong there in my opinion, and as regards the ‘technical competence’ you hope to gain at the Academy, you will, I fear, end up being deceived. Even that can’t be learned from people like Stallaert.
But now I’m busy with all kinds of work, for I’ve rented a small studio here and will be moving into it around 1 January and still have a lot of things to see to.
Later, when things have quietened down a bit, I’ll write to you again calmly about this and that, but don’t take offence if I’ve got more serious things to do now than write letters.
Of course my letters don’t pretend always to hit the mark, always to explain things precisely, oh no, I’m often wrong about things. But if I tell you,  1v:2 Rappard, those academics you worry about aren’t worth tuppence, and I’m referring to Stallaert and Severdonck2 &c., I mean it with all my heart, and I’m telling you, if I were you I’d forget about them. But I’ve already told you this a couple of times, I won’t say it again, I don’t want to hear another syllable or utter another syllable about the whole academy ever again. It isn’t worth the bother.
And I hereby send you my regards – what kind of people are they, those artists with whom you drank Lambiek?3 Why don’t you mention even a couple of them by name? Are they people who’ll be of any use to you? I hope so, for your sake, but I seriously doubt it.
Good-day, old chap, I have no more time, nor any desire, to write more. When you’re in your studio, work often with a model, you’ll get more satisfaction from it in the long run. Anyway – good-day.

Vincent

 1v:3
Should you want to write to me again, send your letters to Etten. They’ll send them on – I’m wavering between 2 or 3 studios and will decide which one to take before 1 January,4 but at the moment I don’t have a fixed address, you’ll learn of it at some point. I left Etten because I was having too much trouble with my father about all sorts of things that actually aren’t worth talking about – about going to church &c. &c., and even if I worked hard and a great deal, it put me in a state of weariness and coldness that’s not good for anything. So I’ve settled down here and am glad to be in different surroundings. I have a few worries, but that’s better than all that quarrelling and nagging.
notes
1. Van Rappard had studied for a time at the Brussels Academy (see letter 178, n. 1). He had meanwhile returned to the Netherlands (see l. 7), but had apparently written to Van Gogh while still in Brussels. It is not clear whether the present letter is a response to that letter (in which he must have announced his return) or to another letter written after his return.
2. Joseph van Severdonck taught at the Brussels Academy of Fine Arts, giving lessons in drawing and painting ‘after the antique head, torso and fragments’; from 1875 he gave the course in painting from life. See exhib. cat. Brussels 1987, pp. 246-247. For Stallaert cf. letter 178.
3. Lambiek is a Belgian beer.
4. There is nothing in any of the letters to suggest that Van Gogh was actually considering various studios. As regards his choice, see letter 194, n. 2.