2Daar Pa & Moe schrijven voeg ik er een woordje bij doch hoop 3U binnenkort meer uitvoerig te schrijven, namelijk dan wanneer Mauve 4die dezer dagen te Prinsenhage & ook naar hier komt/ er zal geweest 5zijn. Gij moet weten Theo/ dat M. mij heeft gestuurd 6een schilderkist met verf/ penseelen/ palet/ tempermes/1 7olie/ terpentijn/ enfin met al het noodige.
8Zoodat het er dus nu door is dat ik ook aan ’t schilderen 9zal tijgen & ik ben er maar blij om dat het daartoe 10gekomen is.–
11Wel, dezen laatsten tijd heb ik heel wat geteekend/ 12vooral van figuurstudies. Als gij die nu zaagt 13zoudt ge wel merken welken weg ik uitga_
14Natuurlijk ben ik zeer verlangend om te hooren 15wat M. mij nu verder zeggen zal.
16Heb dezer dagen ook eens kinderen geteekend2 en 17dat is mij erg goed bevallen.
18Het is dezer dagen buiten prachtig van kleur 19& toon/ juist als ik wat licht krijg in ’t schilderen 20zal ik er eenmaal toe komen om iets daarvan 21uit te drukken doch wij moeten voet bij stek 22houden & nu ik aan ’t figuurteekenen ben zet ik dat 23door totdat ik een eind verder ben & als ik buiten 24werk dan is ’t om boomstudies te maken doch eigentlijk 25de boomen beschouwende alsof ’t figuren waren.
26Ik bedoel/ ze vooral beschouwende met het oog op den contour/ 27de proportie & hoe ze in elkaar zitten. Dat is het eerste waar 28men mede te maken heeft. Daarna komt het modeleeren 29& de kleur en de omgeving en juist over die kwestie 30moet ik ’t eens met M. hebben_
31Maar Theo, ik ben toch zoo blij met mijn schilderkist 32& ’t is beter dunkt mij dat ik die nu pas in handen 33krijg/ na reeds minstens een jaar geteekend te 34hebben uitsluitend/ dan dat ik er onmiddelijk 35mee begonnen was. Mij dunkt dat zult ge wel 36met mij eens zijn.–
37'[N]u heb ik in mijn vorigen brief nog vergeten U te zeggen dat 38ik het toch zoo best vind dat gij eens naar Londen zult gaan_ 39Minder gaarne zou ik er U voorgoed zien heentrekken 40doch het is nu erg best gij er eens mede zult kennis maken. 41Maar op den duur zoudt ge er geloof ik niet aarden/ 42althans ’t wordt mij hoe langs hoe duidelijker dat mij aangaande 43ik er toch eigentlijk niet in mijn element was.
44Hier in Holland voel ik mij toch veel meer t’huis ja, ik 45geloof dat ik weer door & door een Hollander zal worden 46& vindt ge niet dat dat eigentlijk het meest 47raisonable is. Ik denk dat ik weer geheel & al hollander 48zal worden zoowel in karakter als ook in manier van 49doen wat teekenen & schilderen betreft. Evenwel geloof ik 50dat het mij nog wel te stade zal komen dat ik ook een tijd 51buitenslands ben geweest & daar een & ander heb gezien wat 52niet overbodig is te kennen. Als gij te Londen 53komt zou ik wel graag hebben gij mijn oude kameraads 54George Read & Richardson eens hartelijk voor mij wildet groeten_ 55Den Hr Obach ontmoette ik dezen zomer te s’Hage.
56George Read is als ge wilt een erg gewoon mensch in 57zoover dat hij misschien niet zich ’t zij in zaken ’t zij in kennis 58bijzonder onderscheidt doch als mensch & karakter/ als men hem 59wat intiem kent is er geen trouwer/ geen hartelijker/ geen 60fijngevoeliger kerel dan hij. Hij is zoo leuk & zoo 61geestig & zoo bij de hand in het huiselijk leven dat in dat opzigt 62hij veel waard is als vriend. Als ik kiezen mogt wie ik 63’t liefst weer eens terug zou zien van degenen die ik in Engeland 64heb leeren kennen dan zou het geloof ik bepaald George Read zijn. 65Daarom moet ge als ge mij pleizier wilt doen eens een praatje met 66hem maken/ ge weet ik bedoel de oudste van de twee/ en hem 67eens zeggen dat ik hoop wij onze kennis van vroeger eens zullen 68vernieuwen & dat ik hem eens schrijven zal.
69Dit denk ik echter eerst te doen nadat gij hem zult gesproken 70hebben en nadat ik aan ’t schilderen ben.
71Want Theo/ met dat schilderen begint mijn 72eigentlijke carrière/ vind ge ’t ook niet goed ’t 73maar zoo te beschouwen. En nu gegroet/ 74ontvang een handdruk in gedachten & geloof mij