1Waarde Theo,

2Ik voeg een woordje bij omdat er aan U wordt geschreven1
3want ik dacht ge ook van mij wel eens wildet hooren wat
4ik eigentlijk uitvoer.

5Als het niet regent ga ik elken dag naar buiten_/ meest
6op de hei.

7Ik maak mijn studies nog al vrij groot zoo als
8gij er reeds een paar gezien hebt bij Uw bezoek.2

9Zoo heb ik o.a_ een hut op het Heike gemaakt
10& ook die schuur met mosdak op den Roozendaalschen
11weg die ze hier de Protestantsche schuur noemen_3
12Gij zult U mogelijk herinneren wat ik bedoel.

13Dan de molen daar vlak tegenover op dat weiland4
14& de olmboomen op het kerkhof_5

15En ook nog een met houthakkers die bezig zijn op
16eene uitgestrekte vlakte alwaar een groot mastbosch
17is geveld.6 En verder tracht ik zoo de werktuigen
18te teekenen als kar_/ ploeg, eg_/ kruiwagen &c_ &c.7

19Die met de houthakkers is nog het best uitgevallen en zou denk
20ik U bevallen.

21Misschien komt Rappard dezen zomer nog eenigen tijd hier_/
22ik heb een brief van hem.8

23In gedachten een handdruk en geloof mij

24tout à toi

25Vincent