1r:1
12/4-81

Waarde Theo,
Van Pa gehoord hebbende dat er kans is dat gij Zondag a.s.1 te Etten zult komen & Pa mij schrijvende dat het goed zijn zou ik alsdan ook aldaar ware, zoo vertrek ik derwaarts heden.
Zoodat ik hoop U weldra te ontmoeten, ’t geen ik met groot verlangen te gemoet zie, ook vanwege dat ik twee teekeningen geschetst heb bij Rappard, “The lampbearers” en “The bearers of the burden”,2 waarover ik wel met U wilde beraadslagen over de verdere uitvoering. Om ze klaar te krijgen zal ik op de een of andere manier de noodige modellen moeten hebben & alsdan heb ik het vertrouwen dat er iets goeds van komt, n.l. een paar composities die ik aan Smeeton Tilly3 of de lui van de Illustration of dergelijken kan toonen.
Ik vertrek dus heden en meld U dit opdat gij niet welligt te Brussel naar mij zoeken mogt. Ik zou te Etten graag nog een paar schetsen op de hei maken, daarom ga ik een paar dagen vroeger.4
Alzoo ik hoop wij elkaar spoedig zien & druk U in gedachten de hand.

Yours truly
Vincent

top