2Een woordje sluit ik bij Pa en Moe in.1 Ook ik ben er weer zeer verlangend 3naar dat er weer eens een brief van u komt. Van harte hoop ik dat 4gij ginder het zoo goed hebt als maar mogelijk is en veel ziet & hoort waar 5men wat aan heeft. Zooeven komt er een briefkaart van Ds Pietersen. 6Omstreeks half Augustus moet ik naar Brussel. Aangezien er echter 7geen datum is bepaald en Pa en Moe het alzoo beter vinden gelijk 8ik zelf trouwens ook/ blijf ik nu nog hier tot na Anna’s 9huwelijk2 om alsdan zoodra alles is afgeloopen naar ginder te vertrekken. 10Oom Cent was van middag hier, zal U ook naar alle gedachten 11spoedig eens schrijven. het was een kort maar aardig bezoek/ met Tante 12Cornelie blijft het maar zeer treurig.3
13Gisteren is Pa naar Zundert geweest & Moe ging mede ─ ook Cor & ik een eind 14tot aan de Sprundelsche heide & wandelden zamen terug. S’middags preekte Ds Kam 15hier voor Pa zoodat Pa & Moe eens wat langer te Zundert konden blijven & niet 16zoo gehaast waren & in het terugkomen nog eens te Prinsenhage konden aangaan. 17Tegen het etensuur kwamen zij terug, juist toen ik met Ds Kam nog een eind de Leursche 18'weg was opgewandeld. S’avonds was het gezellig/ hebben toen om beurten gelezen 19onder het theedrinken uit een boek over Paulus dat zeer mooi is. Lezen s’avonds nu & dan 20ook uit Silas Marner van Eliott, de geschiedenis van een wever.4
21Heb dezer dagen met Cor zamen die een gedeelte van de schets maakte een 22teekeningetje gemaakt naar Un Dimanche matin van Emile Breton,5 met pen 23& inkt & potlood_ Wat is dat toch mooi, dat werk van hem, heeft hij 24dit jaar iets bijzonders of ziet Gij veel van hem.
25Schreef gisteren & heden een opstel over de gelijkenis van het mostaardzaadje6 dat 2627 bladzijden lang is geworden, mogt er maar wat goeds in zijn.
27Morgen ochtend ga ik met Cor uit om groen te halen voor de kamer als zij 28aanteekenen.7 Morgen avond komt Johan. Maar de zuster is nog lang niet 29zooals men haar gaarne zou zien/ zij ziet nog soms zoo bleek en straka 30en is nog voortdurend zoo zwak.
31Ware zij maar een eind verder, maar dat kunnen wij niet krijgen 32zooals wij het zouden willen maar moeten het nemen zooals het beschikt 33wordt. Maar, beter is het getrouwd dan geengageerd te zijn gelijk een 34gewonen dag met dagelijksch werk beter is dan een soort van feestdag/ 35is men eenmaal over de brug dan is er een knoop losgemaakt 36& zijn als het ware alle dingen nieuw geworden8 maar voor 37dat het zoover is is ’t een tijd van spanning, ja ik houd het er voor 38menigmaal van angst/ & die men meestal voor zich zelven moet 39houden en waarin anderen zoo moeielijk kunne deelen of 40veel geruststelling kunnen geven.
41Pa en ik wandelen zooals gij denken kunt nogal eens dikwijls zamen 42in de gemeente rond of naar de Hoeve of naar de Leur, en met Cor 43maak ik menigen togt naar de heide/ hetzij naar de Zundertsche 44of naar die bij Sprundel.─
45Dat ik niet weinig verlangend ben om te weten hoe het aldaar 46te Brussel zijn zal kunt gij begrijpen/ mogt het werk er 47voorspoedig gaan & ook gezegend worden.9
48Tante Mina10 is nog hier geweest, en beloofde nog met Oom 49dezen zomer te zullen terugkomen, mogt dat maar gebeuren want 50na Anna’s trouwen zal het weer stil worden hier in huis.
51De velden zijn nu zoo mooi hier/ het koren wordt binnengehaald en 52de aardappels worden rijp en hun loof begint te verdorren en 53de boekweit staat heerlijk wit in bloei.─
54Oom Jan is ook nog hier geweest zooals gij meen ik reeds gehoord hebt 55maar ’t was maar zeer kort.
56Nu jongen/ ik zit U bij ’t licht van een lantaarntje te schrijven & de kaars 57wordt wat heel kort, à dieu, heb het goed, kunt gij schrijf dan 58eens een woordje met iets over de schilders & als Gij eens iets interessants 59hoort van den een of ander/ maar liefst toch nog uw eigen indrukken over 60wat dat dan ook zijn mag. Goeden nacht/ ontvang in gedachten een 61hartelijken handdruk & geloof mij steeds