3Een woordje voeg ik bij den brief van Pa en Moe;1 was blij te hooren het U ginder 4goed blijft gaan en dat Gij ook schik houdt in uw leven, en wat graag zou ik 5ginder eens met U loopen.─
6Zoo als Pa U zeker ook reeds heeft geschreven gingen Pa en ik verl. week n. Brussel 7in gezelschap van Ds Jones v. Isleworth2 die hier een Zondag overbleef.3 8De indruk dien wij van dien togt t’huis bragten was in zoover bevredigend 9dat wij meenen er aldaar met der tijd wel eene plaats en werkkring 10te vinden is ─ dat zeer zeker de weg er korter en ook minder 11kostbaar is dan in Holland en dat het dus zaak is het oog 12gevestigd te houden op België en daar te blijven zoeken totdat 13wij iets zullen vinden.─
14De Vlaamsche opleidingschool zagen wij, die heeft een 3jarigen cursus 15terwijl zooals gij weet in Holland op zijn allergunstigst de studien nu nog 166 jaar zouden moeten duren. En zelfs eischt men niet eens dat men 17die school doorloopen hebbe voor & aleer men kan dingen naar eene plaats 18en betrekking van Evangelist. Wat men eischt is de gaaf om gemakkelijk 19hartelijke en populaire voordragten of toespraken te kunnen houden tot het volk/ liever 20kort en krachtig dan geleerd en lang.─ Zoo let men er minder op groote 21kennis der oude talen en veel theologische studie, alhoewel al wat men daarvan 22weet eene groote aanbeveling is, maar neemt meer in aanmerking de geschiktheid van 23het praktische werk en het natuurlijk geloof. Nu zijn wij er echter daarom 24nog niet, vooreerst heeft men niet op eens en krijgt men niet dan door veel oefening 25de gaaf om tot het volk te spreken met ernst en gevoel en 26zonder stijfheid en gedwongenheid, maar natuurlijk en als door liefde gedrongen4 27en als meester van zijne zaak en wetende duidelijk en verstaanbaar voor 28het volk datgene te zeggen wat men te zeggen heeft, terwijl in hetgeen men te 29'zeggen heeft eene beteekenis moet zijn en strekking en eene drangredena om 30zijne hoorders op te wekken hiertoe, dat zij ernaar trachten zullen hunne genegenheden te doen wortel schieten in de 31waarheid.─5 31aIn één woord men moet een volksprediker zijn om ginder te kunnen slagen.
32Ces Messieurs te Brussel verlangden dat ik voor den tijd van 3 maanden naar 33ginder zoude komen om nader kennis te maken, maar op den duur zoude 34dit wederom kostbaar worden en dat moet zooveel maar mogelijk is 35worden vermeden. Het is daarom dat ik op ’t oogenblik nog hier te Etten 36wat blijf werken tot voorbereiding/ om dan van hier uit van tijd tot tijd 37'een bezoek af te leggen hetzij bij Ds Pietersen te Mechelen6 of bij Ds de Jonge te 38Brussel7 om zoodoende wederkeerig nader bekend te worden_
39Voor hoelang dit zal moeten zijn hangt er geheel van af wat men 40ginder verder zeggen zal. Beide Pa en ik hebben hun nog weer pas geschreven_
41Pa wil dat ik zoo goed als ik kan een stuk of wat opstellen in 42voorraad zal maken (zoo ben ik nu bezig naar aanleiding van 43'het schij van Rembrandt “La maison du charpentier” op de Louvre).8
44Gisteren moest Pa preeken te Zundert & ging mede daarheen. Gij moet veel 45groeten hebben van de Tantes,9 gingen ook nog naar Ch. v. Ginneken die zooals gij 46misschien reeds hebt gehoord gaat trouwen met Marie v. Mens10 en 47de Ropsentuin heeft gekocht om daar eene looierij te zetten.11
48Was ook nog bij Jan Doomen12 die veel geleden heeft van rhumatiek 49in zijn been, en klaagt dat hij niet eens meer naar Breda zou kunnen 50loopen maar bij het werken op den akker of in den tuin hinderde 51het hem zoo erg niet/ alleen s’morgens dwong de pijn hem om 52heel vroeg op te staan. De ouderdom komt met gebreken/ zou 53de oude Ds Meyes13 zeggen.
54Wat heeft er onlangs een uitmuntend mooie houtgravure in l’illustration 55'gestaan van “Un jeune Citoyen de l’an V” v_ Jules Goupil,14 is U die onder de 56oogen gekomen, ben die magtig geworden & die hangt op ’t oogenblik aan den muur 57'hier van het kamertje waar ik mij mag vestigen/ n.l. de leerkamer15 die op den tuin 58uitziet & waar de klimop tegenaan groeit. Maar dit werd in het blad aangaande 59’t bewuste Schij gezegd: “Un regard qui a vu le spectacle de l’affreuse guillotine, une 60pensée qui a survécu à toutes les scènes de la révolution.─ Il est presque étonné 61de se trouver encore vivant après tant de catastrophes.”16
62’t Is eene merkwaardige verschijning geweest in de kunst en zal eene dergelijke uitwerking 63op velen blijven uitoefenen en wie gevoel voor hooge kunst hebbe blijven aangrijpen/ 64als een portret van Fabritius17 of sommige andere min of meer mijstieke schilderijen 65uit de school van Rembrandt.
66Toen wij des avonds terugreden van Zundert over de hei liepen Pa en ik een eind/ 67de zon ging rood onder achter ’t masthout en de avondlucht weerkaatste 68in de moerassen, de hei en het geele en witte & grijze zand waren zoo 69vol toon en stemming_─ Zie/ er zijn sommige oogenblikken 70in het leven dat alles, ook binnen in ons, vrede en stemming is en het 71gansche leven ons voorkomt als een weg door de hei te zijn, maar 72dat is niet altijd zoo.
73En van morgen gingen Cor die vacantie heeft & ik weer naar de hei en ’t mastbosch, een eind 74voorbij het Molenend18 en gingen hei halen voor zijn konijnen 74adie daar blijkbaar veel van houden 74bwant het is ook hun natuurlijk voedsel voor een goed deel/ 75en het een & ander om een bloemenmandje mede te vullen.─ Wij 76zaten eenigen tijd in ’t mastbosch en teekenden zamen een kaartje van 77Etten en omstreken met den Bremberg & Haansberg & t’Slagveld & de Geestestraat 78en Sprundel & t’Heike & de Hoeve.19
79Anna is maar min, zij is zoo stil en ziet er soms zoo erg zwak uit20 ─ arme 80zuster ─ ’t komt mij voor dat het beter is om goed en wel getrouwd dan 81geëngageerd te zijn, en voor Haar zou ik van harte kunnen wenschen dat 82zij reeds behouden een jaar of drie verder op haren levensweg mogt 83zijn gevorderd ─ moge God Haar sparen en beschermen voor alle kwaad/ 84Hij van Wien geschreven staat dat Hij is onze Bewaarder en als onze Schaduwe 85aan onze regterhand.─21
86Zoudt Gij Soek en al de zijnen (als Gij er eens komt) hartelijk voor mij 87'willen groeten/ ook Frans Braat en Ernest22 en de anderen als het zoo mogt 88te pas komen. Ik denk veel aan U en ben zoo blijde dat het U 89wel gaat en Gij ginder dingen vindt die U opwekken en als het ware 90goed voedsel zijn voor het ware leven. Want dat is ook de hooge 91kunst en dat zijn de werken dergenen die werken met hun hart en met hun 92geest en verstand gelijk Gij er zoo velen kent en welligt ook zult persoonlijk 93ontmoeten/ wier woorden en werken zijn geest en leven.23 Dat ook 94gij en mogt het zijn wij allen in dat zelfde beginsel meer en meer 95mogen geworteld en gegrond raken/24 daardoor dat onze genegenheden 96wortel schieten in de waarheid/ dat wenscht U toe met een hartelijken 97handdruk in gedachten