1r:1
1Amsterdam Mei 1878

2Waarde Theo,
3Het is tijd dat Gij weer eens een woordje van mij ontvangt, reeds schreef Pa dat gij goed
4zijt aangekomen en reeds hebt geschreven hoe gij de eerste dagen de stad hebt doorkruist_1
5Niet weinig verlangend ben ik om eens te hooren wat zoo al Uwe indrukken
6zijn van het een en het ander, en het is daarom dat ik mij aanbeveel voor
7een woordje zoodra gij er den tijd voor vinden kunt. Wel is het dat de
8eerste indrukken niet blijven, want wij weten het maar al te goed dat niet alles
9goud is wat er blinkt, en dat als er een vriendelijke morgenschemering is
10er middernacht is ook en brandende en drukkende hitte op den middag. Maar even als
11het morgenuur een gezegend uur is en goud in den mond heeft zoo is het ook
12met de eerste indrukken en die hebben hunne waarde al gaan zij ook voorbij/ want
13zij zijn het die later nog wel eens blijken juist te zijn geweest en men komt er
14op terug_ het eerste wat een kind aantrekt en treft/ dat is het licht en een oud man
15zoekt daar ook weer angstig naar. Schrijf mij dus eens wat ge zoo al in die eerste
16dagen hebt gezien en wat alzoo er bij gedacht.
17Gij zult hebben gehoord dat Lies niet door haar examen is, en niet wel is geworden
18en Moe haar omdat zij zoo naar huis verlangt is komen halen,2 arm meiske/
19het zal geen kleine teleurstelling voor haar zijn en voor allen t’huis en gisteren
20mogelijk een minder opgewekten Zondag. Toch schreef Pa weder en in
21Zijn mond is dat waarheid/3 dat bij alle teleurstelling en in ieder ernstig oogenblik
22van het leven het geloof levendiger wordt en krachtiger.
23Het is hier mooi weer dezer dagen en naar alle gedachten te Parijs ook wel_
24Gij zult wel spoedig gewaar worden dat het ginder s’zomers nog vrij wat
25warmer soms is dan bij ons en Gij zult de onweersluchten zooals Bonnington
26ze schilderde4 ook wel zien. Het is wel een aardige buurt waar gij woont/5
27als men hetzij s’morgens of s’avonds die straten daar of ook den kant van Montmartre6
28uit doorkruist dan valt menige werkplaats en menig kamertje in het oog dat doet
29denken aan “un tonnelier” of Les couturières of andere schilderijen van Ed_ Frère/7 en het
30doet wel eens goed om zulke dingen te zien die eenvoudig zijn/ als men soms heel  1v:2
31wat ziet van menschen die om verschillende redenen een heel eind van
32al wat natuurlijk is zijn afgedwaald en hun eigentlijk en inwendig leven
33erbij verspeeld hebben/ en ook veel
34die in de ellende en in wat afschuwelijk is zijn geworteld, want
35s’avonds en s’nachts ziet men er allerlei van die donkere figuren zoowel van
36mannen als van vrouwen rondwaren waarin als het ware de schrik des
37nachts8 verpersoonlijkt is en wier ellende men moet rangschikken
38onder de dingen die geen naam hebben in eenige taal.
39Het gaat niet goed bij Vos/ hij heeft weer meer dan eens bloed opgegeven/
40was er laatst op een middag toen hij op was en hand in hand met Kee/ en zij beiden
41in het zwart en hunne gezigten al even bleek uit het raam zaten te kijken
42naar de Kerk9 en de boomen aan den overkant/ toen er een donkere
43onweerslucht hing en de blaren en het stof zoo eigenaardig dwarrelden
44en de straatsteenen zoo veel witter dan gewoonlijk schenen en de zwarte figuurtjes
45van de menschen zoo veel scherper daar tegen uit kwamen, zooals voor
46een onweer dat dikwijls het geval is. Hij is nog zooveel bleeker en
47magerder geworden dan toen Gij hem zaagt en ziet er soms als een geest uit_
48Het is er een waar klaaghuis10 geworden en bij Oom Stricker eigentlijk ook
49omdat als een lid lijdt dan lijden al de leden mede11 omdat zij er
50eene plante mede zijn.12
51Verl. week is een van de predikanten hier gestorven die door het heele
52land zeer bekend was (Pantekoek)_13 Zaturdag was de begrafenis/ het was
53iets dat deed denken aan “In memoriam”/14 die togt langs dat pad aan de groene kanten
54van den Amstel, hij was vader van 6 kinderen/ de oudste een jaar of 20.15 Een
55zeer groote menigte volgde en men verdrong elkaar letterlijk_ Er werd
56gisteren in bijna alle kerken naar aanleiding hiervan gepreekt, hoorde Oom Stricker
57onder anderen die hem van zeer nabij had gekend. Het was diens beurt
58om in de Oude zijds Kapel te preeken16 waar de weesjongens en
59die van de kweekschool voor de zeevaart gewoonlijk gaan.17 Er was
60veel stemming in/ sprak o.a_ over het woord/ ik ben ontroerd en wat zal ik
61zeggen.18 Het is een vreesselijk en langdurig lijden geweest dat zijn deel is geweest. Hoorde nog op een avond een zijner laatste
62preeken en het was toen reeds duidelijk blijkbaar aan hetgeen hij zeide/ dat Hij huiverde en
63terugdeinsde voor iederen nieuwen dag en nacht en wel bepaaldelijk voor
64een die volgde op de inspanning van het preeken_ Toen reeds kon men hem
65niet hooren zonder met hem mede te voelen als het ware en onwillekeurig
66sidderde men want het is een donkeren weg/ dien naar het eeuwig huis,19
67en gelukkig is hij die/ als die duisternis en nacht voor hem nadert/ door de hoop op
68'een beter leven en op de opstanding zooals wij weten dat die is geschied met Maria Magdalena en
69Hem Dien zij voor den Hovenier aanzag in den hof bij het graf/20 ook dan nog gesterkt wordt door
70de hoop: wie weet wat morgen geschieden zal.21
 1v:3
71Zag gisteren Zijn zoon in de vroegkerk/22 als men de aangezigten van
72de menschen bij andere aangezigten vergelijken kan dan heeft het zijne
73veel van een arend/ vooral zoo als hij toen was getroffen door het pas gebeurde.
74Gij moet toch eens zien om nog het een of ander mooi boek te lezen ginder/ van Michelet
75b.v. over de omwenteling23 of ook iets van Thoré of Th_ Gauthier over Parijs en den tijd der
76jonge schilders en schrijvers,24 o Jongen wat zou ik graag eens met U
77door de stad kruisen_
78Hoop vandaag eens een groote wandeling te maken door eene buurt waar ik
79nog niet dikwijls geweest ben. Het huis in de Breestraat waar Rembrandt gewoond heeft heb ik nog
80gevonden_25 Gij weet wij er over spraken toen Gij hier waart.26
81Denk om dat bewuste Schij op de Luxembourg/ Qui vous reçoit/ me reçoit & qui
82me reçoit/ reçoit Celui Qui m’a envoyé/ en schrijf eens van wie het is.27
83Het kan in den herfst zoo prachtig mooi zijn te Parijs/ nu daar ziet Gij in ’t eind van
84September ook reeds iets van.
85Groet allen bij Soek hartelijk voor mij, ik denk nog zoo dikwijls aan een
86togt die ik met zijne familie naar Ville d’Avray heb gemaakt. In het kerkje
87daar gaande trof het mij dat daar ik geloof zelfs meer dan een schilderij
88van Corot hing_ Gij weet dat hij daar veel was_28
89Zeg ook Braat29 en Mutters30 goeden dag. Heb het goed en schrijf eens
90spoedig en ontvang in gedachten een hartelijken handdruk en
91geloof mij steeds

92Uw zoo liefh_ broer
93Vincent.

94Nog moet ik U bedanken voor Uw portret,31 daar ben ik zeer blij mede
95en het is zeer goed uitgevallen. Dank er voor.


68 een beter < eene beter
top