3Het is mij behoefte om U weer eens te schrijven want ik denk dikwijls aan U en 4verlang zeer naar Kerstmis wanneer wij elkaar weder hopen te zien.─ Nu/ de donkere 5dagen voor kerstmis zijn reeds in het gezigt en daarachter ligt kerstmis even als 6het vriendelijk licht1 van de huizen achter de rotsen en het water dat er tegen aan slaat 7op een donkeren avond_
8Een lichtpunt was dat kerstfeest altijd voor ons en dat blijve het.─
9Er is aan de hoogeschool hier voor het eerst admissie examen afgenomen ─ het is hier in 10stad dat ook ik examen zal doen.─2 Men heeft daar behalve de gewone 4 vakken 11latijn/ grieksch/ algebra en meetkunst ook gevraagd geschiedenis/ aardrijkskunde/ 12Holl_ taal.─
13Heb werk gemaakt om een meester te vinden voor Algebra & Meetkunst en 14ben daarin geslaagd/ n.l. met een neef v. Mendes/ Texeira De Mattos, onder- 15wijzer aan de Israel. Godsdienst ena armenschool.3 Hij geeft mij hoop dat wij 16tegen Oct_ v.h. volgend jaar het vereischte zullen hebben afgehandeld.─ 17Mogt mij dan het examen lukken/ zal het voorspoedig gegaan zijn_ Want 18toen ik begon zeide men er 2 jaar zouden noodig zijn voor de 4 eerstgenoemde 19vakken terwijl indien ik in Oct. slagen mogt/ ik in nog korteren tijd meer 20'zou hebben gedaan.─ Moge God mij de wijsheid schenken die ik van noode 21heb en mij geven de begeerte van mijn hart, n.l. om de studiën zoo spoedig 22mogelijk te doorloopen en bevestigd te worden in de betrekking en het praktische 23werk van predikant. In dat werk zijnde en daarvoor ijverende geloof ik dat 24men doet wat God wil dat men doen zal.─
25De voorbereidende studie (n.l. die de eigentlijke Theologische studien en het 26oefenen in het preeken en voordragen voorafgaat) komt zoo ongeveer neer op 27de geschiedenis/taal en aardrijkskunde van Griekenland/ Klein Azie (daartoe 28kan men dan ook Palestina rekenen) & Italie. Die moet ik dus bestudeeren 29met denzelfden ijver waarmede een hond een been afkluift en evenzoo zou 30ik wel graag kennen de taal/ geschiedenis & aardrijkskunde van de noordelijke 31landen/ nl. van die zoo om de Noordzee en het Kanaal.
32Ben eindelijk naar wensch geslaagd met eene kaart van Klein Azie/ Griekenland & 33Italie/ nogal groot (waarop nu ook de reizen van Paulus4 staan) en ook eene 34v_ Engeland waarin eindelijk iets is van wat ik er in hebben wilde, ten minste 35Mendes ziet het er in/ n.l. dat die niet zonder gevoel en liefde is geteekend_ (De 36namen zet ik er op naar eene kaart in den Atlas Antiquus v. Sprüner Menke5 die 37'Mendes heeft want het is er eene voor bij de geschiedenis.) Toe, doe uw best 38eens om dien atlas eens te zien even als vooral ook die van Stieler.6 39'Want dat is artistenwerk. (Sprüner Menke/ Atlas Antiquus_)
40Zondag hoorde ik Ds ten Kate7 over Joh. XIV:1-6 (In het huis Mijns Vaders 41zijn vele woningen: Wie dat zegt, wat dat Vaderhuis ons te herinneren geeft/ 42'wat het ons belooft.) Hij eindigde met: De ure komt waarin de dooden 43de stem van den Zoon des menschen zullen hooren en zullen opstaan die 44het goede gedaan hebben tot de Opstanding ten Eeuwigen Leven.8 Zalig 44adie het heimwee hebben want 44bzij zullen t’huis komen.─9 45Het was een stampvolle kerk zoodat ik heb gestaan.─
46Was twee avonden bij Oom Cor/ eens om oude boeken te zien (daar waren 47onder jaargangen v. de Illustration waar ik veel oude kennissen in vond/ dat is 48toch een interressant blad/ o.a. een oud portret van Dickens10 en eene houdsnede 49door de Lemud/ “La tasse de café”/11 een jongmensch met eenigzins strenge 50en scherpe trekken en ernstige uitdrukking die er juist uitziet alsof 51hij dacht over dat stuk uit L’imitation/ De la Vie monastique/12 of als of 52hij eenig moeielijk maar goed werk of plan overdacht zooals alleen 53une âme en peine13 dat doen kan.─ Zulk werk is niet altijd het 54slechtste maar wat men als het ware met smart doet/ dat blijft 55'leven.
55aHeureux celui que la Verité instruit non par des mots fugitifs mais par 55belle-même en se montrant telle qu’elle est/14 is wel een goed woord.)
56Dan was ik ook bij Oom Cor op Tantes verjaardag/ nl. ll. Vrijdag/15 toen werd 57er des avonds kaart gespeeld en daar ik dat niet kan heb ik zitten lezen 58in Aug. Gruson/ Histoire des Croisades (Panthéon Classique 50cmes)_16 59Dat is een zeer mooi boekje, ik zou haast zeggen hier en daar geschreven met het 60sentiment van Thijs Maris (hierbij o.a_ een bladzijde die mij trof)17 als hij b.v. schildert 61een oud kasteel op een rots met de bosschen in den herfst en in de schemering 62'met zoo op den voorgrond de zwarte akkers met een boer die met een 63wit paard ploegt,18 en het deed mij ook denken aan Michelet & Carlyle.─
64Zoo gaarne wilde ik dat Pa die ets van Un jeune Citoyen de l’an V19 kende_ 65Zoudt Gij goed vinden die op Pa’s verjaardag of voor dien tijd te geven 66met nog eenige kleine phot_ over de Omwenteling20 zoodat het een geheel vormt 67waaruit Pa zien kan waaraan wij dikwijls denken.─
68Gij weet misschien al dat er heden droevige tijding uit Brussel is/ dat Pa 69er reeds heen is_ Oom Jan/ die een telegram deze berigten inhoudende 70van Moe ontving/ telegrafeerde aan Pa en ontving ten antwoord 71“Toestand onveranderd kom nog niet ik ben hier”.─ Reeds waren 72Oom Jan en Oom Cor gereed er zamen heen te gaan/ nu wachten 73zij op nadere waarschuwing van die trouwe Pa. Zou er 74dan eindelijk een einde komen aan dat lang en vreesselijk lijden?21
75Dag Theo, schrijf eens spoedig jongen/ als Gij kunt, God beware 76onze gezondheid en geve ons de helderheid van het hoofd en de kracht 77en opgewektheid die wij noodig hebben iederen dag.─ Oom Jan/ Oom Cor 78en de familie Stricker groeten U en ontvang een hartelijken handdruk 79in gedachten van
85Au bout de quelques jours, toutes les misères souffertes par les Croisés devant les 86murs d’Antiochie se trouverent faibles et douces comparées aux maux qu’ils 87souffrirent à l’intérieur.─ La faim et la soif commencaient à sevir affreusement_ 88Tant qu’il resta quelque nourriture pour les chevaux on les garda pour 89boire leur sang, quelques jours après, on se vit contraint de les tuer pour 90se nourir de leur chair. Les vegetaux de quelque nature qu’ils fussent, étaient 91'dévorés avec avidité. On se nourrissait de feuilles d’arbres et de peaux d’animaux 92bouillies_ Le cuir desséché des armures servait même d’aliment_ La faim faisait 93trouver à cette nourriture un goût exquis et agréable_ Et ce n’etait pas seulement 94la classe infime des Croisés qui se trouvait plongeé dans cet état de 95dénûment/ les mêmes souffrances rendaient tous les hommes égaux, et 96nivelaient toutes les têtes. Chefs/ soldats, femmes, jeunes filles, tous souffraient 97en commun_ Le peuple se plaignait de sa faim à grands cris, et nul ne 98pouvait s’entr’aider, ni se soustraire au fléau_ Godefroid lui-même 99se trouva sans chevaux et sans argent.─
100On rapporte que plusieurs malheureux se trainaient à demi-morts d’inanition par les 101rues de la ville en criant: “O Seigneur! que Ton nom soit sanctifié!” et ils 102se consolaient dans l’espoir que les souffrances de cette vie auraient leur 103récompense dans l’autre_ Mais la même résignation ne régnait pas dans toute 104l’armee, et les désertions recommencèrent; Guillaume le Charpentier, oubliant le 105serment qu’il avait fait de rester fidèle à la sainte cause, s’enfuit une seconde fois. 106Alexis Comnène, dont on espérait du secours, retourna sur ses pas, en apprenant 107la situation pénible des Chrétiens d’Antioche.─ Quelques heures après le retour de 108Pierre l’Ermite qui avait été envoyé au camp des infidèles pour les sommer d’abandonner 109le siège d’Antioche et de livrer passage aux Chretiens et qui n’en avait rapporté que des 110paroles menacantes, on vit un enthousiasme étrange s’emparer des Chrétiens, révoltés des 111paroles altières du Chef turc. Leurs visages pâles et défaits/ leurs yeux ternes et éteints s’étaient 112ranimés tout à coup, et leurs corps voûtés et amaigris s’étaient redressés avec orgueil. On 113fit les apprets du combat qui devait avoir lieu le lendemain, et on s’y prepara par des 114prières et des processions réligieuses.─ C’était le jour de la fête de St Pierre et de St Paul 115et cette circonstance redoubla encore le courage de l’armée. Toutes les troupes 116à l’exeption du Comte de Toulouse et d’un petit nombre de Provencaux qui furent laissés 117pour contenir la garnison de la Citadelle/ quittèrent Antiochie et se formèrent en ordre 118de bataille dans la plaine située devant la ville_ L’avantgarde était précédée 119par des prêtres et des moines portant des crucifix dans leurs mains, implorant 120à haute voix la protection du Ciel et s’écriant dans le langage du Psalmiste 121“Sois une tour de défense pour ceux qui mettent leur confiance en Toi”_ 122Chaque événement semblait un présage favorable, et la rosée du matin embaumant 123l’air du parfum des roses fut même regardée comme une marque de 124la faveur speciale du ciel.─ (Et ils gagnèrent la bataille)_
125Ce fut le 15 Juillet 1099 que les Croisés se rendirent maîtres de la Cité Sainte_ 126Près de 3 ans s’étaient écoulés depuis leur départ d’Europe.─ Ce fut vers 127trois heures, à l’heure-même où le Sauveur expira sur la croix, 128un espace vide se fit sur les remparts. Les Turcs reculaient.─24
129Godefroid de Bouillon_ Par une belle soirée du mois d’Août 1096 un homme de 36 ans 130environ était accoudé dans une attitude méditative sur le seuil d’une fenêtre du 131superbe chateau de Bouillon, les yeux fixés sur les tourelles qui flanquaient les 132murs crénelés et dont les flèches aiguës dessinaient leurs silhouettes brunes sur la blancheur mate 133du ciel. L’ombre s’étendait lentement sur l’horizon et quelques étoiles pointaient dans l’azur 134'comme des regards d’or_ Dans une vaste cour située audessous de lui, on 135entendait des cliquetis d’armures qui se heurtaient, des voix d’hommes d’armes causant 136entre eux, des hennissements de chevaux impatients et des ordres dictés par des 137ecuyers aux soldats.─25 Het einde v.h. boek is: C’était une personification de cet Esprit de 138Dieu Qui toujours jeune et fort traverse les Siècles et les survit.─26
139Ziehier waaraan ik dacht bij het teekenen v. die kaart v_ Engeland die Gij met Kerstmis 140zien zult: If you look at a map of the world, you will see, in the left hand upper 141corner of the Eastern Hemisphere, two Islands, lying in the sea. They are England 142and Scotland, and Ireland. England and Scotland form the greater part of these 143Islands. Ireland is the next in size_ The little neighbouring islands/ which are so 144small upon the Map as to be mere dots, are chiefly little bits of Scotland ─ broken off 145I dare say, in the course of a great length of time by the power of the restless water. 146In the old days, a long long while ago, before Our Saviour was born on 147earth and lay asleep in a manger, these Islands were in the same place 148and the stormy sea roared round them, just as it roars now. But the sea 149was not alive then, with great ships and brave sailors, sailing to and from 150all parts of the world.─ It was very lonely.─ The Islands lay solitary, in the 151great expanse of water_ The foaming waves dashed against their 152cliffs, and the bleak winds blew over their forests; but the winds and waves 153brought no adventurers to land upon the Islands, and the savage 154Islanders knew nothing of the rest of the world, and the rest of the world 155knew nothing of them.─ Dickens/ A childs history of England.27
156In the beginning God created the Heaven and the Earth. And the 157earth was without form and void and darkness was upon the face 158of the deep. And the Spirit of God moved upon the face of the waters_ 159'And God said “Let there be Light” and there was Light_ And God saw the 160Light that it was good, and God divided the Light from the darkness_ 161And God called the Light “Day” and the darkness He called Night. And the 162evening and the morning were the first day.─28
163In the beginning was the Word and the Word was with God 164and the Word was God.─ The same was in the beginning with God_ 165All things were made by Him and without Him was not anything 166made that was made.─ In Him was Life and the Life was 167the Light of men. That was the true Light which lighteth on 168every man that cometh into the world.─29