1r:1
1Amsterdam 19 Nov_ 1877

2Waarde Theo,
3Het is mij behoefte om U weer eens te schrijven want ik denk dikwijls aan U en
4verlang zeer naar Kerstmis wanneer wij elkaar weder hopen te zien.─ Nu/ de donkere
5dagen voor kerstmis zijn reeds in het gezigt en daarachter ligt kerstmis even als
6het vriendelijk licht1 van de huizen achter de rotsen en het water dat er tegen aan slaat
7op een donkeren avond_
8Een lichtpunt was dat kerstfeest altijd voor ons en dat blijve het.─
9Er is aan de hoogeschool hier voor het eerst admissie examen afgenomen ─ het is hier in
10stad dat ook ik examen zal doen.─2 Men heeft daar behalve de gewone 4 vakken
11latijn/ grieksch/ algebra en meetkunst ook gevraagd geschiedenis/ aardrijkskunde/
12Holl_ taal.─
13Heb werk gemaakt om een meester te vinden voor Algebra & Meetkunst en
14ben daarin geslaagd/ n.l. met een neef v. Mendes/ Texeira De Mattos, onder-
15wijzer aan de Israel. Godsdienst ena armenschool.3 Hij geeft mij hoop dat wij
16tegen Oct_ v.h. volgend jaar het vereischte zullen hebben afgehandeld.─
17Mogt mij dan het examen lukken/ zal het voorspoedig gegaan zijn_ Want
18toen ik begon zeide men er 2 jaar zouden noodig zijn voor de 4 eerstgenoemde
19vakken terwijl indien ik in Oct. slagen mogt/ ik in nog korteren tijd meer
20'zou hebben gedaan.─ Moge God mij de wijsheid schenken die ik van noode
21heb en mij geven de begeerte van mijn hart, n.l. om de studiën zoo spoedig
22mogelijk te doorloopen en bevestigd te worden in de betrekking en het praktische
23werk van predikant. In dat werk zijnde en daarvoor ijverende geloof ik dat
24men doet wat God wil dat men doen zal.─
25De voorbereidende studie (n.l. die de eigentlijke Theologische studien en het
26oefenen in het preeken en voordragen voorafgaat) komt zoo ongeveer neer op
27de geschiedenis/ taal en aardrijkskunde van Griekenland/ Klein Azie (daartoe
28kan men dan ook Palestina rekenen) & Italie. Die moet ik dus bestudeeren
29met denzelfden ijver waarmede een hond een been afkluift en evenzoo zou
30ik wel graag kennen de taal/ geschiedenis & aardrijkskunde van de noordelijke
31landen/ nl. van die zoo om de Noordzee en het Kanaal.
32Ben eindelijk naar wensch geslaagd met eene kaart van Klein Azie/ Griekenland &
33Italie/ nogal groot (waarop nu ook de reizen van Paulus4 staan) en ook eene
34v_ Engeland waarin eindelijk iets is van wat ik er in hebben wilde, ten minste
35Mendes ziet het er in/ n.l. dat die niet zonder gevoel en liefde is geteekend_ (De
36namen zet ik er op naar eene kaart in den Atlas Antiquus v. Sprüner Menke5 die
37'Mendes heeft want het is er eene voor bij de geschiedenis.) Toe, doe uw best
38eens om dien atlas eens te zien even als vooral ook die van Stieler.6
39'Want dat is artistenwerk. (Sprüner Menke/ Atlas Antiquus_)
 1v:2
40Zondag hoorde ik Ds ten Kate7 over Joh. XIV:1-6 (In het huis Mijns Vaders
41zijn vele woningen: Wie dat zegt, wat dat Vaderhuis ons te herinneren geeft/
42'wat het ons belooft.) Hij eindigde met: De ure komt waarin de dooden
43de stem van den Zoon des menschen zullen hooren en zullen opstaan die
44het goede gedaan hebben tot de Opstanding ten Eeuwigen Leven.8 Zalig
44adie het heimwee hebben want
44bzij zullen t’huis komen.─9
45Het was een stampvolle kerk zoodat ik heb gestaan.─
46Was twee avonden bij Oom Cor/ eens om oude boeken te zien (daar waren
47onder jaargangen v. de Illustration waar ik veel oude kennissen in vond/ dat is
48toch een interressant blad/ o.a. een oud portret van Dickens10 en eene houdsnede
49door de Lemud/ “La tasse de café”/11 een jongmensch met eenigzins strenge
50en scherpe trekken en ernstige uitdrukking die er juist uitziet alsof
51hij dacht over dat stuk uit L’imitation/ De la Vie monastique/12 of als of
52hij eenig moeielijk maar goed werk of plan overdacht zooals alleen
53une âme en peine13 dat doen kan.─ Zulk werk is niet altijd het
54slechtste maar wat men als het ware met smart doet/ dat blijft
55'leven.
55aHeureux celui que la Verité instruit non par des mots fugitifs mais par
55belle-même en se montrant telle qu’elle est/14 is wel een goed woord.)
56Dan was ik ook bij Oom Cor op Tantes verjaardag/ nl. ll. Vrijdag/15 toen werd
57er des avonds kaart gespeeld en daar ik dat niet kan heb ik zitten lezen
58in Aug. Gruson/ Histoire des Croisades (Panthéon Classique 50cmes)_16
59Dat is een zeer mooi boekje, ik zou haast zeggen hier en daar geschreven met het
60sentiment van Thijs Maris (hierbij o.a_ een bladzijde die mij trof)17 als hij b.v. schildert
61een oud kasteel op een rots met de bosschen in den herfst en in de schemering
62'met zoo op den voorgrond de zwarte akkers met een boer die met een
63wit paard ploegt,18 en het deed mij ook denken aan Michelet & Carlyle.─
64Zoo gaarne wilde ik dat Pa die ets van Un jeune Citoyen de l’an V19 kende_
65Zoudt Gij goed vinden die op Pa’s verjaardag of voor dien tijd te geven
66met nog eenige kleine phot_ over de Omwenteling20 zoodat het een geheel vormt
67waaruit Pa zien kan waaraan wij dikwijls denken.─
68Gij weet misschien al dat er heden droevige tijding uit Brussel is/ dat Pa
69er reeds heen is_ Oom Jan/ die een telegram deze berigten inhoudende
70van Moe ontving/ telegrafeerde aan Pa en ontving ten antwoord
71“Toestand onveranderd kom nog niet ik ben hier”.─ Reeds waren
72Oom Jan en Oom Cor gereed er zamen heen te gaan/ nu wachten
73zij op nadere waarschuwing van die trouwe Pa. Zou er
74dan eindelijk een einde komen aan dat lang en vreesselijk lijden?21
75Dag Theo, schrijf eens spoedig jongen/ als Gij kunt, God beware
76onze gezondheid en geve ons de helderheid van het hoofd en de kracht
77en opgewektheid die wij noodig hebben iederen dag.─ Oom Jan/ Oom Cor
78en de familie Stricker groeten U en ontvang een hartelijken handdruk
79in gedachten van

79*Uw liefh. broer
80Vincent

81Dat berigt aangaande Oom Hein komt terwijl ik dezen onderhanden heb.

82Naar alle waarschijnlijkheid zal Paul Stricker om zijne gezondheid naar Holland moeten terugkeeren_22
83een goede brief v_ Johan v_ Gogh en Willem23 maakt het betrekkelijk ook goed maar
84moet zich toch in acht nemen en voorzigtig zijn.

 1v:3
85Au bout de quelques jours, toutes les misères souffertes par les Croisés devant les
86murs d’Antiochie se trouverent faibles et douces comparées aux maux qu’ils
87souffrirent à l’intérieur.─ La faim et la soif commencaient à sevir affreusement_
88Tant qu’il resta quelque nourriture pour les chevaux on les garda pour
89boire leur sang, quelques jours après, on se vit contraint de les tuer pour
90se nourir de leur chair. Les vegetaux de quelque nature qu’ils fussent, étaient
91'dévorés avec avidité. On se nourrissait de feuilles d’arbres et de peaux d’animaux
92bouillies_ Le cuir desséché des armures servait même d’aliment_ La faim faisait
93trouver à cette nourriture un goût exquis et agréable_ Et ce n’etait pas seulement
94la classe infime des Croisés qui se trouvait plongeé dans cet état de
95dénûment/ les mêmes souffrances rendaient tous les hommes égaux, et
96nivelaient toutes les têtes. Chefs/ soldats, femmes, jeunes filles, tous souffraient
97en commun_ Le peuple se plaignait de sa faim à grands cris, et nul ne
98pouvait s’entr’aider, ni se soustraire au fléau_ Godefroid lui-même
99se trouva sans chevaux et sans argent.─
100On rapporte que plusieurs malheureux se trainaient à demi-morts d’inanition par les
101rues de la ville en criant: “O Seigneur! que Ton nom soit sanctifié!” et ils
102se consolaient dans l’espoir que les souffrances de cette vie auraient leur
103récompense dans l’autre_ Mais la même résignation ne régnait pas dans toute
104l’armee, et les désertions recommencèrent; Guillaume le Charpentier, oubliant le
105serment qu’il avait fait de rester fidèle à la sainte cause, s’enfuit une seconde fois.
106Alexis Comnène, dont on espérait du secours, retourna sur ses pas, en apprenant
107la situation pénible des Chrétiens d’Antioche.─ Quelques heures après le retour de
108Pierre l’Ermite qui avait été envoyé au camp des infidèles pour les sommer d’abandonner
109le siège d’Antioche et de livrer passage aux Chretiens et qui n’en avait rapporté que des
110paroles menacantes, on vit un enthousiasme étrange s’emparer des Chrétiens, révoltés des
111paroles altières du Chef turc. Leurs visages pâles et défaits/ leurs yeux ternes et éteints s’étaient
112ranimés tout à coup, et leurs corps voûtés et amaigris s’étaient redressés avec orgueil. On
113fit les apprets du combat qui devait avoir lieu le lendemain, et on s’y prepara par des
114prières et des processions réligieuses.─ C’était le jour de la fête de St Pierre et de St Paul
115et cette circonstance redoubla encore le courage de l’armée. Toutes les troupes
116à l’exeption du Comte de Toulouse et d’un petit nombre de Provencaux qui furent laissés
117pour contenir la garnison de la Citadelle/ quittèrent Antiochie et se formèrent en ordre
118de bataille dans la plaine située devant la ville_ L’avantgarde était précédée
119par des prêtres et des moines portant des crucifix dans leurs mains, implorant
120à haute voix la protection du Ciel et s’écriant dans le langage du Psalmiste
121“Sois une tour de défense pour ceux qui mettent leur confiance en Toi”_
122Chaque événement semblait un présage favorable, et la rosée du matin embaumant
123l’air du parfum des roses fut même regardée comme une marque de
124la faveur speciale du ciel.─ (Et ils gagnèrent la bataille)_

125Ce fut le 15 Juillet 1099 que les Croisés se rendirent maîtres de la Cité Sainte_
126Près de 3 ans s’étaient écoulés depuis leur départ d’Europe.─ Ce fut vers
127trois heures, à l’heure-même où le Sauveur expira sur la croix,
128un espace vide se fit sur les remparts. Les Turcs reculaient.─24

129Godefroid de Bouillon_ Par une belle soirée du mois d’Août 1096 un homme de 36 ans
130environ était accoudé dans une attitude méditative sur le seuil d’une fenêtre du
131superbe chateau de Bouillon, les yeux fixés sur les tourelles qui flanquaient les
132murs crénelés et dont les flèches aiguës dessinaient leurs silhouettes brunes sur la blancheur mate
133du ciel. L’ombre s’étendait lentement sur l’horizon et quelques étoiles pointaient dans l’azur
134'comme des regards d’or_ Dans une vaste cour située audessous de lui, on
135entendait des cliquetis d’armures qui se heurtaient, des voix d’hommes d’armes causant
136entre eux, des hennissements de chevaux impatients et des ordres dictés par des
137ecuyers aux soldats.─25 Het einde v.h. boek is: C’était une personification de cet Esprit de
138Dieu Qui toujours jeune et fort traverse les Siècles et les survit.─26

 1r:4
139Ziehier waaraan ik dacht bij het teekenen v. die kaart v_ Engeland die Gij met Kerstmis
140zien zult: If you look at a map of the world, you will see, in the left hand upper
141corner of the Eastern Hemisphere, two Islands, lying in the sea. They are England
142and Scotland, and Ireland. England and Scotland form the greater part of these
143Islands. Ireland is the next in size_ The little neighbouring islands/ which are so
144small upon the Map as to be mere dots, are chiefly little bits of Scotland ─ broken off
145I dare say, in the course of a great length of time by the power of the restless water.
146In the old days, a long long while ago, before Our Saviour was born on
147earth and lay asleep in a manger, these Islands were in the same place
148and the stormy sea roared round them, just as it roars now. But the sea
149was not alive then, with great ships and brave sailors, sailing to and from
150all parts of the world.─ It was very lonely.─ The Islands lay solitary, in the
151great expanse of water_ The foaming waves dashed against their
152cliffs, and the bleak winds blew over their forests; but the winds and waves
153brought no adventurers to land upon the Islands, and the savage
154Islanders knew nothing of the rest of the world, and the rest of the world
155knew nothing of them.─ Dickens/ A childs history of England.27

156In the beginning God created the Heaven and the Earth. And the
157earth was without form and void and darkness was upon the face
158of the deep. And the Spirit of God moved upon the face of the waters_
159'And God said “Let there be Light” and there was Light_ And God saw the
160Light that it was good, and God divided the Light from the darkness_
161And God called the Light “Day” and the darkness He called Night. And the
162evening and the morning were the first day.─28

163In the beginning was the Word and the Word was with God
164and the Word was God.─ The same was in the beginning with God_
165All things were made by Him and without Him was not anything
166made that was made.─ In Him was Life and the Life was
167the Light of men. That was the true Light which lighteth on
168every man that cometh into the world.─29


20 schenken < schenke
37 geschiedenis.) < geschiedenis.
39 Antiquus) < Antiquus
42 belooft). < belooft.
55 b woord.) < woord.
62 voorgrond < voogrond
91 peaux < paux
134 située < setuée
159 was Light < was Light”
top