3Het was mij eene heerlijke gewaarwording Gladwell’s stem te hooren in den gang terwijl ik boven zat te werken
4en hem een oogenblik later te zien en de hand te drukken. Gisteren hebben wij eene goede wandeling gedaan 5door de voornaamste straten en bij de meeste kerken en zijn dezen morgen voor 5 opgestaan om het volk op de werf te zien komen 6en zijn daarop naar Zeeburg gewandeld en ook nog een kerkhof gezien en zijn naar het 7'Trippenhuis geweest (2 maal) en hij alleen op van der Hoop en ook was hij bij Oom Cor in den winkel1 (die 8echter niet in stad was) en bij Mendes op de kamer.─ Nu hebben wij ook nog plan eens naar Oom 9Stricker te gaan (want daar ben ik heden ten eten gevraagd en waag het er maar op hem mede 10'te nemen), en als wij tijd hebben ook nog bij Vos en Kee.─ En ook zou ik zeer gaarne nog eens 11met hem op Bickers eiland zijn maar misschien is er geen tijd. Heb hem zeer aangeraden 12om ook naar Haarlem te gaan om de Schijen van Frans Hals te zien2 en daar gaat hij 13nu heen en niet naar Antwerpen zoo als hij van plan was maar houdt Belgie voor 14later en bepaalt zich nu uitsluitend tot Holland.
15Ook bragten wij een geruimen tijd op het studeerkamertje door en hebben gesproken over 16things new and old.─3
17Weer gevoel ik terwijl hij naast mij zit hetzelfde gevoel dat mij zoo dikwijls tot hem 18trok, als ware hij een zoon van hetzelfde huis en een broeder in het geloof omdat 19'hij liefheeft “the man of sorro[w]s and acquainted with grief”4 Die onze God 20is en in Wiens leer en opstanding wij gelooven/ naar Wiens geest wij zoeken/ 21van Wiens liefde wij vragen dat zij ons dringe in het leven en dat niets ons 22van Haar scheide/ noch tegenwoordige noch toekomende dingen.5 In hem zal ook 23de droefheid naar God werken wat zij in velen gewerkt heeft en werkt en zal werken/ 24een onberouwelijke keuze6 om het goede deel dat niet zal weggenomen worden7 en 25het ééne noodige te kiezen en het voortbrengen van vruchten des berouws 26en der bekeering waardig.─8 Hij is een Christen en zal dat meer en meer worden. 27Wij lazen deze morgen zamen het verhaal van Elia bij de beek Krith en bij 28de weduwe9 28a─ want toen wij te Montmartre zamen woonden10 ondervonden wij hoe het meel van de kruik niet verteerd werd en het 28bwater van de flesch niet ontbrak11 ─ 28en gisteren avond de gelijkenis van den zaaijer12 en anderen.13 29Nu zal hij ook nog eenigen tijd bij U zijn en verlangd Uw kamertje te zien en 30wat Gij van prenten hebt.
31Kreeg van hem Bunyan/ the pilgrims progress, dat is eene aanwinst evenals 32Bossuet/ Oraison funèbres die ik onlangs zeer goedkoop heb gekocht14 en de Imitation 33van Th_ à Kempis in het Latijn die ik van Vos15 kreeg en die ik hoop eenmaal in het 34Latijn te kunnen lezen.─
35Hij heeft hier verscheiden stukjes gelezen uit Bungener, Esquiros, Lamenais, Souvestre, 36Lamartine (Cromwell) en had pleizier in de lithographiën naar Bosboom/16 37wij hebben er een gekocht bij een jood en hij heeft mij order gegeven om er nog eenigen voor 38hem te koopen bij voorkomende gelegenheid.─
39Van harte hoop ik Gij een goeden avond met hem zult hebben, en ik geloof hoe 40meer Gij in hem zoekt hoe meer gij in hem zult vinden.─17
41Wij spraken over een en ander en wat wij tot elkander gezegd hebben is dit/ velen 42hebben, gekomen zijnde op een punt van het leven waar men eene levenskeuze 43'doen moet/ gekozen voor hun deel/ “the love of Christ and poverty”18 of liever 44“give me neither poverty nor riches/ feed me with bread convenient for me”.─19 45De tijd van zamenzijn is mij omgevlogen en had wel gewenscht wij 46wat langer zamen mogten zijn gebleven; maar dat kan niet en ieder moet 47wederkeeren op zijn weg20 en voortgaan te doen wat de hand vindt om te doen21 zoo als hij geroepen is22 48en ik voor mij ben er dankbaar voor in den grond van mijn hart dat ik hem 49heb mogen wederzien en in hem terug te vinden wat mij tot hem aantrok. 50Hij vertelde mij dat Gij zeker de reis met de nouveautés zult doen en 51wel over een week of 4, dan hoop ik dus U ook weer eens te zien_
52Van harte hoop ik hij een aangename en goede herinnering aan zijn 53bezoek aan Holland zal hebben, het is moedig van hem dat hij dat 54plan maar eens heeft doorgezet.─
55Groet Uwe huisgenooten, heb een goeden avond met hem, zou 56U wel toewenschen aan hem gehecht te zijn zoo als ik mij op 57t’oogenblik aan hem gehecht gevoel, en ontvang in gedachten 58een handdruk van