3Hierbij een woordje voor Anna en voor Lies,1 toe schrijf Gij er wat bij en zend het dan 4'tegen Moe’s verjaardag.─ 4a(Ik wil er U wel bij zeggen dat de reden waarom ik ze aan U stuur is dat ik vrees tegen dien tijd 4bgeen postzegels te hebben behalve voor t’huis. Schrijft Gij soms eerst later/ laat dan ook dezen maar 4cwachten_)
5Oom Jan is ll. Zaturdag naar Helvoirt gegaan/ tot den 10 September denkt Hij 6weg te blijven, dus is het dezer dagen hier stil in huis2 maar toch vliegen de dagen 7om daar ik dagelijks les heb en daar voor moet werken en zoo graag zelfs nog 8de dagen wat langer zou willen hebben om nog wat meer af te krijgen want het is 9niet altijd gemakkelijk werk en al heeft men er ook een geruimen tijd op gezeten/ 10geeft het nog maar een schrale voldoening, enfin wat moeielijk is is goed, daarvan 11voel ik de overtuiging in mij ook al ziet men geen resultaten.─
12Ben voorts bezig om l’Imitation de Jésus Christ3 geheel over te schrijven, van eene 13Fransche uitgave die ik van Oom Cor te leen heb, dat boek is subliem, en 14Hij die dat schreef moet wel een man naar Gods hart zijn geweest, kreeg eenige dagen 15geleden, misschien omdat ik die lithographie naar Ruyperez4 zoo dikwijls aanzie/ 16zulk een onweerstaanbaar verlangen naar dat boek en vroeg het aan Oom Cor te leen. Nu 17zit ik daar s’avonds aan te schrijven/ het is een heel werk maar een goed gedeelte staat 18er op en ik weet geen betere manier om er wat van in het hoofd te krijgen. Ook 19heb ik Bossuet/ Oraisons funèbres5 maar weer eens gekocht (voor 40cts ben ik ze magtig geworden)/ 20ik voel mij gedrongen om de zaak met kracht aan te vatten, ik denk weleens 21aan dat woord “de dagen zijn kwaad”6 en men moet zich wapenen en trachten 22zoo veel mogelijk iets goeds in zich te hebben om te kunnen weerstaan en voorbereid te zijn.─7 Het is zooals 23Gij zeer wel weet geen kleine onderneming en den uitslag weten wij niet en dus, in elk geval 24wil ik trachten een goeden strijd te strijden.─8
25Het is een eigenaardig boek, dat van Thomas à Kempis/ daar zijn woorden zoo diep en ernstig dat 26men ze niet zonder ontroering en bijna vrees kan lezen, ten minste als men ze 27leest met een opregt verlangen naar licht en naar waarheid,9 die taal is wel 28'de welsprekendheid die harten wint omdat zij uit het hart voortkomt. Gij hebt het 29immers.─ Pa schreef mij over een ongelukkig voorval gebeurd bij Oom Vincent aan huis_ 30Gij zult er ook wel reeds van weten, n.l. dat de vrouw van Ds Richard van den trap is 31gevallen op een avond en in zeer zorgelijken toestand zich bevindt.10 En zoo hoort men 32dagelijks nu het een dan het ander, overal en aan alle kanten, en daarom 33'heb ik ten minste zoo den indruk “de dagen zijn kwaad”.─11 Want al treft 34het ons zelf niet/ toch voelt men dat het ook van ons misschien niet 35verre is en wij als het ware in het zelfde oordeel zijn.12 The fashion of this world 36passeth away ─ yet would I have thee without carefulness.13
37“Yet would I have thee without carefulness” zou dat niet willen zeggen wat U 38aangaat/ voel al deze dingen/14 “feel thy sorrows”15 en bewaar die in uw 39hart16 bij de anderen, maar ga gij Uw gang/ “keer weder op uwen weg”/17 40blijf dezelfde die gij in den beginne waart toen gij het goede zocht en er iets van meendet 41te vinden ─ want ook God is Dezelfde Die Hij in den beginne was18 en 42bij Hem is geene verandering of schaduw van ommekeer19 ─ heb dan 43ook gij in het binnenste van u een vasten geest20 en heb geloof in God, 44want die op Hem vertrouwen/ zullen niet beschaamd gemaakt worden_21 45Dat zien wij in onzen Vader Die al het leed/ al de ellende en ook al 46de zonde om Hem heen voelt/ Die er ook in deelt en helpt zooveel 47Hij maar kan en toch zijn eigen vasten gang gaat/ goed doende 48en niet omziende.─22 Ja het is wel zoo/ Hij heeft den Geest die Jezus had/ 49dien Geest waarvan Hij zeide: Vader in Uwe handen beveel ik Mijnen geest.23 50En zoo velen hebben dat zelfde ─ hoewel niet in zoo groote mate, dat 51het geen hopelooze zaak is voor ons om er ook naar te trachten_
52“Beijver u om uw geheele leven te beteren” staat er in Thomas à Kempis24 en 53dat is het wat men doen moet en niet opgeven/ ook niet als 54men schrikt van al het verkeerde dat in ons is dat ons teregt doet zeggen/ 55ik alleen heb deze ellende over mij zelven en anderen gebragt25 ─ juist 56wie zoo gestemd is ─ voor dien is het tijd/ dat is “the very man”_26 57'Voor zulken is er geschreven “gij lieden moet wederom geboren worden”.27 58Voor zulken zal het woord des Heeren een licht zijn28 en Hij zelf door dat 59woord een Vriend en Trooster29 en de droefheid naar God zal werken30 wat 60zij werken zal indien men haar niet vreest.─
61Er is iets dat ik mij gedrongen voel te zeggen tegen U voor wien ik geene geheimen 62heb.─ In het leven van Oom Jan/ van Oom Cor/ van Oom Vincent is veel veel 63goeds en schoons maar toch ontbreekt er iets aan_─ Zoudt Gij niet denken dat als 64de twee eerstgenoemden zoo als dat dikwijls gebeurt des avonds hier in die U bekende 65mooie en stemmige kamer zitten te praten/ dat niet een gezigt is dat het hart goed doet/ 66vooral als men hen aanziet met liefde zooals ik dat doe? En toch ─ de Emmausgangers 67van Rembrandt31 zijn nog mooier en dat had het kunnen zijn en nu is het dat wel 68bijna maar niet geheel.32 Pa heeft wat zij missen ─ het is goed een Christen te zijn 69en bijna en ook geheellijk want dat is het eeuwige leven33 ─ en nu zal ik nog zelfs 70verder gaan en zeggen hetgeen in hun ontbreekt/ ontbreekt in hun huis en in de hunnen 71en dan zult gij zeggen of ten minste denken aan den man die den splinter in zijns broeders 72oog zag en niet merkte den balk in zijn eigen oog34 ─ en dan zal ik daarop antwoorden/ 73daar is mogelijk wel wat van aan, maar dit althans is een waar woord/ “het 74is goed een Christen te zijn en bijna en ook geheellijk”.─
75Eenige dagen geleden bragt ik een avond door in de studeerkamer van den Ds Jeremie Meyes/ 76dus niet de Oude Ds maar die bewuste man Die mij in de kerk zoo had getroffen.
77Het was een aardigen avond, Hij vroeg een en ander over Londen_ Waarop ik hem nog al kon 78antwoorden en Hij vertelde mij van zijn werk en den zegen die Hij zoo blijkbaar had 79ondervonden. Op die kamer hing eene zeer goede houtskool teekening voorstellende 80eene godsdienstoefening die Hij gewoon was des winters s’avonds bij zich aan huis te 81houden/ zeer goed/ Israels zou er wel pleizier in hebben gehad, werklieden & hunne vrouwen 82maakten het gehoor uit,35 in het boek van Doré over Londen36 staan ook wel dergelijke onderwerpen. 83Is zelf 14 dagen te Londen geweest.─ Heeft een groot huisgezin/ 6 of 7 kinderen/ zijne 84vrouw37 heeft iets onbeschrijfelijks ─ iets van Moe ─ of van de vrouw van Ds Jones b.v. 85In een woord/ het is daar eene Christen familie en wel in haar volle kracht en bloei/ 86er is soms eene uitdrukking van zeer groot geluk op het vermoeide gelaat van dien man, 87en als men in dat huis is gevoelt men iets van “neem uwe schoenen van uwe voeten 88'want de plek waar gij staat is heilig land”.─38
89Ben ook nog een avond bij Stricker geweest en hoorde Oom ll. Zondag preeken39 over 90I Kor. III:14/ Zoo iemands werk blijft dat hij daarop gebouwd heeft/ die zal loon ontvangen. 91Het is mij dikwijls als voelde ik reeds iets van zegen en van verandering in mijn leven.─ 92wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien_ Zoo dikwijls denk ik in 93de jodenbuurt en ook op andere plaatsen aan de Groux,40 daar zijn interieurs met houthakkers/ 94timmerlieden/ kruidenierswinkels/ apotheeken/ smidses enz_ enz. die hem in verrukking zouden hebben 95'gebragt_ Zoo zag ik dezen morgen een grooten donkeren wijnkelder en pakhuis openstaan, 96daar kwam een schrikbeeld voor mijn geest een oogenblik ─ Gij weet wel wat ─ in het 97donkere verwulf liepen mannen met lichten heen en weer ─ dat is nu wel iets dat men 98dagelijks zien kan maar er zijn oogenblikken waarop de dagelijkse gewone 99'dingen een buitengewonen indruk maken en eene diepe beteekenis in 100een ander aanzien schijnen te hebben. Dat wist de Groux zoo goed in zijne schilderijen 101en vooral ook in zijne lithographiën te brengen.
102Daarjuist terwijl ik dezen zit te schrijven komt Uw brief. Dank er voor_ Pa schreef 103reeds Hij U had bezocht maar wat mij zeer verrastte was dat Gladwell te s’Hage 104is.─ Doe hem mijne hartelijke groeten en och, wat zou ik graag hebben dat hij eens 105hier kwam, schreef hem dadelijk een briefkaart om hem te vragen zijn best te doen 106om ook nog naar Amsterdam te komen, tracht ook Gij hem er toe te bewegen_ 107Gij weet zelf hoe interressant het voor een vreemdeling is om de stad te zien/ 108de werf en buurt hier ook en wat zou ik hem er graag den weg wijzen zooveel in 109mijn vermogen is. En ik verlang naar zijne bruine oogen die zoo konden 110glinsteren als wij de schilderijen van Michel zagen en anderen bezagen of over 111“many things”41 spraken. Ja het zou niet kwaad zijn als hij maar kwam, en 112zoo lang mogelijk bleef zelfs en ik geloof dat wij wel zouden voelen er iets opregt 113gemeends in onze vroegere vriendschap was en dat die niet klein was, als de 114tijd daar over heen gaat voelt men dat niet altijd levendig meer but it is not 115dead but it sleepeth,42 en opdat het weer wakker en levend worde is het goed 116elkander weer te zien.─
117Hierbij een woordje voor hem, mij dunkt hij moet Holland niet uitgaan zonder 118het Trippenhuis en van der Hoop43 te hebben gezien/ doe Uw best maar om te maken 119hij het doet, ten minste als het zoo kan gebeuren en hij het niet tegen zijn zin 120doet. Moet van avond nog opzitten zoo lang ik de oogen open kan houden 121en eindig dezen dus, heb ik tijd/ schrijf ik het blaadje nog vol.
122Als Uwe kennismaking met Gladwell wat krachtig is en wat goeds achterlaat/ 123dat zou ik heerlijk vinden, ’t is al een heelen tijd geleden sedert ik hem het laatst zag.
124à Dieu, ontvang een handdruk in gedachten en wees van harte gelukgewenscht 125met Moe’s verjaardag maar op dien dag schrijf ik misschien wel weer. Nu 126heb ik zoo maar eens doorgepraat in dezen brief en of het goed is weet ik 127niet en stuur hem zoo maar weg zoo als hij is. Heb het goed/ geef een hand 128aan Gladwell voor mij en geloof mij steeds