1r:1
1Amsterdam 4 Sept_ 1877.

2Waarde Theo,
3Hierbij een woordje voor Anna en voor Lies,1 toe schrijf Gij er wat bij en zend het dan
4'tegen Moe’s verjaardag.─
4a(Ik wil er U wel bij zeggen dat de reden waarom ik ze aan U stuur is dat ik vrees tegen dien tijd
4bgeen postzegels te hebben behalve voor t’huis. Schrijft Gij soms eerst later/ laat dan ook dezen maar
4cwachten_)
5Oom Jan is ll. Zaturdag naar Helvoirt gegaan/ tot den 10 September denkt Hij
6weg te blijven, dus is het dezer dagen hier stil in huis2 maar toch vliegen de dagen
7om daar ik dagelijks les heb en daar voor moet werken en zoo graag zelfs nog
8de dagen wat langer zou willen hebben om nog wat meer af te krijgen want het is
9niet altijd gemakkelijk werk en al heeft men er ook een geruimen tijd op gezeten/
10geeft het nog maar een schrale voldoening, enfin wat moeielijk is is goed, daarvan
11voel ik de overtuiging in mij ook al ziet men geen resultaten.─
12Ben voorts bezig om l’Imitation de Jésus Christ3 geheel over te schrijven, van eene
13Fransche uitgave die ik van Oom Cor te leen heb, dat boek is subliem, en
14Hij die dat schreef moet wel een man naar Gods hart zijn geweest, kreeg eenige dagen
15geleden, misschien omdat ik die lithographie naar Ruyperez4 zoo dikwijls aanzie/
16zulk een onweerstaanbaar verlangen naar dat boek en vroeg het aan Oom Cor te leen. Nu
17zit ik daar s’avonds aan te schrijven/ het is een heel werk maar een goed gedeelte staat
18er op en ik weet geen betere manier om er wat van in het hoofd te krijgen. Ook
19heb ik Bossuet/ Oraisons funèbres5 maar weer eens gekocht (voor 40cts ben ik ze magtig geworden)/
20ik voel mij gedrongen om de zaak met kracht aan te vatten, ik denk weleens
21aan dat woord “de dagen zijn kwaad”6 en men moet zich wapenen en trachten
22zoo veel mogelijk iets goeds in zich te hebben om te kunnen weerstaan en voorbereid te zijn.─7 Het is zooals
23Gij zeer wel weet geen kleine onderneming en den uitslag weten wij niet en dus, in elk geval
24wil ik trachten een goeden strijd te strijden.─8
25Het is een eigenaardig boek, dat van Thomas à Kempis/ daar zijn woorden zoo diep en ernstig dat
26men ze niet zonder ontroering en bijna vrees kan lezen, ten minste als men ze
27leest met een opregt verlangen naar licht en naar waarheid,9 die taal is wel
28'de welsprekendheid die harten wint omdat zij uit het hart voortkomt. Gij hebt het
29immers.─ Pa schreef mij over een ongelukkig voorval gebeurd bij Oom Vincent aan huis_
30Gij zult er ook wel reeds van weten, n.l. dat de vrouw van Ds Richard van den trap is
31gevallen op een avond en in zeer zorgelijken toestand zich bevindt.10 En zoo hoort men
32dagelijks nu het een dan het ander, overal en aan alle kanten, en daarom
33'heb ik ten minste zoo den indruk “de dagen zijn kwaad”.─11 Want al treft
34het ons zelf niet/ toch voelt men dat het ook van ons misschien niet
35verre is en wij als het ware in het zelfde oordeel zijn.12 The fashion of this world
36passeth away ─ yet would I have thee without carefulness.13
 1v:2
37“Yet would I have thee without carefulness” zou dat niet willen zeggen wat U
38aangaat/ voel al deze dingen/14 “feel thy sorrows”15 en bewaar die in uw
39hart16 bij de anderen, maar ga gij Uw gang/ “keer weder op uwen weg”/17
40blijf dezelfde die gij in den beginne waart toen gij het goede zocht en er iets van meendet
41te vinden ─ want ook God is Dezelfde Die Hij in den beginne was18 en
42bij Hem is geene verandering of schaduw van ommekeer19 ─ heb dan
43ook gij in het binnenste van u een vasten geest20 en heb geloof in God,
44want die op Hem vertrouwen/ zullen niet beschaamd gemaakt worden_21
45Dat zien wij in onzen Vader Die al het leed/ al de ellende en ook al
46de zonde om Hem heen voelt/ Die er ook in deelt en helpt zooveel
47Hij maar kan en toch zijn eigen vasten gang gaat/ goed doende
48en niet omziende.─22 Ja het is wel zoo/ Hij heeft den Geest die Jezus had/
49dien Geest waarvan Hij zeide: Vader in Uwe handen beveel ik Mijnen geest.23
50En zoo velen hebben dat zelfde ─ hoewel niet in zoo groote mate, dat
51het geen hopelooze zaak is voor ons om er ook naar te trachten_
52“Beijver u om uw geheele leven te beteren” staat er in Thomas à Kempis24 en
53dat is het wat men doen moet en niet opgeven/ ook niet als
54men schrikt van al het verkeerde dat in ons is dat ons teregt doet zeggen/
55ik alleen heb deze ellende over mij zelven en anderen gebragt25 ─ juist
56wie zoo gestemd is ─ voor dien is het tijd/ dat is “the very man_26
57'Voor zulken is er geschreven “gij lieden moet wederom geboren worden”.27
58Voor zulken zal het woord des Heeren een licht zijn28 en Hij zelf door dat
59woord een Vriend en Trooster29 en de droefheid naar God zal werken30 wat
60zij werken zal indien men haar niet vreest.─
61Er is iets dat ik mij gedrongen voel te zeggen tegen U voor wien ik geene geheimen
62heb.─ In het leven van Oom Jan/ van Oom Cor/ van Oom Vincent is veel veel
63goeds en schoons maar toch ontbreekt er iets aan_─ Zoudt Gij niet denken dat als
64de twee eerstgenoemden zoo als dat dikwijls gebeurt des avonds hier in die U bekende
65mooie en stemmige kamer zitten te praten/ dat niet een gezigt is dat het hart goed doet/
66vooral als men hen aanziet met liefde zooals ik dat doe? En toch ─ de Emmausgangers
67van Rembrandt31 zijn nog mooier en dat had het kunnen zijn en nu is het dat wel
68bijna maar niet geheel.32 Pa heeft wat zij missen ─ het is goed een Christen te zijn
69en bijna en ook geheellijk want dat is het eeuwige leven33 ─ en nu zal ik nog zelfs
70verder gaan en zeggen hetgeen in hun ontbreekt/ ontbreekt in hun huis en in de hunnen
71en dan zult gij zeggen of ten minste denken aan den man die den splinter in zijns broeders
72oog zag en niet merkte den balk in zijn eigen oog34 ─ en dan zal ik daarop antwoorden/
73daar is mogelijk wel wat van aan, maar dit althans is een waar woord/ “het
74is goed een Christen te zijn en bijna en ook geheellijk”.─
75Eenige dagen geleden bragt ik een avond door in de studeerkamer van den Ds Jeremie Meyes/
76dus niet de Oude Ds maar die bewuste man Die mij in de kerk zoo had getroffen.
 1v:3
77Het was een aardigen avond, Hij vroeg een en ander over Londen_ Waarop ik hem nog al kon
78antwoorden en Hij vertelde mij van zijn werk en den zegen die Hij zoo blijkbaar had
79ondervonden. Op die kamer hing eene zeer goede houtskool teekening voorstellende
80eene godsdienstoefening die Hij gewoon was des winters s’avonds bij zich aan huis te
81houden/ zeer goed/ Israels zou er wel pleizier in hebben gehad, werklieden & hunne vrouwen
82maakten het gehoor uit,35 in het boek van Doré over Londen36 staan ook wel dergelijke onderwerpen.
83Is zelf 14 dagen te Londen geweest.─ Heeft een groot huisgezin/ 6 of 7 kinderen/ zijne
84vrouw37 heeft iets onbeschrijfelijks ─ iets van Moe ─ of van de vrouw van Ds Jones b.v.
85In een woord/ het is daar eene Christen familie en wel in haar volle kracht en bloei/
86er is soms eene uitdrukking van zeer groot geluk op het vermoeide gelaat van dien man,
87en als men in dat huis is gevoelt men iets van “neem uwe schoenen van uwe voeten
88'want de plek waar gij staat is heilig land”.─38
89Ben ook nog een avond bij Stricker geweest en hoorde Oom ll. Zondag preeken39 over
90I Kor. III:14/ Zoo iemands werk blijft dat hij daarop gebouwd heeft/ die zal loon ontvangen.
91Het is mij dikwijls als voelde ik reeds iets van zegen en van verandering in mijn leven.─
92wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien_ Zoo dikwijls denk ik in
93de jodenbuurt en ook op andere plaatsen aan de Groux,40 daar zijn interieurs met houthakkers/
94timmerlieden/ kruidenierswinkels/ apotheeken/ smidses enz_ enz. die hem in verrukking zouden hebben
95'gebragt_ Zoo zag ik dezen morgen een grooten donkeren wijnkelder en pakhuis openstaan,
96daar kwam een schrikbeeld voor mijn geest een oogenblik ─ Gij weet wel wat ─ in het
97donkere verwulf liepen mannen met lichten heen en weer ─ dat is nu wel iets dat men
98dagelijks zien kan maar er zijn oogenblikken waarop de dagelijkse gewone
99'dingen een buitengewonen indruk maken en eene diepe beteekenis in
100een ander aanzien schijnen te hebben. Dat wist de Groux zoo goed in zijne schilderijen
101en vooral ook in zijne lithographiën te brengen.
102Daarjuist terwijl ik dezen zit te schrijven komt Uw brief. Dank er voor_ Pa schreef
103reeds Hij U had bezocht maar wat mij zeer verrastte was dat Gladwell te s’Hage
104is.─ Doe hem mijne hartelijke groeten en och, wat zou ik graag hebben dat hij eens
105hier kwam, schreef hem dadelijk een briefkaart om hem te vragen zijn best te doen
106om ook nog naar Amsterdam te komen, tracht ook Gij hem er toe te bewegen_
107Gij weet zelf hoe interressant het voor een vreemdeling is om de stad te zien/
108de werf en buurt hier ook en wat zou ik hem er graag den weg wijzen zooveel in
109mijn vermogen is. En ik verlang naar zijne bruine oogen die zoo konden
110glinsteren als wij de schilderijen van Michel zagen en anderen bezagen of over
111“many things”41 spraken. Ja het zou niet kwaad zijn als hij maar kwam, en
112zoo lang mogelijk bleef zelfs en ik geloof dat wij wel zouden voelen er iets opregt
113gemeends in onze vroegere vriendschap was en dat die niet klein was, als de
114tijd daar over heen gaat voelt men dat niet altijd levendig meer but it is not
115dead but it sleepeth,42 en opdat het weer wakker en levend worde is het goed
116elkander weer te zien.─
 1r:4
117Hierbij een woordje voor hem, mij dunkt hij moet Holland niet uitgaan zonder
118het Trippenhuis en van der Hoop43 te hebben gezien/ doe Uw best maar om te maken
119hij het doet, ten minste als het zoo kan gebeuren en hij het niet tegen zijn zin
120doet. Moet van avond nog opzitten zoo lang ik de oogen open kan houden
121en eindig dezen dus, heb ik tijd/ schrijf ik het blaadje nog vol.
122Als Uwe kennismaking met Gladwell wat krachtig is en wat goeds achterlaat/
123dat zou ik heerlijk vinden, ’t is al een heelen tijd geleden sedert ik hem het laatst zag.
124à Dieu, ontvang een handdruk in gedachten en wees van harte gelukgewenscht
125met Moe’s verjaardag maar op dien dag schrijf ik misschien wel weer. Nu
126heb ik zoo maar eens doorgepraat in dezen brief en of het goed is weet ik
127niet en stuur hem zoo maar weg zoo als hij is. Heb het goed/ geef een hand
128aan Gladwell voor mij en geloof mij steeds

129Uw zoo liefh_ broeder,
130Vincent

131Longfellow heeft geschreven een boek over het leven in Jezus/44 dit komt er
132o.a. in.

133Come unto Me,
134All ye that labour and are heavy laden
135And I will give you rest ─ Come unto Me
136For I am meek, and I am lowly in heart
137And ye shall all find rest unto your souls.45

138Seest thou this woman? When thine house I entered,
139Thou gavest Me no water for My feet,
140But she hath washed them with her tears,
140aand wiped them,
141With her own hair! Thou gavest Me no kiss,─
142This woman hath not ceased since I came in
143To kiss My feet! My head with oil didst thou
144Anoint not, but this woman hath anointed
145My feet with ointment. Hence I say to thee
146Her sins which have been many are forgiven
147For she hath loved much.─46

148Believe Me woman
149The hour is coming, when ye neither shall
150Upon this mountain, nor at Jerusalem
151Worship the Father, for the hour is coming
152And is now come, when the true worshippers
153Shall worship the Father in Spirit and in truth.─
154The Father seeketh such to worship Him.─
155God is a Spirit, and they that worship Him,
156Must worship Him in Spirit and in truth.─47

157The publican,
158Standing afar off would not lift so much,
159Even as his eyes to Heaven, but smote his breast.
160Saying: God be merciful to me, a sinner.─
161I tell you that this man went to his house
162More justified than the other. Everyone
163That doth exalt himself shall be abased.
164And he that humbleth himself shall be exalted.─48

165Suffer little children
166To come unto Me, and forbid them not
167Of Such is the Kingdom of Heaven, and their Angels
168Look always on My Fathers face_49

169What/ could ye not watch with Me one hour?
170o Watch and pray that ye may enter not
171Into temptation, For the Spirit indeed
172Is willing, but the flesh is weak.─50

173Father all things are possible to Thee!
174If this cup may not pass away from me
175Except I drink of it.─ Thy will be done_51


4 a zeggen < zegge
4 a reden < rede
4 a aan < aa
4 a stuur < stuu
28 welsprekendheid < welsprekenheid
33 kwaad”.─ < kwaad.─
57 worden”. < worden.
88 land”.─ < land.─
95 morgen < morge
99 eene diepe < men eene diepe
top