Het gaat tegen Moe’s verjaardag,1 daarom stuur ik U hierbij een couponnetje van f. 1.23 1/2, want ik zou wel gaarne met U zamen iets geven. Het is niet veel maar alles wat ik heb, als Gij er evenveel bijlegt dan kunnen wij er echter eene goede Photographie voor hebben.
Gij zult er zelf wel eene uitkiezen. Le Christ marchant sur la mer van Jalabert is weer duurder,2 daar had ik anders aan gedacht en weer heel veel duurder zijn de Emmausgangers van Rembrandt.3 Enfin Gij weet het ook wel en zult wel eene goede keus doen, maar schrijf, des noods op een briefkaart, den titel van wat gij zult gekozen hebben.
Dank voor Uw brief waar ik zeer4 blij mede was, even als met een opgewekten brief van huis die gisteren kwam.─
Gisteren was het een regenachtigen morgen zoodat ik mijn overjas reeds aantrok om naar de vroegpreek in de Noorderkerk te gaan. Daar preekte Ds Posth. Meyes (de jonge ds nl.) over Hand. 4:12 & 12a , Deze is de steen die van de bouwlieden veracht is, welke tot een hoofd des hoeks geworden is. En de zaligheid is in geenen anderen want er is ook onder den Hemel geen andere naam die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden.─5
Die Ds Meyes preekt zeer goed, ook is het een lust om Zijne zoons6 aan te zien, zoo als zij bij Hem in de kerk zitten. Hij heeft eene zeer schoone maar bijna al te krachtige stem, in eene zeer groote kerk klinkt dat echter wel goed en zijn uiterlijk is zeer eigenaardig, schreef U reeds hoe dat mij getroffen had, toen ik hem eens van den preekstoel zag afkomen. Mij dunkt Hij moet goed kunnen preeken over “Wilde vijgeboomen”7 en den olijfberg8 en b.v. over een tekst als “vruchten voortbrengen des berouws en der bekeering waardig”9 of “de droefheid naar God werkt eene onberouwelijke keuze tot zaligheid”10 of over Zaccheus.11 Gij begrijpt wel wat ik meen, men kan het hem aanzien waar zijn hart en gedachten altijd zijn en van welken geest Hij is; als men Hem aanziet denkt men dadelijk aan een priester en een heilige.─ Zijn zoon kwam gisteren hier en was eenigen tijd op het studeerkamertje, kwam n.l. vragen of ik dezen avond daar aan huis12 wilde komen, wat ik gaarne heb aangenomen. Was ook nog eens bij den ouden Ds, zijn vader,13 verl. week.
Was gisteren morgen ook in de Eilands kerk bij Oom Stricker14 Die sprak over Luk. XI:28. Maar Hij zeide: Ja zalig zijn degenen die het woord Gods hooren en het bewaren, bragt daarbij te pas Maria de Moeder van Jezus die al deze dingen bewaarde, ze overleggende in Haar hart15 en over Maria van Bethanie die aan de voeten van Jezus zat en het goede deel had uitgekozen dat van haar niet zou worden weggenomen.16 Des middags en een gedeelte van den avond ben ik bij Oom Stricker geweest en had dus een goeden Zondag, heb dikwijls gedacht hoe Gij het zoudt hebben. Er was t’huis een goeden brief van Anna geweest schreef Pa, zij had het druk doordien er zooveel logés waren, maar scheen zeer gelukkig te zijn en Moe is reeds aan haar uitzet bezig.─17
Zoudt Gij in het najaar de reis18 doen en dan ook naar Amsterdam komen? Van harte hoop ik dat, schrijf het eens zoodra Gij iets dienaangaande hoort. En wij moeten het zoo zien te schikken Gij hier kwaamt logeeren, er is in huis plaats genoeg en het hoeft maar een woord aan Oom te kosten, wij moeten maar woekeren met den tijd en gelegenheid om zamen te zijn. Heb vandaag nog heel wat te werken, hebt Gij het druk in de zaak?
Verl. week is er op de Werf een schip (monitor de Draak) te water geloopen,19 dat was interessant om te zien en eene groote vreugde voor het werkvolk. Op Bickerseiland zijn ook veel scheepstimmerwerven maar voor kleinere vaartuigen, als ik er kom zie ik ze altijd maar eens goed aan, als men zelf wil leeren werken moet men op de werklieden letten, en als men een studeerkamertje heeft op de werkplaatsen, want even als op een scheepstimmerwerf in aanbouw zijnde grootere en kleinere schepen liggen die geleidelijk klaar komen en ook van stapel loopen zoo moeten ook op een studeerkamer grootere en kleinere werken worden ontworpen en “by patient continuance in well doing”20 voortgezet en ook met Gods zegen voleindigd.─21 En er staat ook “Laat niet varen het werk uwer handen,22 zijt dan lang moedig, zie, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lang moedig zijnde over dezelve totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen; Weest ook gij lang moedig en versterkt uwe harten”.─23
Dit is ook een mooien tekst: Acht het voor groote vreugde, mijne broeders, als gij in velerlei verzoekingen valt. Wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel opregt “in geen ding achterlijk”.25
En indien iemand van u Wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begeere, Die een iegelijkmildelijk geeft en niet verwijt en zij zal hem gegeven worden. Maar dat hij ze begeere in geloof, niet twijfelende, want die twijfelt, is eene baar der zee gelijk die van den wind gedreven en op en neer geworpen wordt.26
Laat ons daarom ons hart, ons verlangen en onzen geest vastzetten op de eene of andere goede zaak, voor ons leven, en die begeeren van den Heer.─27 ik voor mij begeer ze zoo zeer, die wijsheid die wij in onzen Vader en Moeder zien, bij hen in meerdere mate dan ergens anders, er is geen huis als het onze en mij dunkt onder edelen en goeden, onder “les hommes de bonne volonté” zooals velen der schilders en schrijvers, geen die meer is dan onze Vader.─
Laat ons maar blijven zoeken of wij er ook iets van vinden mogten, “faites bien ce que vous faites”28 en alle werk is Gods werk,29 door oefening wordt de kunst verkregen30 en “polissez le sans cesse et le repolissez”,31 creusez, fouillez, bêchez, ne laissez nulle place, où la main ne passe et repasse,32 deze woorden in gedachten houdende en er naar doende zal er wel iets van teregt komen.
Jongen, ik verlang zoo naar U, kom maar spoedig met de nouveautés en zie het zoo te schikken wij eenigen tijd kunnen zamen zijn.
Zouden wij misschien nog een Zondag hier zamen kunnen hebben, zoo gaarne zou ik wenschen Gij de Oude zijds kapel eens zaagt en er den een of ander als Ds Laurillard of Oom Stricker eens hoordet. Toe zie het te schikken.
Dat boek van Daudet waarover Gij schrijft ken ik niet maar hebt Gij ooit gelezen “A life for a life” door de schrijfster van John Halifax,33 kunt Gij dat eens krijgen lees het dan, het is vol van het geloof en ook van de natuur, van de hei en van steden als Liverpool en iedere bladzijde is geest en leven.34 Nu, ik moet aan de Grieksche themas, groet Uwe huisgenooten en ook Mauve & Jet35 als Gij er komt. Heb het geschrift van de gelijkenissen en wonderen in het Fransch af gekregen en in het Engelsch moet van avond af. à Dieu, beste broer, een hartelijken handdruk in gedachten, gaarne stuurde ik U meer voor Moe’s verjaardag maar ’t kan niet, heb het zoo goed mogelijk, het is wel goed Gij die dagen bij den Hr Tersteeg36 in huis zijt geweest dunkt mij. Geloof mij steeds
Uw zoo liefh. broer
Vincent
Oom Jan heeft plan voor 8 dagen naar Helvoirt te gaan met 1 Sept., dan hoop ik daarvan te profiteeren door s’avonds lang beneden in de kamer te zitten schrijven, dat kan ik anders ook wel maar Ooms slaapkamer is vlak bij en ik moet dus voorzigtig zijn. Kan wel op mijn slaapkamer gaan zitten maar daar is de verzoeking om te gaan rusten te sterk als het laat is en op mijn studeerkamertje is geen gas.─
Gij weet dat de oude Vader Lips is gestorven.37 Bij de begrafenis sprak Pa over de begrafenis in het koren van v.d. Maaten38 en ook over I Thess. IV:13-18, V:1-10, dat is het39 wel even als Mark. IV:26-29 en Joh. XII:24 en I Kor. XV:35-38, 40-58.
Daar net een goede brief van Anna. Haar brieven zijn nog al zeldzaam dus stuur ik U dezen om te lezen.