1r:1
1Dordrecht 30 April 1877

2Waarde Theo,
3Wees van harte gelukgewenscht op dezen dag/1 vier dien nog
4dikwijls, heb morgen een goeden dag en vele goede dagen
5in het jaar dat Gij begint. De tijd gaat spoedig om
6en de dagen vliegen voorbij ─ toch kan er iets achterblijven
7en is het verledene niet geheel verloren ─ wij kunnen rijker
8worden en vaster van geest/2 van karakter/ van hart/ wij
9kunnen rijker worden in God,3 wij kunnen rijker worden in
10het fijne goud4 van het leven/ de liefde tot elkander en
11het gevoel “en nogtans ben ik niet alleen want de Vader is
12'met mij”.─5 Zoo ga het met ons allen/ het is een goed
13gebed dat van onzen Vader: verbind Gij o Heer ons innig aan
14elkaar, en laat de liefde tot U dien band meer en meer verster-
15ken.6
16Spoedig hoop ik U te zien, want het is mijn plan om als ik naar
17Amsterdam ga nog te s’Hage eenigen tijd stil te blijven,a zeg
18dit echter maar aan niemand want het is mij te doen om met U te
19zijn vooral.
20Woensdag aanst. ga ik naar Etten, om nog eenige dagen daar
21te blijven en dan de hand aan den ploeg_7
22Gisteren had ik U wel hier willen hebben, des morgens hoorde
23ik in het Fransche kerkje het afscheid van Ds Hooyer,8 de kerk
24was vol, hij sprak met vuur en gevoel, het gezigt van die  1v:2
25deftige eigenaardige Gemeente trof mij, er was veel ernstige
26stemming. Hij dankte voor de liefde die hij van velen
27had ondervonden in moeielijke dagen vooral, toen in het
28begin, vier jaar geleden hij had te worstelen met de
29moeielijkheden van het spreken in de Fransche taal, want
30hij is een Hollander. Er waren verscheidene van de andere
31predikanten hier in de kerk_
32s’Middags was ik bij Ds Keller van Hoorn in de Groote kerk/ zijn
33tekst was “Onze Vader”/ s’avonds bij Ds Greeff9 dien ik ook den eersten
34zondagavond dat ik hier in Dordt was hoorde.10 Toevallig sprak hij in
35zijne preek van gisteren over de zelfde woorden waarover hij
36die eerste keer sprak: Nu zien wij door een spiegel in eene duistere
37rede, nu ken ik ten deele maar dan zal ik kennen gelijk ook ik
38gekend ben.─11
39Na de kerk wandelde ik dien weg achter het station waar wij
40ook zamen waren,12 ging dien met de gedachte aan U en wenschende
41wij te zamen konden zijn ─ en wandelde nog door tot het
42kerkhof aan het eind van een zwarten kolenweg door de weilanden
43die er in de schemering zoo mooi uitzagen. Het kerkhof heeft
44wel iets van die teekening van Apol die in “Eigen haard” staat/13
45er is eene gracht om heen en er staat een huis op met mastboomen er om heen waar gisteren avond
46het licht zoo vriendelijk door de vensters scheen ─ het is een oud
47huis dat er uitziet als eene pastorie.─14
 1v:3
48Er kan voor ons beiden nog veel goeds zijn in de toekomst/
49'laat ons het Pa maar leeren nazeggen “ik wanhoop nooit”15
50en Oom Jan “de duivel is nooit zoo zwart of men kan
51'hem nog wel onder de oogen zien”.16
52Schrijf weer eens spoedig, nu Woensdag ben ik dus te
53Etten. Hebt gij de Plancy/ Légendes des artistes met
54houtsneden naar Rochussen/17 dat hoop ik U mede te brengen_
55Zoo tusschen de bedrijven in heb ik dezer dagen
56uit een catechisatieboekje van Oom Stricker de geheele
57geschiedenis van Christus nog eens doorgewerkt,18 en de
58teksten uitgeschreven, zoovele schilderijen van Rembrandt
59en anderen kwamen mij daarbij in de gedachte.─ het is/
60geloof en vertrouw ik/ eene onberouwelijke keuze19 die ik
61heb gedaan om te trachten te worden een christen en een
62christen werkman_20 Ja, alle dingen uit het verleden
63kunnen medewerken ten goede,21 door de bekendheid met
64steden als London en Parijs en het leven in huizen als
65die school te Ramsgate en te Isleworth wordt men sterker
66aangetrokken en gehecht aan vele dingen en boeken uit den
67Bijbel als b.v. de Handelingen der Apostelen_ De bekendheid
68met en liefde voor het werk en leven van mannen als
69Jules Breton/ Millet en Jacque/ Rembrandt/ Bosboom
70en zooveel anderen kan ook eene bron worden om gedachten
71te krijgen_
 1r:4
72Wat is er veel overeenkomst tusschen het werk en leven
73van Pa en dat van zulke mannen, dat van Pa schat
74ik nog hooger.
75God helpe ons jongen, Hij kan U en ons allen en mij
76doen zeggen/ Heer het is genoeg.22
77à Dieu/ ontvang een handdruk in gedachten en wees
78nogmaals hartelijk gelukgewenscht door

79Uw liefh. broer
80Vincent

81De Heer zegene U en behoede U, de Heer
82doe zijn aangezigt over U lichten en geve
83 U vrede.23 De Heer doe U boven bidden en
84 boven denken.24 Hij zij Uw bewaarder en Uwe
85 schaduw aan Uwe regterhand.25 Hij zij
86 met U alle dagen tot aan de voleinding
87 der wereld.─26

88»Groet uwe huisgenooten_


12 mij”.─ < mij.─
49 nooit” < nooit
51 zien”. < zien.
88 Groet uwe huisgenooten < In the right margin on p. 2 (‘Wat [...] genoeg’).
top