3Wees van harte gelukgewenscht op dezen dag/1 vier dien nog 4dikwijls, heb morgen een goeden dag en vele goede dagen 5in het jaar dat Gij begint. De tijd gaat spoedig om 6en de dagen vliegen voorbij ─ toch kan er iets achterblijven 7en is het verledene niet geheel verloren ─ wij kunnen rijker 8worden en vaster van geest/2 van karakter/ van hart/ wij 9kunnen rijker worden in God,3 wij kunnen rijker worden in 10het fijne goud4 van het leven/ de liefde tot elkander en 11het gevoel “en nogtans ben ik niet alleen want de Vader is 12'met mij”.─5 Zoo ga het met ons allen/ het is een goed 13gebed dat van onzen Vader: verbind Gij o Heer ons innig aan 14elkaar, en laat de liefde tot U dien band meer en meer verster- 15ken.6
16Spoedig hoop ik U te zien, want het is mijn plan om als ik naar 17Amsterdam ga nog te s’Hage eenigen tijd stil te blijven,a zeg 18dit echter maar aan niemand want het is mij te doen om met U te 19zijn vooral.
20Woensdag aanst. ga ik naar Etten, om nog eenige dagen daar 21te blijven en dan de hand aan den ploeg_7
22Gisteren had ik U wel hier willen hebben, des morgens hoorde 23ik in het Fransche kerkje het afscheid van Ds Hooyer,8 de kerk 24was vol, hij sprak met vuur en gevoel, het gezigt van die
1v:2 25deftige eigenaardige Gemeente trof mij, er was veel ernstige 26stemming. Hij dankte voor de liefde die hij van velen 27had ondervonden in moeielijke dagen vooral, toen in het 28begin, vier jaar geleden hij had te worstelen met de 29moeielijkheden van het spreken in de Fransche taal, want 30hij is een Hollander. Er waren verscheidene van de andere 31predikanten hier in de kerk_
32s’Middags was ik bij Ds Keller van Hoorn in de Groote kerk/ zijn 33tekst was “Onze Vader”/ s’avonds bij Ds Greeff9 dien ik ook den eersten 34zondagavond dat ik hier in Dordt was hoorde.10 Toevallig sprak hij in 35zijne preek van gisteren over de zelfde woorden waarover hij 36die eerste keer sprak: Nu zien wij door een spiegel in eene duistere 37rede, nu ken ik ten deele maar dan zal ik kennen gelijk ook ik 38gekend ben.─11
39Na de kerk wandelde ik dien weg achter het station waar wij 40ook zamen waren,12 ging dien met de gedachte aan U en wenschende 41wij te zamen konden zijn ─ en wandelde nog door tot het 42kerkhof aan het eind van een zwarten kolenweg door de weilanden 43die er in de schemering zoo mooi uitzagen. Het kerkhof heeft 44wel iets van die teekening van Apol die in “Eigen haard” staat/13 45er is eene gracht om heen en er staat een huis op met mastboomen er om heen waar gisteren avond 46het licht zoo vriendelijk door de vensters scheen ─ het is een oud 47huis dat er uitziet als eene pastorie.─14
48Er kan voor ons beiden nog veel goeds zijn in de toekomst/ 49'laat ons het Pa maar leeren nazeggen “ik wanhoop nooit”15 50en Oom Jan “de duivel is nooit zoo zwart of men kan 51'hem nog wel onder de oogen zien”.16
52Schrijf weer eens spoedig, nu Woensdag ben ik dus te 53Etten. Hebt gij de Plancy/ Légendes des artistes met 54houtsneden naar Rochussen/17 dat hoop ik U mede te brengen_
55Zoo tusschen de bedrijven in heb ik dezer dagen 56uit een catechisatieboekje van Oom Stricker de geheele 57geschiedenis van Christus nog eens doorgewerkt,18 en de 58teksten uitgeschreven, zoovele schilderijen van Rembrandt 59en anderen kwamen mij daarbij in de gedachte.─ het is/ 60geloof en vertrouw ik/ eene onberouwelijke keuze19 die ik 61heb gedaan om te trachten te worden een christen en een 62christen werkman_20 Ja, alle dingen uit het verleden 63kunnen medewerken ten goede,21 door de bekendheid met 64steden als London en Parijs en het leven in huizen als 65die school te Ramsgate en te Isleworth wordt men sterker 66aangetrokken en gehecht aan vele dingen en boeken uit den 67Bijbel als b.v. de Handelingen der Apostelen_ De bekendheid 68met en liefde voor het werk en leven van mannen als 69Jules Breton/ Millet en Jacque/ Rembrandt/ Bosboom 70en zooveel anderen kan ook eene bron worden om gedachten 71te krijgen_
81De Heer zegene U en behoede U, de Heer 82doe zijn aangezigt over U lichten en geve 83
U vrede.23 De Heer doe U boven bidden en 84 boven denken.24 Hij zij Uw bewaarder en Uwe 85 schaduw aan Uwe regterhand.25 Hij zij 86 met U alle dagen tot aan de voleinding 87 der wereld.─26