Dank voor Uw brief van gisteren, die ik een uurtje tijd hebbende heden beantwoord.
Heb mij herinnerd wij op ’t museum van der Hoop zijnde1 spraken over het boekje van Burger,2 hierbij ontvangt Gij het per post, Gij zult er in vinden nog eene houtsnee naar G. Doré, Judith & Holophernes en een naar Brion &c. voor Uw plakboek.–3 Ga daar maar mede door want dat zult Gij wel mooi krijgen door den tijd.–
Neem mijne kleine bijdrage maar aan, het is mij zoozeer behoefte om door kleinigheden in gemeenschap met U te blijven, als ik op mijn kamertje kom word ik telkens aan U herinnerd door de platen aan den muur.–4
De liefde tusschen broeders is een krachtigen steun in het leven, dat is eene van ouds erkende waarheid, laat ons zoeken naar dien steun, het liefdevuur tusschen ons worde niet verdoofd5 maar veeleer laat levenservaring den band tusschen ons versterken,6 laat ons oprecht7 en openhartig blijven met elkaar, laten er geene geheimen zijn – zooals dat heden is.–
Dank voor Uw laatsten brief. “het is nog niet voorbij” zegt Gij – neen dat kan het nog niet zijn.– Uw hart zal behoefte hebben zich te vertrouwen en zich uit te storten – daar zal tweestrijd zijn in U – haar of mijn Vader8 – ik geloof dat onzen Vader U meer
1v:2 liefheeft dan zij – dat Zijne liefde van grooter waarde is – het is fijn goud9 die woorden:
Ga er nog maar eens heen11 als het U te moeielijk wordt.
Deze week kreeg ik een brief van Oom Vincent die schrijft Hij het niet noodig oordeelt de correspondentie verder voort te zetten, dat Hij in dit geval mij niet kan behulpzaam zijn.–12 Ook kwam tegelijk een brief van den Heer Gladwell waarin hij schrijft over Harry – die heel wat zielsangst moet hebben uitgestaan en wien het vuur na aan de scheenen moet zijn gelegd om hem te doen handelen zooals hij gehandeld heeft.13
Heden is de Hr Gorlitz te Etten om Pa te spreken over de vacante onderwijzersbetrekking aan de Leur.14 Van harte hoop ik Hij die zal krijgen.– Heden was het hier voor het eerst vroegpreek15 waar ik ben geweest, de preek was zeer mooi over de verschijning van Jezus aan de discipelen aan de zee van Tiberias, Joh. 21.
Hierbij eenige gedichten van Uhland die mij troffen.16 Schrijft Gij weer spoedig, jongen, groet Uwe huisgenooten hartelijk voor mij en ontvang in gedachten een handdruk van