1r:1
1'Dordrecht 231 Maart 1877

2Waarde Theo,
3Wil zorgen Gij op Uwe reis nog een brief ontvangt, wat
4hadden wij een goeden dag zamen in Amsterdam,2 bleef den trein
5waarmede Gij zijt vertrokken nog nakijken, zoolang die in het
6gezigt was, wij zijn toch al zulke oude vrienden, wat hebben
7wij al lang zamen gewandeld van af de zwarte akkers
8met het jonge groene koren te Zundert waar wij om dezen tijd
9van ’t jaar met Pa den leeuwrik hoorden.–
10s’Morgens3 ben ik met Oom Cor naar Oom Stricker gegaan
11en daar een lang gesprek gehad over het U bekende onderwerp/4
12s’avonds half 7 bragt Oom Cor mij naar het station, het was
13een mooien avond en in alles was zooveel dat scheen te
14spreken, het weer was stil en er was een weinig damp in de
15straten zooals dat te London meestal het geval is_ Oom had
16s’morgens tandpijn maar gelukkig hield het niet aan, wij
17gingen nog naar de bloemmarkt5 ook/ het is wel goed om van
18bloemen te houden en van mastegroena en klimop en heggen
19van meidoorn, die zijn van ’t begin af voor onze oogen ge-
20weest. Schreef nog naar huis hoe wij het te Amsterdam
21gehad hadden6 en wat wij bespraken. Hier komende vond
22ik bij Rijken een brief van Huis_ Pa mogt ll. Zondag niet
23preeken en Ds Kam nam de beurt voor Hem waar7 – ik weet
24Zijn hart brandende in Hem is8 of er ook iets mogt gebeuren
25zoodat ik mij niet alleen bijna maar ook geheellijk9 eraan
26kon overgeven Hem te volgen, altijd heeft Pa er mij op aangezien,10
27och! mogt het tot stand komen en er zegen op rusten_
 1v:2
28De plaat die Gij mij gegeven hebt “Hemel en aarde zullen
29'voorbijgaan maar Mijne woorden zullen geenszins voorbij gaan”11 en
30het portret van Ds Heldring12 hangen reeds op mijn kamertje/ o, ik ben
31er zoo blij mede, zij geven mij hoop.– Schrijf zoo maar eens
32met U over wat ik van plan ben, zoo doende wordt mijne gedachte
33mij duidelijk en bevestigd. Vooreerst denk ik aan het woord
34'“het is mijn deel om Uw woord te bewaren”,13 heb zulk eene be-
35geerte mij eigen te maken den schat van het woord van den
36Bijbel, al die oude verhalen grondig en met liefde te kennen/
37vooral te kennen wat wij weten van Christus.– Er is in onze
38familie die wel eene Christenfamilie is in den vollen zin van het
39woord, altijd, zoover men zien kan van geslachte tot geslachte14
40iemand geweest die Evangeliedienaar was_– Waarom zou die
41stem ook nog niet in dit en in volgende geslachten worden gehoord_
42Waarom zou niet ook nu een lid van die familie zich tot
43die bediening geroepen gevoelen en met eenigen grond mogen
44meenen hij zich mag en moet verklaren en zoeken naar de
45middelen om tot dat doel te geraken. Het is mijne bede en innig
46verlangen, dat den geest van mijn Vader en Grootvader ook op
47mij moge rusten, en het mij moge gegeven worden te zijn een
48Christen en een Christen werkman,15 dat mijn leven moge gelijken
49hoe meer hoe liever, want zie/ die oude wijn is goed en ik begeer
50geen nieuwe,16 op dat van Hen die ik daar noem_ Hun God zij
51'mijn God en hun volk mijn volk,17 dat dit mijn deel moge zijn: Christus
52te leeren kennen18 in Zijne volle waarde en te worden gedrongen door  1v:3
53Zijne liefde.19 Wat die Liefde is/ het is zoo schoon gezegd in dat
54'woord “Als droevig zijnde maar altijd blijde”,20 en in 1 Cor_ XIII/ zij
55bedekt alle dingen/ zij gelooft alle dingen/ zij hoopt alle
56dingen/ zij verdraagt alle dingen/ zij vergaat nimmermeer.21
57Het is heden in mijn hart/ dat woord van de Emmausgangers
57atoen het avond geworden was en de zon was ondergegaan/
58“en zij drongen Hem/ zeggende ‘Blijf bij ons’”_22
59'Het is ook U lief/ dat “droevig maar altijd blijde”/ houd het in
60gedachten want het is een goed woord en een goeden dekmantel
61in den storm van het leven, houd het in gedachten in deze dagen
62nu Gij pas zoo veel hebt ondervonden. En wees voorzichtig
63want al hebt Gij geen kleine zaak ondervonden toch is er als
64ik wel zie nog iets grooters in de toekomst en zult ook Gij nog
65indachtig worden aan het woord des Heeren:23 Ik heb U liefgehad
66 met eene eeuwige Liefde,24 Ik zal u troosten als een wien zijne
67Moeder vertroost.25 Ik zal u een anderen Trooster zenden,
68namelijk den Geest der waarheid,26 Ik zal een nieuw verbond
69met u maken,27 scheid u af, raak niet aan hetgeen onrein is,28 en
70Ik zal U tot een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn,29 Ik
71zal u tot een Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren
72zijn.30 Haat de zonde en de plaatsen waar zij huist en nader
73niet/31 zoo ligt trekt zij aan door een valschen schijn van iets groots
74te zijn en doet nog wat de booze deed aan Christus toen hij
75Hem toonde alle koninkrijken der wereld en hunne heerlijkheid
76en zeide “al deze dingen zal ik U geven als Gij nederknielende
77'mij wilt aanbidden”.32 Daar is iets beters dan de heerlijkheid der
78dingen van de wereld/33 dat is het gevoel wanneer ons hart brandende is  1r:4
79in ons bij het hooren van Zijn woord/34 dat is het geloof in God, de
80Liefde voor Christus/ het geloof in onsterfelijkheid/ in een leven
81na dit leven. Houd wat Gij hebt.–35 Theo, jongen, broeder dien
82ik liefheb, ik heb zoo’n groot verlangen naar die zaak die Gij
83kent, maar hoe kom ik er nog! Zou zoo wenschen kunnen
84ik reeds achter mij had, evenals Pa/ veel en moeielijk werk van
85een Christen werkman en Evangeliedienaar en zaaier des woords_36
86Zie/ Pa kan zijne Godsdienstoefeningen en Bijbellezingen en bezoeken
87bij zieken en armen en zijne geschreven preeken tellen bij duizenden
88en nog ziet Hij niet om maar gaat door goed doende.37 Sla ook
89Gij Uw oog eens naar boven38 voor mij en wensch dat het mij
90gegeven moge worden, gelijk ik dat nu doe voor U, Hij geve U de
91begeerten Uws harten,39 Hij die ons beter kent dan wij ons zelven kennen
92en Hij geve U boven bidden en boven denken,40 want Zijne wegen
93zijn hooger dan onze wegen en Zijne gedachten hooger dan onze
94gedachten/41 zoo hoog de Hemel is boven de aarde.42 En met U blijve
95de gedachte aan Christus als een Trooster en die aan God als een
96hoog vertrek.–43
97Heb het goed op Uwe reis; schrijf eens spoedig, en ontvang een hand-
98druk in gedachten, à Dieu, en geloof mij steeds

99Uw liefh. broer
100Vincent

101Moge Pa spoedig beter worden, tracht met Paschen
102te Etten te zijn, als wij weer zamen zijn zal het
103wel weer goed zijn.–
104Met veel dingen in het ver-
105leden/ ook met wat Gij hebt ondervonden kan
106het zijn “gij zult het weervinden na
107'vele dagen”.44


1 23 < It is possible that Van Gogh wrote ‘22’.
29 gaan” < gaan
34 bewaren”, < bewaren,
51 Christus < Chritus
54 blijde”, < blijde,
59 “droevig < droevig
77 aanbidden”. < aanbidden.
107 dagen”. < dagen.
top