1Als er weer Avondmaal hier zal zijn ga ik er heen,
1 doe Gij dat te s’Hage ook, laat
2ons gaan als
ware Avondmaalgangers.
3En neem ook dit stuk roggebrood en eet het even als ik dat doe met de gedachte
4aan ons Vaderhuis
2 en aan de dingen die wij daar gehoord en gezien hebben.