3Van harte alles goeds in het nieuwe jaar U toegewenscht/ 4heb het goed en heb zegen in alle opzichten. Heerlijk 5wij elkaar weer gezien hebben, wat was het mooi dien 6morgen toen Gij zijt weggegaan en wat zullen wij nog 7dikwijls aan de reis naar Chaam2 denken.
8Moe heeft weer zooveel pijn aan het oog en heeft een 9doek om, Pa heeft weer zoo heel mooi gepreekt van 10morgen.
11En nu van avond weer Oudejaarsavond, waart Gij ook 12maar hier.
13Er is nog iets nu dat ik U moet vertellen; een paar dagen 14geleden kwam de Hr. Braat uit Dordt3 een bezoek 15brengen bij Oom Vincent en zij spraken over mij en 16oom vroeg aan de Hr B., of er bij hem, indien ik dit 17verlangde, voor mij plaats zou zijn. De Hr B. dacht 18hij wel plaats zou hebben en zeide dat ik maar eens 19moest komen om er over te spreken. Dus ben ik 20gisteren morgen vroeg er heen geweest, Pa en Moe en 21ik ook, vonden het iets dat wij niet moesten laten 22voorbijgaan zonder te zien wat het was.
23Sprak met hem af ik na Nieuwejaar eene week bij 24hem zou komen en na verloop van dien tijd kunnen 25wij zien.4
26Er zijn veel dingen die het wenschelijk maken, het 27weer terug zijn in Holland in de buurt van Pa 28en Moe en ook van U en de anderen vooreerst.5 29Dan zou het salaris daar zeker iets beter zijn 30dan bij Mr Jones en vooral met het oog op later 31wanneer een mensch meer noodig krijgt
1v:2 32is het plicht daaraan te denken.
33Wat nu het andere betreft/ dat laat ik daarom 34niet varen. Pa’s geest is zoo groot en zoo veel- 35zijdig uitgebreid en onder alle omstandigheden 36hoop ik zich iets daarvan in mij zal ontwikkelen. 37de verandering nu zal zijn dat ik in plaats 38van les te geven aan die jongens in een boek- 39winkel werkzaam ben.─
40Wat hebben wij dikwijls verlangd bij elkaar te zijn 41en hoe vreesselijk is het gevoel van ver van elkaar 42te zijn bij ziekte of zorg gelijk wij het bij voorbeeld 43voelden bij Uwe ziekte, en dan het gevoel dat het gebrek 43aaan het noodige geld zeer goed een beletsel zou kunnen zijn om in nood 43bbij elkaar te zijn_
45Gisteren avond was ik nog bij Oom Vincent om hem 46te vertellen ik dadelijk naar Dordt was geweest, het 47was een stormachtigen avond/ gij kunt U denken hoe 48mooi die weg naar Prinsenhage was met de donkere 49wolken met hun zilveren randen. Ik ging ook 50nog even in de Roomsche kerk waar avonddienst 51was, het was een mooi gezicht/ al die boeren en de 52boerinnen met hun zwarte kleeren en witte mutsen/ 53en de kerk zag er zoo vriendelijk uit bij het avondlicht. 54Gij moet het maar dadelijk aan den Hr. Tersteeg ook 55zeggen ik 8 dagen daarheen ga om daarna verder 56te zien, laat ZEd. dezen brief lezen als gij wilt en 57wensch vooral Hem en Mevrouw veel goeds toe voor 58mij in het nieuwe jaar. Schrijf U zeer in haast/ Anna 59en de meisjes6 en Cor gingen naar Prinsenhage en Pa 60wilde ik maar met hen zou medegaan_ Tante7 kwam met 61hen in het rijtuig terug en ik wandelde met Willem Car- 62bentus.─8 Nu jongen, beste broer, wat waren het goede 63dagen toen wij allen zamen waren,9 heb een goeden 64oudejaarsavond en geloof mij