3Goddank het met Theo goed blijft vooruit gaan 4en bravo hij reeds met Pa in de sneeuw naar het 5Heike1 wandelde, wat was ik graag met U beiden 6meegegaan.─ Het is reeds laat en morgen 7ochtend vroeg moet ik voor Mr Jones naar Londen 8en Lewisham, waar ik bij Gladwell hoop aan te 9gaan, het zal eerst s’avonds laat zijn dat ik t’huis 10kom.
11Waar krijgen Mr Jones en anderen hun inkomen 12van daan? Ja, daar heb ik wel dikwijls reeds 13aan gedacht_─ Het woord dat men hier 14dikwijls hoort is: God zorgt voor hen die voor 15Hem werken_─ Ik ben zeer verlangend hier 16over nog met U te spreken en te overleggen. 17En dan vraagt U nog of ik nog les geef aan 18de jongens, tot s’middags 1 uur ben ik daar 19dagelijks mede bezig, en dan na 1 uur moet 20ik er meestal voor Mr Jones op uit of soms ook 21les geven aan Mr. Jones’ kinderen of aan een 22paar jongens in stad. En dan s’avonds en 23zoo tusschen de droppeltjes doora in mijn 24preeken boek schrijven.─
25verl. Zondag was ik reeds vroeg te Turnham 26Green om les te geven in de Zondagschool/ 27het was een echten Engelschen regendag, s’morgens 28preekte Mr Jones over de Samaritaansche vrouw2 en 29daarop weer zondagschool; ook door de week 30moet ik daar voor werken/ er zijn heel wat kinderen 31maar het is een toer ze geregeld bij elkaar te 32krijgen. Mr Jones en zijn jongen3 en ik gingen
1v:2 33s’middags thee drinken bij den koster/4 34een schoenmaker die in een van de buiten- 35wijken woont. Uit het raam daar was het 36een gezigt dat veel aan Holland deed 37denken ─ eene vlakte met gras begroeid die 38door den plasregen bijna in een moeras 39veranderd was, daaromheen de rijen 40roode huisjes met hunne tuinen en de 41lichten van de lantaarns die werden aange- 42stoken.─ s’Avonds preekte Mr Jones over 43Naäman de Syriër,5 zeer mooi/ en daarna 44de wandeling naar huis. Verl. Donderdag 45gaf Mr. Jones mij zijne beurt over en nam 46ik “ik wenschte wel van God dat/ en bijna en 47geheelijk/ niet alleen gij, maar allen die 48mij heden hooren/ zijn mochten als ik, uitge- 49nomen deze banden.”─6
50Aanst. Zondag moet ik s’avonds naar Petersham 51naar een Methodiste kerk;7 Petersham is een 52dorp aan den Theems/ een 20 minuten voorbij 53Richmond; ik weet nog niet wat ik nemen 54zal, de verloren zoon8 of Ps. 42:1.9
55s’Morgens en s’middags de zondagschool te 56Turnham Green.
57En zoo gaan de weken voorbij en naderen 58wij den winter en het vriendelijke kersfeest. 59Morgen moet ik in twee uithoeken van 60Londen zijn/ in Whitechapel ─ dat heel arme 61gedeelte waar U in Dickens wel van heeft 62gelezen10 en dan met een bootje de Theems
1v:3 63over en van daar naar Lewisham.
64De kinderen van Mr Jones zijn weer beter 65maar nu hebben 3 van de jongens de 66mazelen.─
67Deze week had ik met een van de jongens 68een tocht te doen voor Mr Jones naar 69Acton Green/ dat is die grasvlakte waarop 70het raam van den koster uitziet.
71Het was verbazend modderig daar 72maar het was een mooi gezicht toen 73het donker begon te worden en de mist 74opsteeg en men het licht van een 75klein kerkje in het midden van 76de vlakte zag.11 En links van ons 77was de spoor op een vrij hoogen dijk 78en er kwam juist een trein aan en dat 79was een mooi gezicht/ den rooden gloed 80van de locomotief en de rei lichten in de 81wagons in de schemering. Rechts 82van ons liepen eenige paarden te 83grazen in een land met een heg 84van meidoorn en bramen er om heen.
85Terwijl ik U zoo zit te schrijven op mijn 86kamertje en het zoo heel heel stil is en 87ik rond zie naar Uw portretten en de prenten 88aan den muur/ Christus Consolator12 en 89Le vendredi saint13 en de Vrouwen die naar 90het graf gaan14 en Le vieux Huguenot15 en 91l’Enfant prodigue van Ary Scheffer16 en 92het scheepje op de stormachtige zee17 en eene ets/1r:4 93een herfstlandschap, gezicht op de hei/ die ik 94van Harry Gladwell kreeg op mijn verjaardag/18 95en als ik aan U allen denk en dan aan 96allen hier en aan Turnham Green en 97Richmond en Petersham &c. dan voel ik 98“Blijf Heer, het gebed van mijne Moeder ver- 99hooren dat Zij voor mij bad toen ik het Ouderlijk 100huis verliet: Vader ik bid U niet dat Gij 101hen uit de wereld wegneemt maar dat 102Gij hen bewaart voor den booze,19 en/ Heer 103och of Gij mij toch wildet maken, niet alleen 104bijna maar ook geheelijk/ als het ware mijns 105Vaders broeder/20 een Christen en een christen- 106werkman_ Voleindig Uw werk in mij dat Gij 107begonnen zijt.21 Ja maak Gij mij, langzaam 108maar zeker, stap voor stap, en bijna 109en ook geheelijk mijn’s Vaders broeder.─
110En verbind Gij o Heer ons innig aan elkaar 111en laat de liefde tot U dien band meer 112'en meer versterken.”─22
113En nu goeden nacht aan U beiden en aan 114Theo23 en Willemien en Cor, weer verlang 115ik naar Uw brief.─ Goeden nacht/ ik 116moet er morgen vroeg op uit, een hand- 117druk in gedachten van
120van uit het andere eindje van L.24 121Dag allen! van morgen 4 uur ging ik er op 122uit/ nu is het 2 uur_ Daar juist kwam ik door 123de oude koolvelden/ nu naar Lewisham/ 124een mensch zegt zoo wel eens/ 125hoe kom ik er nog_ à Dieu_