1r:1
Isleworth.1

Waarde Theo,
Er zouden wel eens dagen kunnen komen waarin ik met een zekeren weemoed zal terugzien op de “vetpotten van Egypte”2 verbonden aan andere betrekkingen, n.l. het meer geld verdienen en het in menig opzicht meer in aanzien zijn in de wereld,─ dat voorzie ik.─ Wel is er “overvloed van brood”3 in de huizen waar ik voortgaande op den weg dien ik begon zal komen; maar geen overvloed van geld.─
En toch zie ik zoo duidelijk licht in het verschiet en als dat licht nu en dan verdwijnt dan is dat meest door mijne eigene schuld.─
Zeer de vraag is het of ik het ver zal brengen in dit vak, of die 6 jaren doorgebracht in het huis van Messrs Goupil & Co gedurende welke ik mij voor deze betrekking had moeten bekwamen mij niet altijd als het ware zwaar in de maag zullen liggen.─
 1v:2
Ik geloof echter ik in geen geval meer kan terugtreden, zelfs al zou een gedeelte van mij zelven, (later, nu is dat het geval nog niet) dat willen.─ Het is mij dezer dagen als of er geen andere betrekkingen meer op de wereld waren dan die van schoolmeester tot predikant met al wat daar tusschenligt, zendeling, “London-missionary”4 &c. &c.
London missionary is wel eene eigenaardigea betrekking geloof ik, men moet rondgaan onder de arbeiders en armen om den Bijbel te verspreiden en als men wat ondervinding heeft met hen te spreken; vreemdelingen die werk zoeken of andere personen die in een of andere verlegenheid zijn, opsporen en zoeken te helpen enz. enz. Verl. week ben ik een paar keer naar London geweest om te onderzoeken of er mogelijkheid is om dat te worden.5 Doordat ik verschillende talen spreek en nog al vooral te Parijs en Londen met menschen van de armere standen en vreemdelingen heb omgegaan, en ook zelf een vreemdeling was, zou ik daar wel voor geschikt kunnen  1v:3 zijn en dat meer en meer kunnen worden.─
Men moet daarvoor echter minstens 24 jaar oud zijn en in elk geval heb ik dus nog een jaar vóór mij.
Mr. Stokes zegt bepaald hij mij geen salaris kan geven daar hij genoeg anderen kan krijgen alleen tegen kost en inwoning, en dat is ook zoo.─ Maar zal dat vol te houden zijn? ik vrees van niet; het zal zich spoedig genoeg beslissen.─
Maar jongen, hoe dit ook zij, dit meen ik U nog eens te kunnen zeggen, dat die paar maanden mij zoo hebben gebonden aan die levenssfeer die zich uitstrekt van schoolmeester tot predikant, zoowel door genoegens aan die betrekkingen verbonden als door doorns die mij geprikt hebben, dat ik niet meer terug kan.6
Dus vooruit! Dat zich zeer eigenaardige moeielijkheden reeds dadelijk vertoonen en men andere in ’t verschiet ziet en men als in een ander element is als de zaak van Messrs Goupil & Co, dat verzeker ik U.─
Krijg ik die kleine gravures (zoo als Pa en Moe ze hebben) Christus consolator en Remunerator7 die Gij mij hebt beloofd? Schrijf eens spoedig als Gij een oogenblikje vinden kunt, maar stuur Uw brief aan Pa en Moe daar mijn adres mogelijk spoedig verandert en Pa en Moe het het eerste zalb weten.─
 1r:4
Verl. week ben ik te Hampton Court geweest om de prachtige tuinen en lange lanen van kastanje- en lindeboomen te zien waar eene massa kraaijen en roeken hunne nesten hebben en ook het paleis en de schilderijen te zien.─8 Daar zijn o.a. veel portretten van Holbein die zeer mooi zijn,9 en twee mooie Rembrandts (’t portret van zijne vrouw en dat van een Rabbi)10 en ook mooie Italiaansche portretten van Bellini,11 Titiaan,12 een schij van Leonard da Vinci,13 kartons van Mantegna,14 een mooi Schij van S. Ruijsdael,15 vruchten van Cuijp16 enz. enz.
Ik had wel gewild gij daar ook waart geweest, het was pleizierig om weer eens schilderijen te zien.─
En onwillekeurig dacht ik levendig aan de personen die daar te Hampton Court geleefd hebben ook, aan Karel I en Zijne vrouw17 (Dat was die die zei “je Te remercie mon Dieu de m’avoir fait Reine, mais Reine malheureuse”18 en bij wier graf Bossuet sprak19 uit den overvloed zijns harten.20 Hebt gij “Bossuet, Oraisons funèbres”, daar vindt gij die lijkrede in, er is eene zeer goedkoope uitgave, ik meen 50 centimes)21 en ook aan Lord en Lady Russell die daar zeker wel dikwijls geweest zullen zijn. (Guizot beschreef hun leven in L’amour dans le mariage.22 Lees dat eens als Gij het machtig kunt worden.) Hierbij een veertje van een van de roeken daar.
Schrijf eens spoedig als gij kunt, ik verlang er naar en geloof mij na een handdruk in gedachten

Uw liefh. broer
Vincent

Bij al mijn gevoel dat ik tekort kom en dat in veel opzichten mij het voor de betrekking die ik heb, en voor die daar mee in verband die ik op het oog heb, vereischte ontbreekt, heb ik toch ook tegelijk zoo’n gevoel van dankbaarheid, van hoop en als van verlossing! en: vrijheid! bij allerlei banden, en de gedachte aan God blijft mij ondanks nieuwe gebreken die bij mij opkomen sterker en blijft mij meer bij.─

top