1r:1
5'Ramsgate 17 April [1876.]

6Beste Vader & Moeder,
7De telegram heeft U zeker reeds ontvangen,1 maar
8zult nog wel wat meer bijzonderheden willen
9weten. In de spoor schreef ik nog een & ander & stuur
10U dat/ dan kunt U zien hoe ik het op reis had.2

11Vrijdag
12Wij willen vandaag bij elkander blijven_─ Wat zou
13beter zijn/ de vreugde van het wederzien of den
14weemoed van het afscheid.
15Reeds dikwijls namen wij afscheid van elkander;
16wel was er ditmaal meer wee in dan vroeger, van
17beide kanten, maar moed ook, door het vaster
18vertrouwen op, bij de grooter behoefte aan zegen.
19En was het niet of de natuur met ons medevoelde/
20’t was zoo grijs en min of meer bar een paar uur
21geleden.
22Nu zie ik over de uitgestrekte weiden heen, en alles
23is zoo stil en de zon gaat onder achter de grijze
24wolken en werpt een gouden gloed over het land.
25Die eerste uren na het afscheid, die U doorbrengt in
26de kerk en ik in het station en in den trein, wat
27verlangen wij naar elkaar, en wat denken wij aan
28de anderen, aan Theo, en aan Anna en aan de andere  1v:2
29zusjes en aan het broerken.3
30Daar juist kwamen wij Zevenbergen voorbij en ik
31dacht aan den dag toen U mij daar bracht en ik op
32de stoep bij den Hr Provily4 stond en uw rijtuig nakeek op
33den natten weg. En dan dien avond toen mijn Vader
34mij voor de eerste keer kwam opzoeken. En dat eerste t’huis
35komen met Kersmis.

36Zaturdag en Zondag.
37Wat heb ik op de boot gedacht aan Anna, alles daar herrinnerde
38mij aan onze reis zamen.5
39Het weer was helder en vooral op de Maas6 was het mooi
40en ook het gezicht op de duinen, die wit in de zon blonken,
41van uit zee gezien. Het laatste wat men van Holland zag
42was een grijs torentje.
43Tot zonsondergang bleef ik op het dek maar toen werd het
44wat koud en bar.
45Den volgenden morgen in de spoor van Harwich naar
46Londen was het mooi om in de morgenschemering de zwarte
47akkers en groene weilanden met schapen en lammeren
48en hier en daar een dorenheg en enkele groote eikeboomen
49met donkere takken en grijs bemoste stammen te zien. De
50schemerende blauwe lucht met nog enkele sterren, en
51een banka grijze wolken aan den horizon er boven. Reeds
52voor de zon op ging hoorde ik een leeuwrik.
53Toen wij bij het laatste station vóór Londen kwamen ging
54de zon op. De bank grijze wolken was verdwenen en daar
55was de zon, zoo eenvoudig en groot als maar mogelijk is,
56een echte Paaschzon.
57Het gras schitterde van dauw en nachtvorst.─
58Maar toch heb ik dat grijze uur toen wij afscheid
59namen liever.─
60Zaturdag middag bleef ik op het dek tot de zon onder
61was. Zoover men zien kon was het water vrij donker blauw
62met nog al hooge golven met witte toppen. De kust was
63reeds uit het gezigt. De lucht was licht blauw, strak en
64zonder één wolkje.─
65En de zon ging onder en wierp een streep schitterend licht
66op het water.─
 1v:3
67Het was wel een grootsch en majestueus gezicht, maar
68toch, eenvoudiger/ stiller dingen treffen zooveel dieper,
69want nu rilde ik onwillekeurig en dacht aan den nacht
70in de benauwde kajuit met rookende en zingende
71passagiers_
72Te Londen gekomen ging er 2 uur later een trein naar
73Ramsgate. Dat is nog ongeveer 4 1/2 uur sporen.7 Het is een
74mooie weg, onder anderen kwamen wij voorbij een gedeelte
75dat heuvelachtig is. De heuvels zijn beneden begroeid
76met schraal gras en boven met eikebosschen. Het heeft veel
77van onze duinen. Tusschen die heuvels in lag een dorp
78met grijze kerk/ begroeid met klimop even als de meeste
79huizen. De boomgaarden stonden in bloei en de lucht
80was licht blaauw met grijze en witte wolken.
81Ook kwamen wij langs Canterbury/ eene stad waar nog veel
82middeneeuwsche gebouwen zijn, vooral is er een prachtige kerk
83met oude olmboomen er omheen. Reeds dikwijls had ik
84op schilderijen iets aangaande die stad gezien.
85U kunt wel denken ik reeds een tijd van te voren uit
86het raampje naar Ramsgate zat uit te kijken.
87Tegen 1 uur kwam ik bij Mr Stokes. Deze was van huis
88maar komt heden avond terug. Gedurende zijne afwezigheid
89'werd hij vervangen door zijn zoon (23 jaar denk ik)/ schoolmeeste[r]
90te Londen.8
91Mrs Stokes9 zag ik s’middags aan tafel_
92Er zijn 24 jongens van 10-14 jaar_
92a(Het was een prettig
92bgezigt die 24 jongens
92cte zien eten_)
93De school is dus niet groot. Het raam ziet uit op de zee.
94Na het eten zijn wij gaan wandelen aan den zeekant/ het is
95daar mooi. De huizen aan zee zijn meest in eenvoudigen
96gothieken stijl gebouwd, van gelen steen en hebben tuinen
97vol ceders en andere donkere groenblijvende heesters.─
98Er is eene haven vol schepen/ besloten in steenen dijken waarop
99men wandelen kan. En verder ziet men de zee in haar natuur-
100lijken staat en dat is mooi.─
101Gisteren was alles grijs.─
102s’Avonds gingen wij met de jongens naar de kerk. Op den
103muur van de kerk stond “zie Ik ben met U tot aan de vol-
104einding der wereld.”10
105Om 8 uur gaan de jongens naar bed en zij staan om 6 uur
106op.
 1r:4
107Er is nog een ondermeester van 17 jaar.11 Deze, 4 jongens
108en ik slapen in een ander huis dicht bij/ waar ik een
109klein kamertje heb,12 dat verlangt naar wat prenten
110aan de muren.
111En nu genoeg voor heden/ wat hebben wij goede dagen
112gehad, dank/ dank voor alles. Veel groeten aan Lies/
113Albertine13 en het broêrken en in gedachten een
114handdruk van

115Uw liefh_
116Vincent.

117Dank voor uwe brieven die daarjuist kwamen en spoedig
118meer, zoodra ik een paar dagen hier zal geweest zijn
119en Mr Stokes zal gezien hebben.


5 [1876.] < This letter has been preserved in a copy made by Theo on letter paper from Goupil’s in The Hague. He crossed out the letterhead (l. 1-4), except for the printed date of 1876.
89 schoolmeeste[r] < Text lost due to damaged edge of the paper.
top