9Nog een enkel woordje, waarschijnlijk het laatste 10dat ik U hier te Parijs zal schrijven.
11Vrijdag avond ga ik waarschijnlijk van hier om 12Zaturdag morgen op den zelfden tijd als met 13Kersmis t’huis te zijn.─1
14Gisteren zag ik een stuk of 6 schilderijen van 15Michel,2 wat zou ik willen gij er bij waart geweest/ 16holle wegen door den zandgrond die naar een molen 17toeliepen of een man die over de heide of zandgrond naar 18huis ging met grauwe luchten er boven, zoo 19eenvoudig en zoo schoon. Mij dunkt de 20Emmausgangers3 zagen de natuur als Michel/ 21ik denk altijd aan hen als ik een van zijne 22schilderijen zie.─
23Te gelijk zag ik een schilderij van Jules Dupré
1r:2 24en wel een zeer groot.
25Zoo ver men zien kon zwarten moerasachtigen 26grond/ op den 2en grond eene rivier en op den 27voorgrond een plas (waarbij 3 paarden). In beiden weerkaatst 28de banka witte en grijze wolken waarachter de zon 29is ondergegaan, aan den horizon wat grauw rood 30en purper, de bovenlucht zacht blaauw_4
31Het was bij Durand Ruel dat ik die schilderijen 32zag; er zijn daar wel 25 etsen naar Millet en 33het zelfde aantal naar Michel en massa’s naar 34Dupré en Corot en alle andere artisten te 35krijgen à fr 1.- het stuk; dat is verleidelijk/ 36een paar naar Millet kon ik niet weerstaan,5 37ik kocht de 3 laatste die van l’Angelus du Soir6 38te krijgen waren, en mijn broeder ontvangt 39er bij gelegenheid natuurlijk een van.─
40Ik hoor de Hr. Iterson bij Roos komt wonen, dat 41is denk ik de jongste.7 Schrijf weer eens spoedig. 42Groeten bij Roos en aan de Hr en Mevr. Tersteeg 43en aan allen die naar mij mochten vragen 44en in gedachten een handdruk en steeds