Back to site

072 To Theo van Gogh. Paris, Thursday, 23 March 1876.

metadata
No. 072 (Brieven 1990 071, Complete Letters 57)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: Paris, Thursday, 23 March 1876

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b70 V/1962

Date
Letter headed: ‘[Paris, le] 23 Maart [187]6’.

Ongoing topics
Sending a work by Longfellow (66)
Vincent’s application for a new position (69)

original text
 1r:1
Goupil & Cie
Editeurs Imprimeurs
Estampes Françaises & Étrangères
Tableaux Modernes
Rue Chaptal, 9, PARIS.
Succursales à la Haye, Londres, Berlin, New-York.

Paris, le 23 Maart [187]6

Waarde Theo,
Hierbij het boek van Longfellow, het zal wel een vriend van U worden.
Vandaag beantwoordde ik weer twee advertenties, ik ga daar maar mede voort al komt er geen antwoord op de meeste brieven.
Mijn tijd begint op te korten hier.
Gij zult wel veel moois zien op Uwe reis;1 hoewel het gevoel voor de natuur niet datte is, zoo is het toch eene heerlijke bezitting; moge het ons maar altijd bij blijven.
En nu zult gij “in menige herberg te huis liggen”,2 dat is ook een eigenaardig genot soms.─ Gij weet ik eens eene voetreis naar Brighton deed,3 ik denk altijd met genot daar aan terug. De logementen in Engeland zijn dikwijls zoo aardig,  1r:2 Longfellow beschrijft dat goed in Tales of the wayside inn.─4
Gladwell krijgt mijne plaats in de galerij, en is er reeds, om op de hoogte te zijn tegen dat ik wegga. Ik heb nog al schilderijen gezien die voor den Salon bestemd zijn, o.a. twee zeer mooie groote Gabriels, een morgen in de weilanden, door den dauw ziet men in de verte eene stad, het andere was wat wij een waterzonnetje zouden noemen.5
Ook 2 groote Xavier de Cock’s, het eene een avond in ’t begin van den zomer, eene weide met populieren omgeven; in de verte de boerderij en velden en een meisje dat de koeijen naar huis brengt. Op den voorgrond een poel waarbij 3 koeijen, een witte, een zwarte en een roode, in het gras liggen; de zon is reeds onder en de lucht zacht geel, de boomen donker daartegen.─6
Ik schrijf zeer in haast zooals gij aan het schrift zult merken.7 Goede reis en steeds,

Uw liefh. broeder
Vincent

translation
 1r:1
[Letterhead: Goupil Paris]

Paris, 23 March 1876

My dear Theo,
Herewith the book by Longfellow, it will no doubt become a friend of yours.
Today I responded to two more advertisements, I’ll go on doing it, even though most of my letters remain unanswered.
My time here is running out.
You’ll surely see many beautiful things on your trip;1 although a feeling for nature isn’t it, it’s nonetheless a wonderful thing to have; may it always remain with us.
And now you’ll be ‘boarding in many inns’,2 that’s also a singular pleasure at times. You know that I once went to Brighton on foot.3 I always think back on it with pleasure. Lodging-houses in England are often so pleasant,  1r:2 Longfellow describes this well in Tales of the wayside inn.4
Gladwell is getting my place at the gallery; he’s there already, learning the ropes before I leave. I’ve seen quite a few paintings that are going to the Salon, including two very beautiful, large Gabriëls, a morning in the meadows, through the dew one sees a town in the distance, the other one was what we would call a watery sun.5
Also 2 large Xavier de Cocks, one of them an evening at the beginning of summer, a meadow surrounded by poplars; in the distance a farmhouse and fields and a girl bringing the cows home. In the foreground a pond, next to which 3 cows – a white one, a black one and a red one – lie in the grass; the sun has already set and the sky is pale yellow, the trees dark against it.6
I’m writing in great haste, as you’ll see from my handwriting.7 Have a good trip, and ever,

Your loving brother
Vincent
notes
1. Theo made the spring sales trip for Goupil; see also letter 71.
2. Allusion to the last line of the poem ‘De bestedeling’ (The boarder) by Jan van Beers. See letter 10, n. 10.
3. The journey on foot will have taken place when Van Gogh was living in London, between June 1873 and May 1875 (except for a three-month interval from October to December 1874, when he was in Paris). Brighton is on the south coast of England, c. 80 km south of London.
4. The beginning of Tales of a Wayside inn (1863) contains an evocation of the interior of an inn at Sudbury.
5. Constant Gabriël was represented at the Salon of 1876 with the works L’Aube, dans les polders de la Hollande (Dawn in the polders of Holland) and L’Approche de la pluie – Vue du lac d’Abcoude (Pays-Bas) (Approaching rain – View of Lake Abcoude (Netherlands)) (present whereabouts unknown). See exhib. cat. Paris 1876, p. 105, cat. nos. 836-837.
6. Xavier de Cock had two works at the Salon: Forêt (Forest) and Vaches (Cows) (present whereabouts unknown). See exhib. cat. Paris 1876, p. 72, cat. nos. 579-580. Van Gogh describes the depiction of Cows.
7. Despite Van Gogh’s remark, his handwriting shows no traces of hastiness.