9Maar weer eens een woordje om mijzelven zoowel als U op te 10wekken.─ Ik raadde U om Uwe boeken weg te doen,1 en 11raad U dat nog, zeker,─ doe het maar; gij zult er rust 12bij vinden; maar terwijl gij het doet, zorg gij niet 13kleingeestig wordt, en beschroomd om te lezen wat goed 14geschreven is, integendeel dat is een troost in ons 15leven.─
16“Que toutes les choses qui sont véritables, toutes les choses 17qui sont honnêtes, toutes les choses qui sont justes, 18toutes les choses qui sont pures, toutes les choses qui 19sont aimables, toutes les choses qui sont de bonne 20réputation, et où il y a quelque vertu, et qui sont
1r:2 21dignes de louange; que toutes ces choses 22occupent vos pensées”.─2
23Zoek maar naar licht en vrijheid en verdiep 24U niet al te diep in het slijk der wereld.
25Wat zou ik U graag eens hier hebben, en U 26de Luxembourg en de Louvre &c. eens laten 27zien, maar ik heb idée gij ook nog wel eens 28naar hier zult komen met der tijd.─
29Ik heb een nog al goeden brief gehad van Anna/ 30ik zend U dien ter lezing maar zend hem 31terug.─ Pa schreef mij eens “vergeet de geschiedenis 32van Icarus die naar de zon wou vliegen en op 33een zekere hoogte gekomen zijn vleugels verloor 34& in zee viel toch niet”.─3 Gij zult wel dikwijls 35voelen dat noch ik noch Anna zijn wat we 36hopen te worden en wij nog ver van Pa en anderen 37af zijn/
37adat ons soliditeit en eenvoudigheid en ongeveinsdheid 37bontbreekt, men is niet op eens eenvoudig en waar. 37Maar toch laat ons maar volhouden, 38maar vooral geduld hebben/wie gelooven 39haasten niet;4 toch is er onderscheid tusschen
1v:3 40ons verlangen om Christenen te worden en 41dat van Icarus om naar de zon te vliegen.
42Ik geloof een betrekkelijk sterk lichaam geen kwaad kan/ 43zorg dus gij U goed voed, en als gij soms 44ergen honger, of liever eetlust, hebt, eet dan 45maar goed ook. Ik verzeker U ik dat ook 46dikwijls genoeg doe en vooral gedaan heb. 47Vooral maar brood, geloof ik, jongen, maar 48niet te beschroomd zijn, “Bread is the staff of life” 49zeggen de Engelschen,5 (hoewel die toch wel 50vleesch lusten ook en zelfs veel te veel in ’t algemeen)_ 51En nu, schrijf mij weer spoedig eens en maar 52eens over alledaagsche zaken ook.
53Houd U ferm, en groet wie naar mij mocht 54vragen voor mij, over een week of 10 zien wij 55elkaar willen wij hopen. In gedachten druk 56ik U hartelijk de hand, en ben steeds